15
hem daarbij zelf rechtstreeks te betrekken. De overheid, dat wil zeggen
rijk, provincie en gemeente, alsmede tal van organisaties en instellinge
zijn zich met ons gaan bemoeien.
In vele opzichten gelukkig weliswaar, maar niet altijd volgens onze be
grippen en wensen.
Bejaardenwerk achten wij uitstekend, maar bejaardezorg veroorzaakt afwee
en een pijnlijk gevoel.
De bejaarden wensen in de maatschappij zichzelf te blijven en zeker niet
als een aparte groep aangemerkt te worden of onder bevoogding geplaatst
te worden van welke instantie dan ook.
Er worden veel voorzieningen getroffen voor allerlei groepen en derhal
ve ook voor ons, maar wij wensen bij het bepalen van die voorzieningen
betrokken te worden.
Daarom ook achten wij inspraak noodzakelijk, omdat wij weten wat de wensen
van de bejaarden zijn en omdat alleen op deze wijze een vruchtbare samen
werking mogelijk is.
De drang naar zelfstandigheid is in iedere mens aanwezig, dus ook bij de
bej aarde
Zo lang mogelijk wil hij zijn eigen leven leiden en contacten onderhouden
in zijn eigen buurt en in zijn eigen kennissenkring.
Gelukkig en we stellen dit met vreugde vast, is daarin sinds november
1969 wijziging gekomen toen op 25 november van dat jaar de Stichting
Openbejaardenwerk is geformeerd met een aantal erkende instellingen en
organisaties, waaronder ook een tweetal van de bestaande bejaarden
bonden.
Als doelstelling heeft men daarbij voor ogen:
het bevorderen van de zelfstandige handhaving van de bejaarde in de
samenleving, hetgeen betekent het ontwikkelen en voeren van een eigen
stedelijk beleid, dat gericht is op het coördineren en het verwezelijken
van alle voorzieningen, die voor de bejaarden mogelijkheden bieden zich
te handhaven in eigen woning en in eigen wijk.
Ik kom daar straks nog op terug.
Nu is de Raadsvergadering van oktober j.l. een voorstel van uw College
aan de orde geweest en wél het garanderen van de tijdige betaling van
de rente en aflossing van een kapitaal groot 1.600.000,-- voor de
bouw van een aantal bejaardenwoningen met dienstencentrum aan de Weeg
breestraat zonder dat dit stuk was voorzien van een rapport van de be
jaardenconsulent inzake de behoeftepeiling betreffende het dienstencen
trum.
Toen heeft de heer Wilbers volgens bladzijde 10 van de notulen gesteld,
dat hij het betreurt dat er over het dienstencentrum zoveel narigheid
is ontstaan, omdat in eerste instantie het Open Bejaardenwerk niet van
de plannen op de hoogte was gebracht, zodat er in het begin nauwelijks
een samenspel was, hetgeen gelukkig is rechtgetrokken door de huidige
wethouder,
Ook hier weer blijken de informaties van de heer Wilbers volkomen on
juist, hetgeen mij eigenlijk verwondert, omdat hij als bestuurslid van het
voormalige I.S.C.C. beter diende te weten.
Dit is dan ook voor mij aanleiding geweest om de oudere notulen er nog
eens op na te slaan en informaties in te winnen. Daardoor ben ik tot
een geheel ander beeld gekomen.
Reeds op 25 februari 1967 werd een overleggroep voor het open bejaarden-
werk opgericht, waarvan een jaar later bij schrijven van 8 februari 1968
mededeling werd gedaan aan het gemeentebestuur.
Op 21 maart 1968 heeft reeds een eerste bespreking plaats met het voor
lopig comité en door het gemeentebestuur bij monde van de toenmalige
wethouder voor Sociale Zaken is gesteld, dat de gemeente in principe
accoord was met het opgang brengen van het open bejaardenwerk, waarin
met name ook de dienstencentra zouden kunnen functioneren.