17
Deze zigzagkoers kan hij niet verklaren. Het vreemde is, dat men veertien
dagen later weer schrijft, dat die planologische bezwaren nog steeds be
staan.
De heer BROOS zegt gevraagd te hebben of de gronden rond de kerk voor
andere doeleinden geexploiteerd kunnen worden. Hij vraagt of daar onder
handelingen over worden gevoerd en zo ja welke. Hij zou een en ander open
baar willen zien, want de betreffende gronden bieden heel wat meer mo
gelijkheden dan de vestiging van een supermarkt. Er is gesproken om de
heren de Veth en van Sprundel rond de tafel te krijgen. Dat is te enen
male onmogelijk. Hier zitten sponsors achter en die krijgt men niet aan
de tafel. Hij wil het woord stromannen niet gebruiken, maar het zit er
ergens wel in.
De heer NIJPELS zegt nog antwoord te moeten hebben op zijn vraag wat er
gebeurt als de heer de Veth toch een supermarkt begint.
De heer LEIJS meent, dat het bestemmingsplan het uitgangspunt moet zijn.
Dit bestemmingsplan mag men niet zonder meer wijzigen. Daar moeten ge
wichtige redenen voor zijn. Terecht is gesteld, dat wijziging van het be
stemmingsplan en vestiging van een supermarkt ten koste gaat van een aan
tal andere zaken in de omgeving. Een bestemmingsplan moet zoveel mogelijk
worden nageleefd. Ter plaatse geeft het bestemmingsplan een bijzonder ge
bouw aan en een winkel of supermarkt is geen bijzonder gebouw.
De VOORZITTER wil de voorgeschiedenis belichten en daarna het woord weer
geven aan de wethouder. Er ligt een bepaalde planologische bestemming.
Hij weet nu niet zeker of dat openbaar groen was, waarin krachtens be
paalde wettelijke mogelijkheden een kerk is gebouwd, of de bestemming bij
zondere gebouwen. Dit wil hij even kwijt zijn, maar het effect is precies
hetzelfde. De geldende bestemming kan niet zonder Raadsbesluit veranderd
worden. De vestiging van een supermarkt zou dus een bestemmingswijziging
via een Raadsbesluit nodig maken. Wettelijk is de bouw van een supermarkt
ter plaatse thans niet toegestaan.
Voorgesteld kan worden deze bestemming te wijzigen. Het voorstel daartoe
moet ter visie worden gelegd, terwijl het besluit zelf hogere goedkeuring
behoeft. Een bestemmingsplan kan dus met inachtneming van de voorgeschre
ven procedure gewijzigd worden. Daarnaast speelt nog een andere kwestie.
Indertijd is aan het kerkbestuur voor de bouw van deze kerk een niet on
aanzienlijk subsidie verleend. Toen de kerk verkocht ging worden zijn er
besprekingen geweest hoe het met dit subsidie moest, omdat dit subsidie
eigenlijk afgestemd was op een gebruik van het gebouw als kerk gedurende
30 jaar. Nu het gebouw slechts 10 jaar als kerk is gebruikt meende het
College, dat het redelijk was, dat het kerkbestuur een gedeelte van het
subsidie terugbetaalde.
Op een gegeven moment bleek, dat de kerk verkocht ging worden zonder
dat er ten aanzien van de subsidie een regeling was getroffen. Toen
heeft het College om zich te informeren en om met afgeronde voorstellen
te kunnen komen aan de gegadigden gevraagd of zij bereid zouden zijn, in
dien er al een bestemmingswijziging zou komen, om de gemeente op dit
punt schadeloos te stellen. Daarna kwam de bestemmingswijziging in de
Raad aan de orde en unaniem werd gezegd, dat de bestemming niet gewijzigd
moest worden. Zo is de gang van zaken geweest. En de vraag is nu of de
bestemming alsnog gewijzigd moet worden om een supermarkt mogelijk te
maken, waartegen tal van bezwaren zijn aan te voeren.
ItËiïi&SÏMiaïSuièaS