1 8 Ten aanzien van het grondbedrijf is hij het met de wethouder eens, dat het een kwestie van optimaliseren is. De vraag is wat zwaarder weegt, de prijsstijgingen of de rentebijschrijvingen, of het in een laat stadium aankopen van gronden, waardoor de vraagprijs dikwijls overtrokken wordt. Hij is het in grote lijnen eens met het beleid van de wethouder op dit terrein, al blijft voorzichtigheid in het grondaankoopbeleid geboden. Ten aanzien van Reimerswaal wil hij eerst een opmerking vooraf plaatsen, namelijk dat het rapport van de studenten, waar terloops al over gesproken is, niet al leen een rapport van die studenten is, maar van sociologen, studenten en stede bouwkundigen en dat het voorts gebaseerd is op het rapport, dat Bergen op Zoom ten aanzien van 'Reimerswaal heeft samengesteld. Er is door de Voorzitter gezegd, dat Reimerswaal van iedere irrealiteit is ontbloot. Hoe goed de plannen ook zijn, iedere belanghebbende zal toch prijs stellen op inspraak en zal vooraf betrokken willen worden bij de introductie van een dis cussienota op dit gebied. Als Minister Bakker de ene keer - op 13 januari j.l, - beslist andere nuances aanbrengt dan de andere keer - op 17 januari j.l., dan kan hij tot geen andere conclusie komen dan dat de uitspraak van de Minister voor hem absoluut niet duidelijk is. In de nieuwjaarsrede werd over het Reimerswaalplan gesteld, dat 7 8 jaar be slist noodzakelijk zijn voor een goede voorbereiding van het plan, terwijl in 1978 met de uitvoering van het plan begonnen kan worden. Het is nu 1971, dus hoog tijd om er wat aan te gaan doen. Daarom stelt hij de vraag, wat er met zijn allen momenteel aan gedaan kan worden, want het is niet een zaak van het Col lege alleen. Er zijn in eerste instantie een aantal vragen gesteld, die door de betreffende wethouder onbeantwoord zijn gelaten. In de betreffende stencils zijn de vragen als zodanig misschien minder uit de verf gekomen en daarom wil hij ze nog wel eens herhalen. Zij luiden als volgt "Acht U het niet noodzakelijk in verband met de talrijke plannen, die ter voor bereiding, ter discussie of ter goedkeuring liggen, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening onder andere door een grotere vergaderfrequentie duidelijk meer bij deze materie wordt betrokken? Wilt U alsnog pogingen in het werk stellen om de inbreng uit de burgerij met betrekking tot bestemmingsplannen .te kanaliseren? Acties van WIM, BBB e.a.', mogen dan matig gewaardeerd worden, maar met welk recht geschiedt dit, want er zijn geen deugdelijke alternatieven genoemd of in het vooruitzicht gesteld. Vindt de heer Hartel het alternatieve plan alleen maar goed omdat het zoveel op het oorspronkelijke plan lijkt en van welke datum is de schriftelijke afwijzing van de Hema? Er is gesteld, dat de tegenstanders van het Paradeplan zoveel aan het woord zijn gekomen en dit is naar mijn oordeel onder andere een gevolg ge weest van de te late betrokkenheid van die zogenaamde tegenstanders, een uit drukking die hij niet helemaal kan begrijpen, want waarom worden deze mensen tegenstanders genoemd. Wordt zodoende de sfeer van het begin af aan al niet in belangrijke mate vertroebeld? Wat is concreet de opdracht van het Werkcomité, bestaande uit de Burgemeester, het Ravelijncomité, Menno van Coehoorn en de Bond Heemschut? Het feit, dat de kwekerij nog niet verplaatst kan worden impli ceert toch niet, dat er niet alvast gewerkt kan worden? De stelling, dat de wethouder van riiimtelijke ordening tot nu toe weinig over tuigend is geweest werd afgedaan met het verweer, dat men van tevoren niet weet wat er boven iemands hoofd hangt, maar voor het aanvaarden van het wet houderschap was toch reeds bekend wat de portefeuille van ruimtelijke ordening inhield Wat is een representatieve inspraakcommissie en wie bepaalt wat representatief is? Was het comité Ravelijn, waarvan de wethouder als geïnteresseerde lid was, wel of niet representatief? Heeft wethouder Hartel spijt, dat doctor Hartel toen zo actief was? De wethouder van i'uimtelijke ordening heeft gezegd een bijdrage aan de pendel te kunnen leveren. Impliceert dit, dat de wethouder van plan is ergens anders te gaan werken?

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1971 | | pagina 153