10
Van de opmerking van het College, dat in een volgende vergadering con
crete voorstellen zuilen komen voor de benoeming van niet- Raadsleden
conform het rapport van de commissie ad hoe heeft hij goede nota genomen.
Tot slot dan de opmerking,, die het College plaatst met betrekking tot het
benoemen van eigen deskundigen door een commissie
Het College zegt, dat er geen adviseurs mogen worden gehoord, tenzij met
toestemming van het College.
Nu kan hij de mening van het College op zakelijke gronden begrijpen.
Natuurlijk kan het niet wenselijk zijn, dat deskundigen tegen elkaar worden
uitgespeeld al kan men zich. afvragen of daardoor niet een juistere me
ningsvorming kan ontstaan. Hij is het echter niet eens met de manier,
waarop .het College zich meent te moeten uitdrukken.
Hij betreurt het gestelde: „Geen adviseurs tenzij wij het goedvinden".
Hij zou hiertegenover een juistere zin willen stellen: „Eerst adviseurs
indien de Raad het goedvindt".
Hij zou het College toch willen vragen deze zin te willen wijzigen. Om
terzake tot een positieve oplossing te komen zou de Raad en het College
voor willen stellen de mogelijkheid, van het horen van deskundigen open
te laten, doch wel te bepalen, dat de Raad in zijn geheel beslist of dit
wordt toegestaan, hetgeen zijns inziens ook noodzakelijk is, indien deze
handeling kosten met zich medebrengt. Het College van B. en W. ook be
horende tot de Raad kan dan nooit worden verrast en kan tijdig eventuele
bezwaren kenbaar maken.
De heer WILBERS zegt het jammer te vinden, dat de gemeentesecretaris
in de Raad geen stemrecht heeft, want na hem beluisterd te hebben bij
een andere gelegenheid meent hij, dat deze ongetwijfeld de nota van de
commissie ad hoc in zijn geheel overgenomen zou hebben. Hij hoopt, dat
de gemeentesecretaris zich zal beperken in zijn adviezen aan de Voor
zitter. In de vorige Raadsvergadering is vertrouwen gevraagd onder andere
ook van zijn fractie ten aanzien van het democratiseringsbeleid van het
College. Het voorliggende advies durft hij een flutadvies te noemen en
hij is bijzonder blij, dat hij op geen enkele manier ten aanzien van demo
cratisering aan dit College vertrouwen heeft gegeven.
Door dit prae-advies toont men duidelijk, dat men dit niet waard is.
Hij wil er slechts een paar opmerkingen over maken. In tweede instantie
kan hij er dieper op ingaan en zonodig een motie indienen.
Zijn fractie is in ieder geval van plan om niet mee te doen aan een stem
ming over dit prae-advies. Zijn fractie kan accoord gaan met de uitslui
ting van de commissies voor de financiën en het grondbedrijf van open
baarheid. Dat de overige commissies slechts openbaar zijn voor wat be
treft de toegezonden raadsstukken heeft niet zijn instemming. Evenals
de heer A.J .Franken kan hij daarmede niet accoord gaan. Hij ziet niet in
waarom dat zou moeten en een en ander zou ook inhouden, dit de rond
vraag besloten zou zijn. Sommige raadsstukken worden laat opgemaakt en
laat op de agenda geplaatst. Dat wordt steeds geaccepteerd, maar er is
geen enkele reden om te aanvaarden, dat deze later op de agenda ge- -
plaatste punten in een besloten vergadering behandeld moeten worden.
Hij ziet ook het gevaar, nu men kennelijk de Raad niet het ^gewenste ver
trouwen wil geven, dat wethouders op een gegeven moment geen voorselec-
teren, welke stukken ineens en welke stukken later op de agenda ge
plaatst zullen worden.
Wanneer men zaken liever besloten wenst te houden dan plaatst men die
op een aanvullingsagenda. Hij constateert dit als een mogelijkheid.