16
Gezien een uitlating van een K.V.P.-er over de bejaarden ongeveer twee jaar ge
leden - en hij neemt dat nog steeds kwalijk - kan hij het niet rijmen, dat de
K.V.P. nu voor de bejaarden opkomt.
Hij zal blij zijn, als de kwestie met de sociale werkplaats uit de doeken zal zijn
gedaan en hij hoopt, dat de wethouder hiervoor zijn best zal doen. Namens ver
schillende leden en het bestuur van "Het Zorgenkind" zegt hij te hopen, dat de
mensen op 'de werkplaatsen inderdaad een menselijke behandeling krijgen. Men heeft
hier te doen met gehandicapten en om bij deze mensen een jaagsysteem toe te pas
sen vindt hij beneden alle peil. Voor hem is het de vraag of het nog wel een so
ciale werkplaats is als men de omzet wil verdubbelen en als er mensen uitgaan,
die het er niet meer kunnen kroppen. Hij vraagt hier aandacht aan te besteden,
want het loopt de spuigaten uit.
Over wat hij gisteravond over de K.V.P.-ers heeft gezegd, heeft hij nog geen ge
wetensbezwaren. Het is toch wel ingeslagen als een bom gezien de reacties, die
erop gekomen zijn. Men heeft zelf kunnen constateren hoe teleurgesteld de voor
zitter van het N.K.V., de heer Mertens, was na het aannemen van de loonmaatre
gel. Nu kan men wel stellen, zoals de heer Gorrissen, dat men de organisatie
trouw blijft, maar dat is voor hem nog een vraag. De heer Van Kessel, nummer 15
op de K. V. P.-lijstheeft hls hij goed is ingelicht, bedankt voor de K.V.P. en
dit alleen vanwege die loonmaatregel. Er zijn er nog wel meer. Hij gelooft ove
rigens niet, dat het ledenaantal nog zo denderend is. Misschien heeft men er
wel belang bij, maar dat is hein niet bekend. Als men de Stads Partij nog onder de
splinterpartijen wil rekenen, dan moet hij zeggen, dat deze partij de laatste
twaalf jaar haar bestaansrecht heeft bewezen. Ir is een andere wind gaan waaien.
Niet meer uit één richting, ofschoon de Stads Partij hard heeft moeten knokken.
Al wordt soms wel oens die indruk gewekt, de Stads Partij loopt niet aan een
handje van de K.V.P., De Stads Partij zal haar inbreng leveren voor de gemeen
schap zoals zij denkt dat het goed is. Dat heeft de Stads Partij altijd gedaan en
hij hoopt, dat ze dat zal kunnen blijven doen.
De heer RIKKEN zegt omdat hij woensdag-aan tijd gebonden was, nu van de gelegenheid
gebruik te willen maken om het even over de' haven en enige andere zaken te
hebben. Reeds voordat hij inzage van het loodsenrapport had, heeft hij bij het
binnenkomen van de haven geconstateerd, dat er niet voldoende diepte en breedte
was en zeker niet voor een coaster van 500 ton, dat er geen aanlooplicht in het
Bergse Diep was, dat de tonnen niet verlicht waren en dat men elkaar moeilijk
kon passeren. In de commissie heeft hij al gevraagd om zich de gevolgen eens
voor te stellen als er een tankertje aangevaren zou worden. Men kan eigenlijk
niet zonder gevaar in het donker op Bergen op Zoom komen. De toegang is dus
half werk. Een paar honderd jaar geleden, in de tijd van de poorters, moesten
de mensen ook voor het donker binnen zijn. Goede voorzieningen zullen des te
meer nodig zijn, omdat het Antwerpen-Rijnkanaal nog meer frequentie zal brengen.
Hij zou nog even willen inhaken op hetgeen de heer Wilbers heeft gezegd. Hij ci
teert uit diens algemene beschouwing inzake werkgelegenheid
"Intussen doet zich de paradoxale toestand voor, dat bedrijven zich op basis
van het structureel werkgelegenheidstekort misschien wel willen vestigen, maar
niet kunnen, omdat zij geen garantie hebben, dat zij op het moment van starten
over kwantitatief en kwalitatief voldoende arbeidskrachten beschikken".
Er zijn enige jaren geleden zeer vele gezinnen uit Bergen op Zoom vertrokken.
Deze mensen zouden uit de archieven gelicht kunnen worden en volgens beroep op
lijsten kunnen voorden gezet. Zij zouden door het gemeentebestuur of een toekom
stige industrie kunnen worden aangeschreven, dat er in verband met hun beroep
een kans bestaat, dat Bergen op Zoom ze hard nodig heeft. Ook zouden de ver
trekdata genoteerd moeten worden, want die het laatst is weggegaan, wil mis
schien het eerst weer terugkomen als men prioriteit op woongelegenheid zou
krijgen. Er zijn vele Bergenaren, die altijd spijt hebben, dat zij hun stad moesten
verlaten, hetzij vanwege familiebanden, hetzij omdat hun huidige werk- of woon
klimaat hen niet bevalt. Indien het gaat om werkgelegenheid en de zwakke groei
van onze bevolking te doorbreken, moet toch zeker een gemeente, evenals'een
onderneming in het bedrijfsleven, iets willen proberen. Er komt nog bij, dat zij
die vertrokken, nu niet bepaald de minsten waren.