19
de teneur van deze motie geen misverstand bestaan en dat stemt mij
hoopvol t.a.v. de uitwerking ervan»
Het spijt mij, dat een half jaar na aanneming van de motie de Raad pas
gelegenheid heeft zich uit te spreken over de nota van de commissie
ad hoe» Ik meen, dat dit deze maand nog aan.de orde komt»
Desondanks heb ik nog hoop dat uw college de nota als prae-advies
overneemt, eventueel met ondergeschikte wijzigingen en dat deze Raad
een objectief en vooruitstrevend oordeel zal geven over deze kwestie,
en daar naar zal handelen» Het werk van de heer Franken van de Stads
Partij als voorzitter van deze commissie heb ik zeer gewaardeerd, even
als zijn bijzonder objectieve en zakelijke benadering.
In het D'66 programma voor Bergen op Zoom heeft ieder raadslid
(immers ieder raadslid heeft dit programma van ons gekregen) kunnen
lezen wat wij ons op het terrein van de democratisering in de nabije
toekomst voorstellen. Ons uitgangspunt is ons programmapunt 100-101.
Mede op grond hiervan diende ik op 1 september die motie in. Aange
zien ik niet de indruk heb, voorzitter, dat U op voorhand onze voor
stellen inzake grotere openheid en objectiviteit onder de tafel wil
vegen, noem ik U (en ook vrijdag komen een aantal wensen/voorstellen
ter sprake) nog enige punten, waarvoor wij uw aandacht vragen.
Nogmaals het zijn soms zaken die wij U 2 a 3 jaar geleden ook al ver
zochten, zij het toen soms als buitenparlementairen! wijzen wij U op
de nuttige ervaringen van diverse steden met een periodiek verschijnend
berichten - cq voorlichtingsblad» Intussen ben ik blij dat ons eerdere
voorstel tot aanstelling van een voorlichtingsambtenaar niet herhaald
hoeft te worden.
Het gratis te verspreiden gemeenteblad kan alles bevatten wat wij reeds
in ons programma hebben vermeld.
Uitwerking en realisering van de principes waarop de zg. democratise-
ringscommissie berust, dient niet door allerlei detailzaken getrai
neerd te worden.
Periodiek bij openbare raadsvergaderingen (bijv. om de drie maanden)
moeten de burgers in de gelegenheid worden gesteld om aan de burge
meester, de wethouders en raadsleden rechtstreeks vragen te stellen,
b.v. gedurende enige tld tijdens of na de officiële raadsvergadering.
De inwoners dienen vroegtijdig betrokken te worden bij gemeentelijke plan
nen en vraagstukken, vooral als het hun direct raakt.
Eén middel tot communicatie zijn de niet vrijblijvende hoorzittingen die
dienen plaats te vinden na uitgebreide voorlichting via pers, voor
lichtingsblad, -ambtenaar, lezingen, tentoonstellingen, teach-ins e.d.
In zaken van groot belang voor de burgerij zou een goed opgezette opi
niepeiling zeer nuttig kunnen zijn, ook al kan de raad dan niet zelf
zo'n enquête ter hand nemen.
Gezien de uitspraken en beloften van diverse partijen en raadsleden
vóór, tijdens en na de verkiezingen, verheug ik mij nu reeds op een vrij
algemene steun voor deze door mij genoemde mogelijkheden, die ik overi
gens beslist niet als monopolie van D'66 wil voorstellen»
Samenhangend met deze zaken is de kwestie van het functioneren van de
gemeenteraad, door mij al eerder in deze Raad aan de orde gesteld.
In theorie is de Gemeenteraad het hoogste bestuursorgaan. In theorie
is het College van B W het uitvoerende orgaan van de Raad. In de
praktijk is het echter anders. Een Raad, bestaande uit mensen die in
bua" trije tijd het raadslidmaatschap moeten uitoefenen en veelal ook al
anderszins buiten hun beroep werkzaam zijn, die niet de beschikking heb
ben over een eigen deskundig apparaat, noch de financiële middelen heb
ben om zelf voor deskundig advies te kunnen zorgen, kan onmogelijk als
een evenwaardig partner van het College van B W gezien worden.
Aan het werkelijk besturen komt de Raad nauwelijks toe. Mijn fractie acht
het noodzakelijk dat aan enige miniumvoorwaarden wordt voldaan om te
komen tot een beter functioneren van de Raad. Ik besef daarbij de pro-