17 Wanneer er meer kwalitatief geschoolden zouden komen, kan het aantal pendelaars misschien ook verminderen. Het is eigenlijk precies als met een kruiwagen, als men die neerzet doet hij ook niets meer; men moet hem voortduwen, ïifethouder ïïartel heeft hem over het Parade-*-plan slechts geantwoord, dat een ondergrondse passage te duur zou zijn. Indien spreker er alleen iets over te vertellen had, dan zou hij er niet per se op staan. Maar een antwoord, dat het te duur is, vindt hij - en het spijt hem heel erg voor de sympathieke wethouder - een dooddoener. Hij is zelf geen bouwkundige, maar .men behoeft toch ook geen 25 meter onder de grond te bouwen. Omtrent zijn vraag over de verbindingen met Bergen op Zoom, namelijk of de be vordering van en toezicht op die verbindingen de taak van de V.V.V., het ge meentebestuur of de Winkeliersvereniging is, heeft hij van de wethouder nog geen antwoord ontvangen. De heer HELSLOOT zegt zoveel mogelijk in telegramstijl te zullen spreken om de inge stelde spreektijd indeling geen geweld aan te doen. Ten aanzien van de werkgelegenheid haalt hij het rapport van het Gewestelijk Ar beidsbureau aan, waarin is gesteld, dat de arbeidsintensieve bedrijven zeer kwetsbaar zijn. Vandaar, dat hij toch nog een aantal vraagtekens moet zetten ach ter de prognoses met betrekking tot de metaalnijverheid. Het daarin te verwach ten aantal arbeidsplaatsen voor de komende zes jaar zou naar zijn mening toch wel iets groter kunnen zijn. Uit de nieuwjaarsrede van de Voorzitter werd de opmerking geciteerd inzake de. kwalitatief hoog gewaardeerde bedrijven. Uit het antwoord is gebleken, dat hier gewoon sprake is geweest van een misverstand, omdat bedoeld werd hoog gekwali ficeerde arbeid. In de prognoses van het rapport van het GAB over de pendel en de werkgelegen heid in het algemeen, zijn niet opgenomen de gevolgen van de verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd. Hij dacht, dat de cijfers van het rapport ook op dat punt wel eens wat geflatteerd zouden kunnen zijn. Om enige paniek te voor komen is dat wel begrijpelijk, maar een oplossing wordt daardoor- zijns inziens niet geboden. De raming van de groei in de dienstensector, die een stuk bene den de norm blijft, is aan de voorzichtige kant. Een opmerking, die hij niet helemaal kan begrijpen is, dat de plaatselijke bedrij ven zouden moeten dienen als opvang voor de Bergse pendelaars. Men moet niet uit het oog verliezen, dat deze pendelaars in hoge mate ongeschoold zijn. Ten aanzien van het Havenbedrijf merkt hij op, dat dit bedrijf niet zo erg flo reert. Als wordt gezegd, dat 29 coasters de haven aandeden en dat dit er 5 meer waren dan vorig jaar, dan is dat procentueel gezien een hele vooruitgang, maar 29 of 34 maakt in feite toch niet zoveel verschil uit. Er is ook gesproken over het gebruiken van uitzendkrachten voor licht admini stratief werk in verband met het tekort aan personeel in deze sector. Spreker is van mening, dat er ook wel bekoorlijkheden uitgaan van het par t-t imewerk zodat men dit niet helemaal als een ongezonde situatie moet zien. Met betrekking tot de industrialisatie heeft hij geen antwoord gekregen op zijn vraag inzake de H.V. Maatschappij tot bevordering van industrievestiging te Bergen op Zoom. Zijn vraag is of deze maatschappij en de commissarissen, die er deel van uitmaken slechts een papieren taak hebben. Op het gebied van de financiën is hij zeer blij met de toezegging van wethouder Van Heijst dat vanaf 1972 aan de begroting een soort beleidsnota zal worden toegevoegd, die veel verder zal gaan dan de 9 pagina's tekst tellende nota van aanbieding bij de begroting. Hij vraagt zich af of er niets te doen is aan het feit, dat de gemeenten vaak moeten opdraaien voor zekere aarzelingen en inconsequenties van Gedeputeerde Staten. Dit is toch wel een droevige zaak. Het investeringsoverzicht, dat bij de begroting is gevoegd, geeft geen urgen ties aan, omdat de volgorde van urgentie aan het College wordt overgelaten. Hij heeft het antwoord gemist op zijn vraag, dat deze gang van zaken niet uit sluit, dat het College zich achteraf moet verantwoorden tegenover de Raad om trent de gekozen volgorde. Het antwoord daarop zou hij toch nog graag in tweede termijn vernemen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1971 | | pagina 152