20
De samenwerking van gemeenten wordt in het memorandum van groot be
lang geacht. In verband hiermede zijn er voornemens, bepalingen in de
toekomstige nieuwe wet op te nemen die als een aanvulling op de Wet
gemeenschappelijke regelingen kunnen worden beschouwd. Gedacht wordt
aan samenwerkingsverbanden van gemeenten met gezamenlijk 75*000 a
100,000 inwoners.
Het memorandum is momenteel in studie bij een werkcommissie van de
Vereniging van Nederlandse gemeenten, die dit stuk kritisch beziet
en hieromtrent een advies uit zal brengen.
Hoewel het nog geruime tijd zal vergen alvorens de beoogde wettelijke
regeling tot stand zal zijn gekomen en er nog vele onzekerheden zijn,
menen wij toch bij de bepaling van het beleid op het gebied van het
maatschappelijk welzijn thans reeds voor zoveel mogelijk met de gewenste
vorming van samenwerking overbonden rekening gehouden moet worden.
Een zeer belangrijk punt dat zich manifesteert op het terrein van het
maatschappelijk welzijn, en waarover tot mijn verwondering gisteravond
in het geheel niet is gesproken, is wel de kostenfactor.
Vóór 1 januari 1971 werd een groot aantal van deze kosten, voor onge
veer 80terugontvangen uit het gemeentefonds.
In augustus van het vorig jaar hebben de Ministers van Binnenlandse
Zaken, van Sociale Zaken en Volsgezondheid en van Cultuur Recreatie
en Maatschappelijk werk de gemeentebesturen medegedeeld, dat zij voor
nemens waren met ingang van 1 januari 1971 een aantal kosten van So
ciale Zorg niet meer voor 80% ten laste van het gemeentefonds te
laten komen.
Ter compensatie van het gemis van deze declaratiemogelijkheid zou een
aantal kosten rechtstreeks ten laste van het Rijk worden genomen.
Voor andere kosten werd in het vooruitzicht gesteld, dat het Rijk de
door de gemeente gedane uitgaven volledig zou vergoeden. Definitieve
regelingen zouden nog volgen.
Voor enkele subsidieringen vond dit inderdaad plaats, zoals bijvoor
beeld voor de sociale werkplaatsen, waarvoor wij U binnenkort een
nieuwe subsidievoorstel zullen doen.
Voor een aantal andere subsidiëringen zoals voor de kraamzorg, de
medisch opvoedkundige bureaus, de huishoudelijke en gezinsvoorlichting,
de gezinsverzorging en de gezinshulp, de oprichting van wijkcentra, de
bureaus voor levens- en gezinsvragen, maatschappelijk werk voor zwak
zinnigen en niet -gehuwde- moederzorg, worden nog nadere richtlijnen
van het Ministerie verwacht. Hieromtrent verkeren de gemeenten nog in
onzekerheid. Het zal U duidelijk zijn dat deze onderzekerheid niet be-
vordelijk is voor de uitstippeling van een weldoordacht maatschappelijk
welzijnbeleidDeze mening wordt ook gedeeld door de Vereniging van
Nederlandse gemeenten, die een brief naar de leden van de Tweede Kamer
heeft geschreven, waarin zij haar misgenoegen over de regeringsmaat
regel uit en er op wijst, dat hierdoor de voorbereiding van de wetge
ving terzake van het maatschappelijk welzijn nauwelijks wordt doorkruist.
Gezien de onmogelijkheid om thans een beleid op lange termijn te bepa
len zien wij ons -hoezeer wij dit ook betreuren- dikwijls genoodzaakt, U
voorstellen te doen ter regeling van Incidentele noden op het gebied
van het maatschappelijk welzijn.
Wij geven U evenwel de verzekering dat wij de ontwikkelingen nauwlettend
in het oog houden. Hierbij zullen ook fusies van instellingen die werk
zaam zijn op het gebied van het maatschappelijk welzijn, ter voorkoming
van doublures, onze speciale aandacht hebben.