11
Bij net naslaan van de gemeentewet heeft zij in artikel 129 alleen maar gevonden,
dat het College enkel verantwoording verschuldigd is aan de Raad en aan deze de
nodige inlichtingen moet verschaffen. Maar hoe staat het nu met elk afzonderlijk
Raadslid
De VOORZITTER antwoordt naar aanleiding hiervan, dat het College inderdaad al
leen verantwoording verschuldigd is aan de Raad en niet aan de individuele
Raadsleden
Bij de Raadsstukken liggen als regel alle bescheiden, die noodzakelijk zijn om een
goed inzicht te kunnen krijgen in het aan de orde gestelde onderwerp.
De heer BIOKS brengt zijn dank aan het College voor de gegeven antwoorden en de
verschafte informatie. Een goede taakvervulling brengt natuurlijk kritiek over
en weer met zich mee.
Zo heeft hij zijn bezorgdheid over de werkgelegenheid en de industrialisatie ge
ventileerd en hij heeft dit niet op losse gronden gedaan. Hij wil niet in herha
lingen treden, maar er wel op wijzen, dat hij niet in zijn bezorgdheid alleen
staat.
Ruim een jaar geleden heeft een politicus van formaat, namelijk de heer Schmel-
zer, bij de politieke beschouwingen in de Tweede Kamer nog eens extra aandacht
gevraagd voor de regiones en met name gepleit voor een krachtig beleid voor
Zuid-West Hederland.
Uit het betoog van de Voorzitter heeft hij niet vernomen, maar wel begrepen, dat
het College zijn suggestie met betrekking tot het industrialisatiebeleid te ver
regaand acht. Hij heeft niet gesteld, dat een industrialisatiebeleid te voeren
zou zijn door het plaatsen van advertenties. Als onderdeel van het pakket van
maatregelen ziet hij het echter wel als iets nuttigs. Het zou heus de eerste
keer niet zijn, dat de aanzet voor een nieuwe vestiging het gevolg is van een
dergelijke advertentie.
Met betrekking tot de woningbouw is gesteld, dat men het aantal gebouwde wo
ningen niet over één, maar over meerdere jaren moet bezien. Het is maar hoe
men het bekijkt, maar hij blijft van mening, dat de laatst bekende cijfers die over
1970 zijn, en dat die als uitgangspunt moeten worden genomen. Een zaak, die
faillietgaatis en blijft een slechte zaak, en de crediteuren i.e. de woning
zoekenden komen dan niet aan hun trekken.
De heer BROOS meent, dat de beantwoording van de in de algemene beschouwingen
gestelde vragen onvoldoende is geweest, omdat een van de nieuwe wethouders nog
niet is ingeschoten en nog niet beschikt over de politieke geroutineerdheid,
die een dergelijke functie vereist.
De meest volledige antwoorden op de door hem gestelde vragen waren afkomstig
van de Voorzitter. Hij staat achter het door de Voorzitter naar voren gebrachte
politievraagstuk. Hij zegt, indien mogelijk, een ruimere inschakeling van de
reservepolitie voor te staan. Hij merkt op, dat de portefeuille van ruimtelijke
ordening door haar structuur en de persoonlijke belangen, die er vaak mee ge
moeid zijn, het gemakkelijkst te bekritiseren is. Eet is dan ook niet te verwon
deren, dat meer dan op de andere portefeuilles, hierop het afweergeschut staat
gericht. Hij zou de vragen, die door hem in eerste instantie bij de algemene be
schouwingen zijn gesteld en waarop hij geen of geen afdoende antwoord heeft ge
kregen, willen herhalen. Deze hadden betrekking op de haven, de dienst voor
Sociale Zaken, de periodieke controle op de bejaardentehuizen door een neutrale
commissie, het aantrekken van kaderpersoneel bij de sociale werkplaatsen, de
sporthal en de illegale vuilnisstortplaatsen.
Omtrent het laatste onderwerp werd door de wethouder geantwoord, dat het vuil
regelmatig wordt opgehaald. Het gaat hem echter niet om het ophalen van het
vuil, maar over het constateren van illegale stortplaatsen en welke maatregelen
daartegen kunnen worden genomen.
De heer WESTERHOF wil, om de zaak kort te houden, slechts op één van zijn vra
gen in eerste instantie gesteld, nader ingaan en wel die over de woningbouw.
Hij heeft gesteld, dat 80 tot 851» van de bevolking laagbouw prefereert. De wet
houder gaat nog een stapje verder en zegt dat dit waarschijnlijk wel 87lrfo is.