31 Het gaat om een wijk, die ook in het jaar 2000 aantrekkelijk moet zijn om in te wonen, om in te leven! Ik zou óók over Uw antwoorden op enkele onzerzijds gestelde vragen tij dens de begrotingsbehandeling in de afdelingen, nog een enkele op merking willen maken. Het gaat allereest over het probleem van de doorstroming. Uit Uw ant woorden op de vragen 15, 16 en 17 nemen wij te mogen afleiden dat het College in principe bereid is de doorstroming naar duurdere woningen te bevorderen van diegenen, die momenteel eigenlijk te goedkoop wonen. In citeer uit Uw antwoord op vraag 16: „Het ligt in de lijn der verwachtingen, dat binnen afzienbare tijd een vrij groot aantal comfortabele huurwoningen met een op middelgrote inkomens afgestemde prijs tot stand zal komen. Zodra de woningbouw plannen die wij hier op het oog hebben, zullen zijn gerealiseerd, zullen wij niet schromen de doorstroming naar duurdere huurwoningen van degenen die nu in vergelijking met hun inkomen te goedkoop in gesubsidieerde huurwoningen wonen met kracht te bevorderen". Dat zijn fraaie termen, maar kan dit in de praktijk zonder enige dwang gerealiseerd worden? En zo nee, is het College bereid een beleid te voeren waarin de dwang om door te stromen uitgeoefend zal worden? Bovendien zullen de binnen afzienbare tijd te realiseren huurwoningen niet door de gemeente gebouwd worden. Hoe denkt het College deze si tuatie op te vangen? Een andere vraag, namelijk nr. 52, met het door Uw College gegeven ant woord, roept ook nog om een reactie onzerzijds. Ik zal zowel de vraag als het antwoord citeren: Vraag Is het mogelijk, dat een Welstandscommissie waarvan een Directeur van Gemeentewerken deel uitmaakt, adviezen aan het College van B. en W. uitbrengt die anders luidend zijn (of zelfs in tegenspraak) met adviesen, aanbevelingen enz. die een Dienst van Gemeentewerken uitbrengt? AntwoordDie mogelijkheid is inderdaad aanwezig; immers de Dienst van Gemeentewerken is belast met de technische beoordeling van bouwplannen, dë Welstandscommissietmat de artistieke. De Welstandscommissie "bestaat thans uit dè heren: G.Drexhage te Botterdam, architect B.N.A. (voorzitter); W.Th.M.Bogaert te Breda, architect H.B.G, (lid)E.A.B. van Vianen te Bergen op Zoom, directeur van Gemeentewerken (lid). De conclusie die wij hieruit trekken is, dat het op zijn zachtst ge zegd geen gelukkige situatie is, wanneer een Directeur van Gemeente werken lid is van de Welstandscommissie. Wij willen met nadruk stellen dat het hier niet om de persoon, maar om de functie gaat. Het lijkt ons een duidelijk geval van onverenigbaarheid van functies. Wij willen het College verzoeken met voorstellen te komen teneinde aan deze vreemde toestand een einde te maken. Wat betreft het oordeel van het College, dat is uitgesproken in ant woord op vraag 5^, namelijk dat voldoende artistieke deskundigheid in de Welstandscommissie aanwezig is, menen wij tóch te moeten wijzen op de artistieke en architectonisch sc'hitterende inpassing van de Albert Heijn vestiging in het stadscentrum! Ik kom nu aan het laatste belangrijke, althans in onze ogen belangrijke onderwerp dat ik in deze beschouwing aan de orde wil stellen, nl. dat van het welzijnsbeleid voor zover dat valt op het gebied van So ciale ZakenIk wil nog een citaat uit Uw nieuwjaarsrede geven: „Duidelijk is m.i, de taak van het Stadsbestuur ook in geestelijke zin de maatschappij leefbaar te houden; Dat vereist allerlei culturele, r-ecreatieve en maatschappelijke voorzieningen, die van e"ën geheel an dere orde zullen moeten zijn dan simpele subsidies .aan dit of dat, of het uitvoeren van sociale wetten. Wij hopen vanuit dit college, .daaraap de komende jaren aparte aandacht te kunnen besteden". (einde citaat).

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1971 | | pagina 89