De heer Westerhof heeft aan de restauraties aandacht "besteed. In de
Nieuwjaarsrede is een foutje geslopen. Het gaat namelijk niet over de
jaarlijkse exploitatietekorten in de toekomst. Die wilde dege heer graag
weten. Er is een voorlopige raming voor en dan moeten we dus wel reke
ning houden met een volledig in gebruik zijnd Markiezenhof en de Gertru-
diskerk. Dat komt dan neer op een exploitatietekort van ongeveer
750.000.- per jaar voor ieder. Ik heb niet voor niets wel eens gezegd?
dat Bergen op Zoom soms ten onder dreigt te gaan aan rijkdom. Tan de
andere kant zijn het natuurlijk objecten van onschatbare waarde. Deze
omissie willen we dus graag toegeven en onze excuses daarvoor.
Een andere vraag van de heer Westerhof wasof we nu niet het bedrag
voor de Gertrudiskerk kunnen verlagen en voor het Markiezenhof verhogen.
Ik kan mij goed voorstellen? dat men meer zit te springen op de Ingebruik
neming van het Markiezenhof dan- op de Gertrudiskerk. Toor 1972 zal dat
echter niet kunnen. Die planning is gemaakt; de materialen gedeeltelijk
reeds ingekocht of besteld. Wij willen graag bekijken of dit voor 1973
zou kunnen? maar ik moet daarbij wel even op een kleine moeilijkheid wijzen
en wel? dat de subsidieregelingen voor beide objecten nog al uit elkaar
liggen. Toor het Markiezenhof hebben we een rijkssubsidie van een
provinciale van 107? en 307° van de zogenaamde verfijningsuitkering uit
het gemeentefonds. Blijft dus voor eigen rekening 2070. Bovendien moeten
we hier de z.g. niet-subsidiabele kosten geheel zelf betalen? dus b.v.
de technische installatie.
Toor de Gertrudiskerk hebben we een heel andere regeling kunnen bereiken.
Hier betaalt het rijk 55°/°i 3.e provincie 10% en de verfijningscommissie
30fo, hetgeen dus totaal 95subsidie betekent? maar dan ook nog van de
totale kosten. Dit alles- maakt de zaak dus wel wat gecompliceerder dan
men op het eerste gezicht zou menen. Er is wel een voordeel? dat één
aannemer deze beide objecten uitvoert? zodat er dus toch wel een maxi
male inzet is bij de uitvoering van beide objecten. Het is dus te bezien
of men zo maar voor het een meer en voor het ander minder zal kunnen
besteden. Wij zullen dit echter graag- bekijken» Wanneer in dit tempo wordt
gewerkt zal b.v. de Gertrudiskerk toch al ongeveer 15 jaar gaan vragen.
Men moet voor restauraties namelijk wel een lange adem hebben.
De heer Franken vroeg naar een ander restauratieobject? n.l. de molen
van BorgvlietZoals de heer Franken ongetwijfeld zal weten? is deze
zaak onlangs al eens meer aangehaald. Aan deze molen zijn we al jaren lang
iets aan het doen. Het wordt echter gewoon onmogelijk gemaakt. We hebben
een hele' lijdensweg afgelegd» Met aanbiedingen om de molen te kopen.
De moeilijkheid is? dat de eigenaar alleen wil verkopen tegen een dusda
nige prijs? dat hij elders een geheel nieuw bedrijf kan beginnen. Dan wordt
dat wel een heel moeilijke zaak. Daar is jan en alleman aan te pas geko
men. De Molenstichting is ook hier geweest? maar ook hiervan werd tot
dusver niets meer -gehoord. Ik heb een resumé van het dossier? waaruit
IJ zou kunnen zien wat er door het gemeentebestuur allemaal al In deze
is gedaan. U mag van mij gerust het gehele dossier eens inzien om te kun
nen zien wat er allemaal gepoogd is om deze molen op een redelijke manier
te kunnen restaureren. Deze pogingen zijn echter tot dusver allen mislukt.
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Westerhof of er bij het
College een nieuwe visie is ontstaan over stadsontwikkeling? zou ik
daarop willen antwoorden? en ik heb daar persoonlijk behoefte aan en de
heer HSrtel weet daarvan en is het wel raet mij daarin eens? dat op het
ogenblik bezig 1st een precisering? een beetje wetenschappelijk begeleid
en verder uitgebouwd. Ik wil er wel prijs op stellen dat? een paar de
tails daargelaten? ik jarenlang in grote beginselen voor een stadsont
wikkeling ben geweest? zoals die nu in de schets staat. Ik heb ook aan
de totstandkoming van deze schets actief deelgenomen? met instemming
van het gehele College, Er is dus eerder eeh verdichting van deze visie
dan een wijziging. Tot zover mijn antwoorden".
Tervolgens geeft de T00RZITTER het woord aan de heer van Heyst.