17
De heer A.J.FRANKEN zou in tweede instantie allereerst enkele sprekers
willen antwoorden.
Zo kan hij de heer Leijs mededelen, dat hij met de andere leden van de
commissie ad hoe geen overleg heeft gepleegd over het wijzigen van het
prae-advies. Wel heeft hij voorgesteld om wanneer de deuren zijn geslo
ten dan beslist geen stemming verplicht voor te schrijven. Hij betreurt,
dat hieromtrent een misverstand is ontsteen.
Wel heeft hij overleg gepleegd met zijn fractiegenoten.
De heer Broos kan hij mededelen, dat hij beslist geen moeite heeft met
de oplegging van een voorlopige geheimhouding. Indien de wethouder dit
in een besloten vergadering nodig mocht oordelen zal hij zich daar bij
neer kunnen leggen.
De betogen van de heren Gorrissen en Westerhof worden door hem voor
100% onderschreven.
Zijn fractie wil beslist niet uitgaan van wantrouwen tegen het College.
Ook het vertrouwen in elkaar vindt hij van het grootste belang.
Spreker wil aan de Raad een motie overleggen en verzoekt om puntsge
wijze stemming over deze motie, zodat er tot een besluit gekomen kan
worden.
De motie is van de volgende inhoud:
„De Gemeenteraad van Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 26 februari
1971;
gezien het rapport van de commissie, ad hoe ter bestudering en nadere
uitwerking van de motie Wilbers;
gezien het prae-advies van het College van Burgemeester en Wethouders
inzake het rapport van deze commissie ad hoe;
besluit
1conform het rapport van de commissie ad hoe de gehele vergadering
van de commissies openbaar te doen zijn, met uitzondering van de
commissies van financiën en het grondbedrijf, waarbij de mogelijkheden
om in besloten vergadering te gaan volgens de aanbevelingen van de
commissie ad hoe worden aanvaard.
De openbaarheid zal overeenkomstig zijn als voor de Raadsvergaderingen.
2. Met betrekking tot het houden van een besloten commissievergadering
wordt de eerste zin van pagina drie van het advies van de commissie
ad hoe als volgt gewijzigd:
„Nadat de deuren zijn gesloten kan de commissie beslissen of aan de
hand van de aangevoerde motieven de vergadering gesloten zal zijn".
3. de commissies kunnen aan de Raad verzoeken adviseurs te mogen horen.
Het College van Burgemeester en Wethouders dient een dusdanig ver
zoek steeds van een prae-advies te voorzien.
met uitzondering van bovenstaande punten het rapport van de commis
sie ad hoe en de aanbeveling van het College van Burgemeester en
Wethouders te aanvaarden en het College te verzoeken de gewijzigde
statuten in de eerstvolgende vergadering van de Raad aan de orde
te stellen;
5. deze besluiten onmiddellijk te doen laten ingaan".
De heer WILBERS zegt reeds in eerste termijn een motie aangekondigd te
hebben. Deze motie en de motie Franken overlappen elkaar vrij aardig,
zodat hij het daarmee volkomen eens kan zijn.
Het woord vertrouwen is bij herhaling tijdens de discussies gevallen en
hij dacht, dat de zaak een beetje werd omgedraaid. Er ligt een prae-
advies, w-aaruit een onvoldoende vertrouwen van het College in de Raad
spreekt. Daar moet van worden uitgegaan, en zo is het door hem ook ge
steld. De uitgangspunten van de commissie ad hoe zijn juist op vertrou
wenskwesties teruggedraaid door het College. Nu is door de heer Wester-