2k die wij misschien niet zo zeer waarderen, maar waar vreemdelingen een diep respect voor hebben. Ook is het een feit, dat de aversie tegen hoogbouw afneemt, naarmate de kwaliteit van de woningen toeneemt. Dit geldt o.a. voor de Wilmaflats, die meer gewaardeerd worden dan de flats in de Guido Gezellelaan. We kunnen er van op aan dat de flats aan de Vijverber nog meer gewaardeerd zullen worden. Het is hier ook een kwestie van een gewenningsproces. De eerste jaren zal er in verband met de bouw van flats aan de Vijver berg meer hoogbouw gepleegd worden dan normaal. Daartegenover staat, dat later in het plan "Meilust" weer meer laagbouw zal worden gerea liseerd Experimentele woningbouw is nog maar in een of enkele gemeenten in Nederland verwezenlijkt. De plannen voor experimentele woningbouw worden ernstig onderzocht door een rijksadviescommissie, die ingesteld is door de Minister en die zeer zwaar tilt aan de plannen die gemaakt zijn. Voor het volgend jaar zijn er in Nederland slechts 2 plannen goedge keurd, namelijk één in Westervoort en één in Eindhoven. Het eerste is een samenwerkingsproject tussen een aannemers- architectenbureau en het stedebouwkundigbureau de Ranitz. Misschien belooft dat iets voor "Meilust" in de toekomst. De experimentele woningbouw komt moeilijk van de grond, omdat deze over het algemeen moeilijk exploitabel is. Niettemin heb ik toch wel enige hoop, dat bij de realisering van het plan "Meilust" mogelijkheden zitten. Dan heeft ons stedebouwkundig bureau inmiddels in Westervoort de nodige ervaring opgedaan, waarvan wij hopelijk kunnen profiteren. De ideale bejaardenwoning is in deze Raad geschetst als een woning met een kamer voor logerende kinderen. Het College kan hiermee natuur lijk best instemmen. Maar zo eenvoudig ligt de zaak niet. De bejaarden woningen hebben de volle aandacht van het College hetgeen ondermeer blijkt uit het contact dat we onlang hebben gehad met de Landelijke Stichting Bejaardenbouw, waar het Bouwfonds van Nederlandse Gemeenten achterzit, en ook het Bouwfonds Zuid-Nederland. Deze stichting schenkt bijzondere aandacht aan het sociale probleem rondom de bejaardenwoning en speciaal aan de ligging ten opzichte van bestaande dienstencentra. Het is inderdaad ideaal, indien bejaarden zo dicht mogelijk bij het centrum van de stad wonen. Zij kunnen daar immeers terecht voor aller lei voorzieningen op velerlei terrein. Maar hoe dichter men bij het centrum komt, hoe duurder ook de grondprijzen worden. En dat is natuur lijk een groot nadeel voor de vestiging van bejaardenwoningen. Overigens moet men ook bedenken, dat de bouw van bejaardenwoningen in een nieuwe wijk met zich meebrengt een sociaal contact met jongere mensen die daar «fonen. Zij zullen dit sociaa.l contact meer ervaren in een nieuwe wijk dan in of nabij het centrum van de stad. Het aantal van 288 woningen, dat in 1970 gereed is gekomen, kan men niet los zien van de bouwactiviteit in andere jaren. Het jaar 1970 vormde eigenlijk wel een dieptepunt, want beziet men een reeks van jaren, dan ziet men, dat er de laatste 5 jaar gemiddeld k23 per jaar zijn gereed gekomen. In 1969 waren' het er 587, in 1968 316, in 1967 670 en in 1966 255» Totaal dus 2116 ofwel ^23 per jaar. Dit getal zegt natuurlijk meer dan alleen maar de 288 over 1970. De toewijziging voor het 1e kwartaal 1971 bedraagt 122 woningen. Als we er vanuit gaan, dat de toewijzing voor de rest van het jaar daarop kan worden afgestemd, dan maakt dit een totaal voor 1971 van ^88 wo ningen. Ik meen te mogen zeggen, dat hier het woningmarktrapport al zijn vruchten heeft afgeworpen. In genoemd rapport wordt een maximum genoemd van 520 woningen".

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1971 | | pagina 129