10
jjDiverse Processen-verbaal van kasopnamen in het derde en vierde
kwartaal 1970°
Voorgesteld wordt de stukken a t/m jj voor kennisgeving aan te nemen.
Ten aanzien van punt e. merkt de heer PASSIER op, dat inzake de onthou
ding van goedkeuring voor de 2.500.000,voor de uitvoering van de
2e fase van de aanleg van het combibad, bij hem de vraag rijst binnen
welke termijn deze 2e fase voltooid kan zijn.
De heer VAN HEIJST zegt geen termijn of datum van realisering te kunnen
noemen. Het is nog niet bekend hoe groot het bedrag voor de toewijzing
over 1971 aan financieringsmiddelen zal worden, terwijl ook niet bekend
is voor welke objecten deze zullen worden toegewezen. Omdat ook reke
ning gehouden moet worden met de fianciering van het opspuiten van het
Noordlandwijst hij er op, dat 1971 wel eens een moeilijk jaar zou kunnen
worden. Hij gelooft namelijk niet, dat voor dit object in zijn geheel af
zonderlijke financieringsmiddelen beschikbaar zullen worden gesteld, zo- -\
dat de financiering van andere objecten enigszins in het gedrang kan
komen.
Vandaar, dat hij geen termijn durft noemen, binnen welke de 2e fase van
het Combibad voltooid zal zijn, ofschoon het College alles in het werk
zal stellen om alles zo vlot mogelijk te laten verlopen.
De heer PASSIER verneemt gaarne wat eigenlijk de functie van de zonne
weide is.
De heer VAN HEIJST antwoordt, dat dit onderwerp apart aan de orde komt
onder punt 16 van de agenda.
Ten aanzien van punt ee. spreekt de heer DE JAEGER er zijn verwondering
over uit, dat deze brief gewoon onder de ingekomen stukken wordt gerang
schikt. Hij had eerder verwacht, dat deze een apart punt op de agenda had
uitgemaakt, temeer omdat hierover in de oktobervergadering van de Raad
uitvoerig is gediscussieerd.
Het schrijven van de Vereniging voor katholieke gezinsvoogdij en patronage
vindt hij erg summier en daaruit blijkt, dat de Vereniging hoogstwaar
schijnlijk de weg niet heeft kunnen vinden om de juiste inlichtingen te
verkrijgen. Zou dit wel het geval zijn geweest, dan had de Vereniging al
drie of vier maanden geleden kunnen voorzien of op subsidie kon worden
gerekend en tot welk bedrag.
In het schrijven wordt beweerd, dat de Vereniging nog een tekort zou
hebben van 9,000,a 5.000,--, om te slagen over 33 gemeenten.
Hij vindt het vreemd, dat de Vereniging al rekent op toekenning van het
subsidie. Hij is van mening dat er toch wel wegen gevonden kunnen worden
om dit in feite toch luttele bedrag op een andere wijze te dekken.
Hij spreekt zijn bewondering uit voor de houding, die het College in deze
aangelegenheid heeft aangenomen. Indien de Vereniging met een subsidie
aanvraag komt is het zaak deze zeer kritisch te bekijken.
De heer WILBERS kan niet zeggen, dat hij bewondering heeft voor de hou
ding van het College, omdat hij gelooft, dat er gewoon geen houding is*-
Het College heeft een mededeling gekregen en hoeft ten aanzien hiervan
geen houding aan te nemen of een standpunt te bepalen.
Helaas blijkt, dat de Raad er al de nodige tijd aan heeft gespendeerd.
Bij uitzondering is hij het thans volkomen met de heer van Heijst eens,