1 4
Daaraan hebben 17 mensen gevolg gegeven. Dit kan geconstateerd worden aan de
hand van de presentielijst. Slechts 5 mensen zijn tenslotte bereid gevonden
hun handtekening te plaatsen onder het schrijven.
In werkelijkheid verdraait de wethouder de feiten door te stellen, dat 22 leden
onder auspiciën van St. Olof protesteren, terwijl in feite slechts 5 individua
listen hun mening kenbaar maken. Hier moet spreker ernstig bezwaar tegen maken.
De wethouder doet alsof deze actie als een paal boven water staat, maar in
werkelijkheid raakt zijn verdediging kant noch wal.
Het is toch wel bijzonder betreurenswaardig, dat de wethouder ter verdediging
zijn toevlucht moet zoeken in het verdraaien van feiten en zelfs niet schroomt
de naam van St. Olof als standsorganisatie te misbruiken.
Een ronduit zielige verdediging voert deze wethouder wanneer hij een aantal
positieve reacties van de bezoekers aanhaalt. Hij zou de wethouders willen vra
gen, of 90$ van 183 bezoekers hem het recht geeft om dan te spreken over 90$
van de bevolking.
los van het antwoord wil hij besluiten met op te merken, dat de middenstanders
hun'verantwoording hebben ten opzichte van onze prachtige stad. Stad van cul
tuur en oudheid. Ook de wethouder heeft zijn verantwoording. En zelfs een zware
verantwoording. Het gaat er niet om hoe vlug een plan gerealiseerd wordt, maar
hoe goed het gebeurt. Men moet in harmonie met het algemeen welzijn een beleid
voeren waarop men na realisering voor de eerste 100 jaar met trots en genoegen
kan terugzien.
Spreker vertrouwt erop, dat men van het ene gedeelte geen steenklompen maakt en
van het andere gedeelte geen puinhoop. Men heeft een grote verantwoording,
ook voor het nageslacht.
Wanneer over 5 jaar het Schelde-Rijnkanaal door de Ministers van België en Ne
derland officieel wordt geopend, wanneer Reimerswaal gestalte gaat krijgen, dan
dient dat te gebeuren in een evenwichtig gespreide en bewoonbare stad, in een
stad van klasse en cultuur, waaraan zelfs nieuwe steden als Roosendaal, Tilburg
of Eindhoven niet kunnen -tippen
Er is een tijd van zwijgen en een tijd van spreken, er is een tijd van vragen en
een tijd van eisen. Deze tijd eist een bestuur met talent en visie.
De heer DEUS heeft aan het gloedvolle betoog van de heer Verhoeven wéinig toe
te voegen
De heer De Jaeger heeft gelijk als hij over bejaardenwoningen spreekt. Met de
strekking van diens betoog is hij het echter niet eens. Het bouwen van bejaar
denwoningen in het centrum van de stad heeft grote consequenties, omdat de
grondprijs daar hoog is. Als een bejaardenwoning moet voldoen aan de eisen, die
de heer De Jaeger stelt, dan kan men beter normale woningen aan de bejaarden
verhuren, zoals bijvoorbeeld de Wilmaflats. Hij is blij, dat de woningbouwvereni
ging destijds bejaardenwoningen heeft gebouwd toen de gemeente dat niet kon
doen in verband met de zogenaamde bouwstromenwaarin een bepaald aantal wo
ningen gebouwd moest worden om de toeslagen te krijgen en zodoende meer wonin
gen te kunnen bouwen tegen een aanvaardbare prijs. De bouw van bejaardenwonin
gen door de woningbouwvereniging kan hij volledig onderschrijven.
Hij vindt het een vreemde zaak als de heer De Jaeger stelt, dat een aantal
K. VP -Raadsleden eigenlijk voor de K.V.P. hadden moeten bedanken. Er is in
wezen een loonmatiging ingevoerd, omdat het bedrijfsleven was verzocht om matig
te zijn in de looneisen voor het eerste halfjaar van 1971. Als men nu voor die
matiging heeft gestemd, dan moet hij er de heer De Jaeger toch op wijzen, dat de
K.V.P. niet alleen uit werknemers bestaat, maar ook nog uit andere groeperin
gen. Daarbij komt en de heer Mertens heeft dat zelf gezegd, dat de vakbondsmen
sen deze zaken uiteraard subjectiever zien. Als Tweede Kamerlid moet men naar
het algemeen belang kijken. Dat vakbondsmensen deze zaken subjectief zien is
reëel, want daar worden ze voor betaald. Men moet de vakorganisatie en de po
litieke organisatie los van elkaar zien, want de belangen liggen heel anders.
In dit licht vindt hij de manier, waarop de heer De Jaeger de zaak naar voren
brengt, niet juist.
Ten aanzien van de woonwagenbewoners deelt hij de mening van de heer Broos
absoluut niet.