- 2 -
tijd dringt.
Het treffen van de nodige voorzieningen in de sociaal-culturele en recrea
tieve sector betekent een mogelijkheid het leven als zodanig waardevol te
maken, en een stuk tijdelijk geluk te brengen dat men welzijn zou kunnen
noemen. Maar het stimuleren van dit soort voorzieningen alléén is niet
voldoende. Voorwaarde voor het optimaal kunnen functioneren van de stad
als totale gemeenschap is de eerlijke wil van de mensen zelf, om iets voor
elkaar te betekenen. Die vooropgestelde eerlijke wil moet het wezensken
merk ziin van de omgang tussen de mensen. Als men alleen maar een structuur
schept blijft deze een lege huls, die verder geen enkele betekenis heeft.
Bergen op Zoom heeft de maatvoering voor een stedelijke gemeenschap, die,
zonder dat het de eenheid hoeft aan te tasten, nog best wat groter mag
worden, ja zelfs moét worden om ook inderdaad als stedelijke gemeenschap
te kunnen blijven functioneren. Een bepaalde mate van wijkopbouw behoeft
daarmee niet in strijd te zijn en kan zich harmonieus voegen in die^grote
re eenheid. Dit alles zal geld en deskundigheid vragen en men kan zich
afvragen of dit alles binnen het bereik ligt van een stad die dit jaar dan
aan de 40.000 zal komen. Ik meen van niet en zie dan ook de verdere groei
van de stad ook voor de leefbaarheid als noodzakelijke voorwaarde.
Vanzelf kom ik dan terecht op wat ik zou willen noemen het tweede hoofd
thema van mijn nieuwjaarstoespraak; het economische aspect van de stad,
dat dus m.i. in onmiskenbare samenhang staat met het voorgaande.
De uitbouw van de stad is bepaald geen industrialisatiehobby. Haar de groei
van de stad is ook noodzakelijk om deze stad ook economisch leeibaar ta
maken. Met kracht zullen we daarom moeten blijvan streven naar herscheppen
van nieuwe werkgelegenheid en het stimuleren van de bedrijvigheid in de
dienstensector. Nog altijd is er in dit gebied een structureel tekort aan
werkgelegenheid. Volgens een door het gewestelijk arbeidsbureau opgemaakt
rapport is er in het afgesloten decennium sprake gaweest van een toenemende
discrepantie, resulterend in een toenemend tekort aan werkgelegenheid voor
de hier gevestigde beroepsbevolking. De aansluitende prognose van dit on
derzoek voor 1975 toont bovendien aan dat, niettegenstaande de inmiddels
in aanbouw genomen vestiging van General Electric, een actief werkgelegen
heidsbeleid van gemeente en overheid, zowel voor Bergen op Zoom als voor
de hele regio, hoge prioriteit dient te hebben.
Berekend is dat in 1975 het tekort aan werkgelegenheid in het gewest 3050
arbeidsplaatsen zal bedragen, wat 10,9 betekent van de totale mannelijke
beroepsbevolking. In 1969 bedroeg dit percentage 11,5 waaruit blijkt, dat
zelfs de vestiging van een nieuw bedrijf in de chemische sector met een
uitbreiding van de werkgelegenheid tot 1976 van 600 arbeidsplaatsen, de be
staande discrepantie niet zal kunnen oplossen.
Ook de latent grote uitgaande pendel. (17 van de mannelijke beroepsbevol
king) blijft zorgen baren. Willen we deze in de toekomst terugdringen, dan
zullen we met grote kracht moeten blijven streven naar het aantrekken van
kwalitatief hoog genoteerde bedrijven. Toch mogen we ondanks deze bepaald
nog niet gunstige cijfers stellen dat met name Bergen op Zoom sinds 1965
- het jaar van de aanwijzing als kerngemeente - op een economisch keerpunt
gekomen is. Wie van deze kernaanwijzing een industrialisatiewondet had ver
wacht zal wellicht toch nog teleurgesteld zijn. Maar van de andere^kant
is het een onmiskenbaar feit dat Bergen op Zoom vooral de laatste jaren
op het stuk van de werkgelegenheid bepaalde duidelijke successen heeft ge
boekt. "De Lage Meren" is vol, de ontwikkeling aan de Theodorushaven gaat
gestaag verder. De tegenvaller met AKU Goodrich doet aan de gunstige ten-