i
li:
Wij willen exact vreten vrat we moeten doen en ook, wat we eventueel moeten
nalaten. IJ behoeft dus niet ongerust te zijn, dat dit College onberaden
stappen zal doen. Wat betreft het overnemen van andere'gebouwen, ik kan
daar op dit moment niet nader op ingaan. Daar zitten tè veel zakelijke
privé-omstandigheden aan vast. Dit punt zal echter niet aan onze aan
dacht ontgaan. Ik wil de heer Franken graag toezeggen dat, als wij de
problematiek duidelijker in handen hebben, wij heus wel op een of andere
manier met de Raad zullen overleggen wat ons te doen staat.
De muziekschool is onderwerp van beschouwing geweest bij de heer Franken.
Hij vindt het allemaal wel erg mooi, maar ook erg duur. Ik moet daar toch
wel een paar kanttekeningen bij plaatsen. Ten eerste over het aantal do
centen. Het lijkt zo, dat de muziekschool maar docenten aantrekt als of
het niet'op kan. Op 1 januari 1969 waren er 24 docenten; in 1970 25;
en in 1971 28; nu, in 1972 zijn er 30. Van 5 nieuwe docenten in één jaar
is dus geen sprake. Er is ook geen sprake van een klein aantal uren,
verdeeld over de docenten. Het wordt overigens toch allemaal per lesuur,
klokuur betaald. Overhead-kosten zouden wel een rol kunnen spelen, zoals
reiskosten en dergelijke. Ik kan, dan nog wel zeggen dat, in zoverre dat
verschil maakt, Bergeti op Zoom een muziekschool heeft met 2.135 leer
lingen en 30 docenten, Roosendaal een met 1.800 leerlingen met 38 docen
ten en Breda een met 962 leerlingen met 38 docenten. Onze muziekleraren
hebben-een gemiddelde van 17# klokuur, en dat is, in verband met die
overheadkosten, aan de zuinige kant. Maar nu de kostenstijging in het
algemeen. Bij onze afdeling financiën zijn wij hierover in gesprek. Ergens
is het een gebrek, dat niet in september, als het nieuwe leerlingenaan
tal exact hekend is, de begroting wordt bijgesteld» Als men dus de pri
mitieve begroting van. het ene jaar stelt tegenover de begroting van het
volgend jaar, rekening houdend met de werkelijkheid van het vorig jaar,
krijgt men eigenlijk een onevenredige stijgingsfactorVandaar, dat ik nu
even de cijfers wil geven van de rekeningen zoals die vermoedelijk zijn»
In 1970 is Het -nadelig saldo van de muziekschool 266.000.- volgens
de rekening. In 1971 zoals het nu geschat wordt, 315*000.Dat
geeft geen stijging van 3670, maar als ik mij niet verrekend heb, van 18%.
Afgezien hiervan mag ik hier toch wel in het bijzonder zeggen; beter
naar de bakker dan naar de dokter. Als er één instituut in Bergen op
Zoom rendement in maatschappelijk opzicht oplevert, is dat toch wel deze
muziekschoolmet een overweldigende belangstelling van de bevolking.
Het is relatief een van de grootste muziekscholen van Hederland. Kwali
tatief getuigen ieder jaar opnieuw de Rijks - ge c omr. i teerden hierover.
Ik zou dan ook gewoon Trillen zeggen; zo lang de gemeente het kan betalen
en de gemeente kén het betalen, dat blijkt uit de uitkomst van de reke
ning (heb ik niet ergens iets gehoord over een overschot), laten we blij
zijn dat we het aan dit soort dingen kunnen besteden.
Als de heer Franken dan over het tunneltje bij het station zegt, deze
dingen dan maar te moeten doen want dan wordt de belastingverhoging
tenminste wat gerechtvaardigd.kan men toch met even veel recht zeggen,
dit soort dingen maar te moeten doen, dan krijgt de burgerij tenminste
iets terug van het geld.
Hiettemin wil ik graag beloven dat vó<5r september bekeken zal worden,
of niet in bepaalde sectoren enige aanpassing van de begroting mogelijk
is in de aanpassing van de schoolgelden. Dit zal dan voornamelijk liggen
op de deelname van volwassenen en het aandeel van het A.T.M.0.
De heer Franken heeft ook'gezegd; Wij moeten ons niet uit de markt prijzen
Is deze heer zich ook bewust, dat wij ook in ander opzicht bij onze mu
ziekschool een superlatief hebben. Wij zijn namelijk ook de duurste muziek
school. Uit persoonlijk weten kan ik zeggen, dat hier iemand een half
klokuur les krijgt ér ais on van 220.- per jaar en in Amsterdam iemand
op een gelijkwaardige muziekschool, verbonden aan het conservatorium,
een vol klokuur voor 190.-. Wij zijn echt aan de zeer dure kant. Wan
neer de bevolking echter nu toch op deze manier blijft deelnemen, moeten
we, dacht ik, niet het onderste uit de kan proheren te krijgen.