22
Het zou geld weggooien zijn als inen nu ineens met andere ideeën komt en het zou
bovendien betekenen, dat men de architecten van het kastje naar de muur stuurt.
Hij wijst ook op de grondverwerving voor de achterbouw. De secretarie kampt met
een enorm ruimtegebrek en door de realisering van een achterbouw zal dat wor
den opgeheven. Men kan dan ook be kijken, welke diensten er bij voorbeeld in een
centrale hal eveneens ohdergebracht kunnen worden Ook ten aanzien van de gebouwen
van de diensten zit men natuurlijk met aangegane verplichtingendie niet zomaar af
gestoten kunnen worden. Hij meent, dat men de uitgestippelde lijn moet blijven
volgen en moet voortgaan op de ingeslagen weg.
Een voorlichtingsblad hoort tot de ideeën, die in ontwikkeling zijn. De fre
quentie van dit blad is uiteraard nog niet bekend. De moeilijkheden bij de poli
tie zitten vooral bij de geüniformeerde straatpolitieWanneer de mensen een
bepaalde staat van dienst hebben of bepaalde kwaliteiten hebben ontwikkeld,
dan gaat men vaak naar een gespecialiseerde dienst, zodat men steeds blijft
zitten met de moeilijkheid van het aantrekken van straatagenten. Daar schuilen
juist de moeilijkheden. Daarvoor is zelfs een landelijke wervingsactie op touw
gezet, waarvan men hoopt, dat die resultaten oplevert. Er is in Bergen op Zoom
thans één vrouwelijke brigadier voor onder andere de kinderpolitie. In Bergen
op Zoom zijn geen vrouwelijke agenten aangesteld, omdat bij een betrekkelijk klein
korps iedere agent voor elke taak bruikbaar moet zijn. Men zal inzien, dat be
paalde politietaken en vooral op straat niet door vrouwen vervuld kunnen wor
den. De bezetting van de straatdienst is in Bergen op Zoom zo gering, dat
iedere agent elke taak moet kunnen vervullen. Dit geldt ook voor verkeersagen
ten. Er zijn geen agenten beschikbaar om op vaste perioden van de dag als ver
keersagent op te treden. Dat ligt niet aan de kwaliteit van de mensen, maar
men kan hen niet permanent op een plaats inzetten. Bij het bereiken van de
40.000 inwoners mag de sterkte van het korps iets worden opgevoerd, maar daar
heeft men niet veel aan als men de vacatures niet kan opvullen.
Bij de industrialisatie wordt er wel geadverteerd, maar men moet daar niet te
veel van verwachten. Eventuele gegadigden oriënteren zichzelf bij bijvoorbeeld
het Economisch Technologisch Instituut en bij het departement. Zij bekijken de
diverse vestigingsplaatsen en passen een eerste selectie toe. Daarna wil men
pas benaderd worden. Komt men eenmaal aan de deur dan moet men alle mogelijke
service verlenen. Het idee van een industrie-ambtenaar is dan niet erg geluk
kig, want tot nu toe is steeds gebleken, dat een ontvangst door een geheel
College bijzonder op prijs wordt gesteld. Van dat College maakt deel uit de Bur
gemeester, de gemeentesecretaris, de hoofdambtenaren van de afdelingen, de
Directeur van gemeentewerken en die van de gemeentebedrijven en eventueel de
Commandant van de Brandweer. Afschuiven naar een ambtenaar zou naar zijn mening
een slechte politiek zijn. Men moet steeds met een team klaar staan en hij dacht
dat aangetoond was, dat met dat team op een gegeven moment wel iets bereikt
kan worden.
De inschakeling van de r es ervepol it ie geschiedt op basis van vrijwilligheid.
Een reserve-politieman heeft niet veel ervaring in het omgaan met publiek.
Vandaar, dat zij steeds samen met een beroepsman optreden. Bij bepaalde gelegen
heden wordt de reservepolitie ingeschakeld, maar men kan dat niet in alle ge
vallen doen.
Terugkomend op het propaganda maken voor Bergen op Zoom kan hij nog mededelen,
dat de mogelijkheden om reclame te maken door middel van T.V.-spots worden on
derzocht. Hij hoopt daarop bij de werkgevers nog eens terug te mogen komen.
Met betrekking tot de werkgelegenheid moet- hij stellen, dat het GAB-rapport
geen strikt wetenschappelijke betekenis heeft. Het rapport is toch een zeer
nuttig instrument in het gesprek met industrieën. Uit het rapport blijkt, dat
er thans een bepaalde arbeidsreserve is, die aan de krappe kant is. Van in
dustriële zijde zou men dus kunnen zeggen, dat er geen nieuwe bedrijven aange
trokken moeten worden. Dit rapport bewijst enerzijds, dat de arbeidsmarkt inder
daad krap is, maar dat komt door de pendel, maar anderzijds, als er niet meer
werkgelegenheid komt, dat de nieuwe arbeidskrachten door vergroting van de
pendel opgevangen moeten worden.
De teneur van het rapport is eigenlijk, dat de ruimte op de arbeidsmarkt wel
degelijk groeit en als zodanig is het rapport een heel nuttig instrument,