8
Er moeten evenwel mogelijkheden voorhanden zijn om de doorstroming te kunnen rea
liseren. In dit verhand is het heel belangrijk, dat er tijdig met de Woningbouw
vereniging contact opgenomen wordt om de doorstromingsmogelijkheden te verwezen
lijken
Aangaande het woonwagencentrum heeft wethouder Van Kaam gesteld, dat een basis
van vertrouwen tussen het College en de centrumbewoners nooit te verkrijgen is.
De argumentatie, dat ook de twee maatschappelijke werkers dat vertrouwen niet
hebben, doet nu niet bepaald sterk aan. Als een dergelijk centrum trouwens zo
veel problemen met zich brengt dan is een sociologisch onderzoek naar de
aspecten van de houding van de gemeente en de centrumbewoners zeker op zijn
plaats. Temeer daar Bergen op Zoom nog zeer lang een woonwagencentrum op haar
grondgebied zal hebben.
Op de kritiek op het welzijnsbeleid vferd door wethouder Van Kaam geantwoord,
dat deze kritiek ten onrechte was geuit. De Stedelijke Raad voor Maatschappelijk
Opbouwwerk maakt ogenschijnlijk zelf de dienst uit. Van een wethouder mag toch
wel verwacht worden, dat hij met bestuurskracht zijn eigen visie als bijdrage in
die Stedelijke Raad moet kunnen leveren. Over deze materie werd door hem gezegd,
dat het opbouwwerk de problemen niet oplost. Dat is wel juist, maar de proble
men zullen er toch wel kleiner door gemaakt worden.
Aangaande zijn uitlating, dat het gezien de financiële situatie een onmogelijk
heid is om een beleid op langere termijn te plannen, moet spreker toch opmerken,
dat er een wezenlijk onderscheid gemaakt moet worden tussen visie en beleid.
Daarbij komt nog, dat het in andere gemeenten blijkbaar wel tot de mogelijkheden
behoort
Ten aanzien van het door de wethouder gestelde, dat de Stedelijke Raad misschien
gewijzigd moet voorden in een Regionale Raad voor Zuid-West-Brabant, meent spre
ker, dat de wethouder steun zoekt bij de uitlating, die de heer Massar op een
bijeenkomst heeft gedaan.
De heer Massar heeft - en met hem diverse andere leden - gepleit voor handha
ving van de Stedelijke Raad, omdat in deze stad wel degelijk nog veel op het
terrein van het opbouwwerk valt te doen.
De reactie van de wethouder op de brief van de werkgroep uit Bergen-Oost is
zeer verbeten, wanneer deze constateert, dat de brief is gericht aan de Raads
leden en niet aan het College van Burgemeester en Wethouderseen aantal losse
aanwijzingen ziet, die het werk vertragen en daarbij enkele vragen stelt, zoals
wat men onder Bergen-Oost moet verstaan en wat zijn de kosten van het onderzoek
en wie moeten dat doen. Alleen de toon, waarop deze vragen zijn gesteld, spreekt
al boekdelen.
Als deze feiten nuchter achter elkaar worden gezet, dan is de gang van zaken
als volgt.
Een aantal mensen uit Bergen-Oost en het zijn zeker niet de eersten de besten,
constateert, dat er aan de sooiale wijkopbouw in Oost nogal het een en ander
mankeert. Zij brengen enkele problemen onder de aandacht van de Raadsleden.
Enkele van deze Raadsleden brengen bij de algemene beschouwingen deze brief aan
de orde in de hoop, dat de wethouder de toezegging doet eens te gaan praten
met deze werkgroep. Men kan alleen maar concluderen, dat enkele burgers een
aantal zaken ter kennis van de Raadsleden brengen en dat dezen niets anders
doen dan deze brief aan de orde stellen. En wat is daar op tegen vraagt
spreker zich af, want men is lid van de Raad, omdat men gekozen volksvertegen
woordiger is. Hij moet dan ook constateren, dat de reactie van de wethouder op
dit schrijven ronduit onvoldoende is. De terminologie, waarin deze brief wordt
afgedaan, past hem slecht. Daarom verzoekt spreker de wethouder diens mening
over de brief en de vragen die daaromtrent gerezen zijn op korte termijn te be
spreken met de schrijvers ervan.
Voor de toezegging van de tweede haven, al is die niet op het Noordland gepro
jecteerd, wil hij zijn dank uitbrengen aan wethouder Kartel.
Hij hoopt, dat de experimentele woningbouw in "Meilust" nog eens grondig met de
stedebouwkundigen bekeken zal worden, omdat de mogelijkheden ertoe aanwezig blij
ken te zijn.
Op de welstandscommissie wil hij niet al te diep ingaan. Alleen een wat grotere
controlemogelijkheid en meer inbreng van de Raad zou hij zeer op prijs stellen.