M A Hij vindt het verheugend, dat de heer Van Heijst meent, dat er een Raad voor jeugd- en jongerenwerk moet worden opgericht en zulks zelfs voor half 1971. Hij hoopt, dat hier dan ook een verbinding gelegd zal worden met de Stedelijke Raad voor Maatschappelijk Opbouwwerk, Hij meent, dat er zich met betrekking tot S.C.C. De Til vandaag opnieuw ontwikkelingen hebben voorgedaan, waaruit blijkt, dat zijn eerder gemaakte opmerking, dat het College positief tegenover deze zaak staat, wordt bevestigd. Hij heeft gehoord, dat er een oprechte menselijke zorg bij het College is. Dit is prijzenswaardig, maar voor een overheid uiteraard niet vol doende om een stad te besturen. Het is wel een voortreffelijke basis om vanuit te vertrekken. Hij dankt voor de toezegging voor de beantwoording van de door hem gestelde vragen over de milieubeheersingHij vraagt of nu het geheel her schreven kan worden op basis van de door hem ingediende interpellatie, de bij drage van het College en de door het College te geven antwoorden op zijn vragen. Hij meent, dat op dit gebied dan een behoorlijke inventarisatie plaatsvindt. Graag zou hij zien, dat de gehele problematiek van de vliegvelden in Noord- Brabant onder handen wordt genomen. Het lesoentrum lijkt god zij dank nu wel van de baan. Maar vandaag staan er weer berichten in de pers over de tweede natio nale luchthaven bij Steenbergen, die steeds onwaarschijnlijker wordt. De keuze lijkt eerder uit te gaan naar de Markerwaard. Voor de aanleg van een Benelux- luohthaven kan aldus dit persbericht ook gedacht worden aan andere plaatsen in West-Brabant dan Steenbergen. Genoemd wordt in dit verband Reimerswaal. De vliegveldproblematiek in Brabant is chaotisch. Men zit met Seppe, Welschap en eigenlijk ook Deurne even over de grens. Daar kemt bij Steenbergen, Woensdrecht enz.. Hij hoopt op een spoedige aanpak van dit probleem in samenwerking met alle betrokkenen. Het College heeft gezegd voor democratisering te zijn en evoluerend op de inge slagen weg verder te willen gaan. Er is vertrouwen gevraagd. Voor wat zijn frac tie betreft kan men op voorhand dit vertrouwen krijgen. De belangrijkste test case voor zijn fractie zal het prae-advies zijn naar aanleiding van de ingestelde commissie ad hoe. De 22 voorstemmers van zijn motie wisten heel goed waar men voor stemde en hij zal beslist geen genoegen nemen met een slap aftreksel, waardoor misschien de eer van de democratische gevoelens naar buiten gered wordt. D166 wil echt niet alles ineens, maar aan principiële keiharde verkla ringen heeft men niet veel als de praktijk van de beslotenheid niet verandert. Zijn vertrouwen in een goed en adequaat prae-advies schort hij dus nog even op. Hij wil nog wel antwoord hebben op zijn vraag omtrent de invoering van een vra- genhalf uurt je voor de burgers Hij heeft reeds toegezegd, dat zijn fractie een rapport zal vervaardigen over de gewestvorming in West-Brabant. Er is gezegd, dat men stap voor stap naar de vorming van een gewest toe moet, maar hij vraagt zich af welke stappen er in de loop der jaren gezet zijn. Hij en met hem vele burgers hebben het toch meer ervaren als een vrij eng chauvinisme dan als stap-r pen naar schaalvergroting. Hij heeft geen belangen bij Etten-leur of de industrieën daar, was dat maar waar, maar Etten-Leur is niet te vergelijken met Steenbergen, omdat het de rol regio of sub-regio is toegedacht en dat ligt duidelijker dan zulks bij Steenbergen het geval is. Omdat de omliggende gemeenten zeer levensvatbaar zijn en een eigen plaats verdienen in een groter geheel van een gewest, is hij het met de heer Hijpels oneens waar het gaat over annexatie. Annexatie is een slecht woord, maar gemeentelijke herindeling vindt hij niet veel beter, alleen netter, maar het wordt vaak voor hetzelfde begrip gebruikt. Daar voor hoeft men niet ver buiten West-Brabant te gaan. Men zal inmiddels wel ervaren hebben, dat de intergemeentelijke samenwerking toch geen geweldig insti tuut is. Een ernstig bezwaar vande regio vindt hij de beslotenheid. Een aantal mensen meten zich op grond van hun burgemeesterschap een deskundigheid op zo veel gebieden aan, dat dit onmogelijk is. Hu kan men stellen, dat men de deskun digheid aantrekt, maar als zelfs bij belangrijke zaken op onderwijsgebied de wet houders van onderwijs ontbreken, dan meent hij, dat de praktijk anders is. Althans, dat zijn zijn ervaringen op een regio-bijeenkomst. Hij citeert uit het Rapport "Samenwerkingsverbanden" van de provincie Noord-Brabant

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1971 | | pagina 139