9
Toch meent hij, dat de standpunten in feite niet zover uitelkaar liggen.
Er is geen enkel verschil van mening, dat de wethouder vertrouwelijke
mededelingen moet kunnen doen. Er is geen verschil van mening, dat het
College van B. en W. en de Raad terwille van openbaarheid van elkaar
moeten vervreemden,
Iedereen is van mening, dat de commissies constructief moeten kunnen
blijven werken.
Hét punt waarover geen eensgezindheid bestond was de vraag of de voor
zitter dwingend kan eisen, dat een vergadering besloten wordt. Als men
nu spreekt en hier in deze Raad moties aanneemt over inspraak en demo
cratisering dan is eenzijdigheid in bestuursvorm hiermede wel in tegen
spraak.
Hij weet wel, dat dit niemand in deze Raad bedoelt, maar daarom moet
men toch trachten een voor een ieder aanvaardbare oplossing te vinden.
Hij zou daarom de Raad willen vragen ermede accoord te gaan, dat de
eerste regel van het rapport van de commissie ad hoe als volgt gewijzigd
wordt
„Nadat de deuren zijn gesloten kan de Commissie aan de hand van de hier
voor aangevoerde motieven beslissen of de vergadering besloten zal zijn".
Dat „kan" houdt in, dat niet persé een stemming moet komen.
De heer LEUS vindt dit een vreemde zaak» Dit is zo niet in de commissie
ad hoe afgesproken.
De heer A.J.FRANKEN antwoordt, dat de heren Broos en Leijs tegen waren.
De meerderheid van de Commissie heeft dit zo geformuleerd.
Bij nadere beschouwing vindt spreker, dat de redactie niet exact de wens
van de meerderheid der commissie uitdrukt. Hij meent de moed dit te cor
rigeren
Indien er nu nog bezwaren zijn tegen deze gewijzigde zin dan zou hij er
toch nog wel op willen wijzen, dat men wettelijk maar moeilijk tegen kan
zijn. Immers staat in artikel 49 van de gemeentewet, dat de vergadering
beslist of met gesloten deuren wordt vergaderd. Bedoeld artikel handelt
weliswaar over vergaderingen van de gemeenteraad, maar het College stelt
zelf, dat de openbaarheid van de commissies dezelfde dient te zijn als
die van de Raad. Overigens blijken de bedoelingen ten aanzien van open
baarheid ook duidelijk in artikel 64, lid 2, van de gemeentewet, waarin
ook staat: De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal
worden "vergaderd". Hij realiseert zich, dat dit artikel slaat op com
missies met andere dan adviserende bevoegdheden, doch hij wil aantonen,
dat zodra in de gemeentewet sprake is van openbaarheid men onmiddellijk
de zin aantreft dat de commissie beslist of er met gesloten deuren wordt
vergaderd.
Ten slotte zou hij er nog op willen wijzen, dat in practisch alle verorde
ningen van de bestaande commissies staat, dat besluiten bij meerderheid
van stemmen genomen worden. Een besluit met een stem kan hij er niet in
terug vinden»
Hij zou het College en de Raad toch willen vragen er mede accoord te
gaan, dat de commissies kunnen en dus niet behoeven te besluiten of de
vergadering besloten worden.
Een stemming op verzoek van de voorzitter is derhalve niet noodzakelijk,
maar wel mogelijk. Hij heeft vertrouwen in iedereen van deze Raad, in
clusief het College, dat men de redelijkheid en de wenselijkheid van een
verzoek van een voorzitter als nuchtere en zakelijke bestuurders zal
billijken.
Hij zou ook het College willen vragen de Raad alle vertrouwen te geven.