31 In alle gevallen is dit advies openbaar. Minstens in die zin openbaar, dat het toegankelijk is voor de commissie. Dat dit advies er niet is geweest is vreemd en wordt door hem betreurd. Hij vraagt of hiervoor duidelijke redenen aanwezig waren, Hij heeft hiernaar willen vragen bij de Inspecteur, maar omdat deze sinds vorige week met ziekteverlof was, kon hij ook daar geen uitsluitsel krijgen over deze onaangename procedure. De VOORZITTER is blij van de heer Berger te hebben vernomen, dat hij deze verhoging met 10verantwoord acht. Financieel gezien is dat natuurlijk niet zo rooskleurig voor de gemeente. Het tekort ten opzichte van de ontvangsten aan onderwijsuitkeringen in verhouding tot de uitgaven is in 1971 niet onaanzienlijk. Van de zijde van de Raad voor de Gemeente- financiën en van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en ook door vragenstellers in de Tweede Kamer is herhaaldelijk bij de Minister aan gedrongen op verhoging van deze uitkeringen. Omdat onder de druk der omstandigheden de normen niet gehandhaafd konden worden is het meerdere malen voorgekomen, dat de vergoedingen met terugwerkende kracht werden verhoogd. In de toelichting op de Financiële Verhoudingswet i960 is hieromtrent gesteld, dat de voorgestelde uitkering lager onderwijs niet het karakter draagt van een specifieke onderwijsuitkering, doch een onderdeel is van de algemene financiële verhouding tussen Rijk en Gemeenten. In de memorie van toelichting wordt gezegd, dat het niet de bedoeling is dat de onderwijsuitkering als een op zichzelf staande uitkering wordt aangemerkt en als zodanig de materiële kosten van het lager onderwijs van elke gemeente afzonderlijk zou moeten dekken. In het geheel van de uitkeringen moet deze echter die steun aan de algemene middelen van de gemeente geven, die met het oog op de ontwikkelingen van de uitgaven van het lager onderwijs nodig is. Het Departement heeft nog nooit de financiële verantwoordelijkheid vol ledig aanvaard, maar heeft steeds gesteld, dat deze verantwoordelijkheid bij de gemeenten ligt. Er worden normbedragen uitgekeerd en als de gemeenten daar niet mee uit komen, moeten zij uit andere middelen het surplus op de onderwijsuitgaven bekostigen. In de Kamer hebben zich hierover zeer heftige debatten af gespeeld, Er is voortdurend gepoogd de Minister te ontlokken, dat het een doeluitkering betrof, maar de Minister heeft het woord doeluitke ring tot op heden volledig genegeerd. Of er bij het Ministerie een kentering verwacht mag worden is niet te voorzien, maar volgens de letter van de wet kan er niets worden afge dwongen. De druk is ieder jaar in de Kamer aanwezig, ook van de Ver eniging van Nederlandse Gemeenten evenals van de Raad voor de Gemeente- financiën, maar de Minister heeft het idee van doeluitkering nog steeds niet willen overnemen. Het gebrek aan coördinatie tussen de verschillende gemeenten Is een moeilijke zaak, ómdat men hier op het terrein van de autonomie van de gemeenten zit, waarin niet gemakkelijk getornd zal worden. In het land zijn er toch wel groepen van gemeenten, zoals bijvoorbeeld in Zuid-Limburg, die gezamenlijk hun advies uitbrengen aan de Raden over de hoogte van het bedrag oer leerling. Als er in het regio-overleg verder vorderingen worden gemaakt zou er ook hier aan te denken zijn. Dan zal echter heel voorzichtig gemanouvreerd moeten worden en met volledige medewerking van de betreffende gemeenten. Ten aanzien van het ontbreken van het advies van de Inspectie, kan hij mededelen, dat de Inspecteur niet aan B. en W. en ook niet aan de Raad heeft geadviseerd.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1971 | | pagina 213