16 De beloning van het overheidspersoneel en dus ook van het personeel onzer gemeente is zoveel doenlijk afgestemd op die, welke in de parti culiere sector, met name in de metaalindustrie geldt. In tijden van hoogconjunctuur zal het steeds moeilijk zijn om personeel aan te trek ken, omdat dan de wet van vraag en aanbod van kracht is. Deze moei lijkheden kunnen soms van plaatselijke aard zijn. In dit verband, wil ik memoreren, dat zelfs het Arbeidsbureau moeilijk heden heeft met het aantrekken van typistes. Daarom wordt gebruik ge maakt van de diensten van een zogenaamd uitleenbureau, omdat in ver band met de grote vraag de beschikbare arbeidsplaatsen niet direct kunnen worden aangevuld. De werkclassificatie moet men zien als een hulpmiddel waarnaast een eigen personeelsbeleid mogelijk en wenselijk is. Door gebruikmaking van zgn. "loonbepalende nevenfactoren heeft de gemeente Bergen op Zoom steeds een eigen beleid gevoerd. Of de werkclassif icatie ook in de toekomst zal blijven bestaan is nog de vraag. Er zijn nl. vergevorderde plannen om tot integratie van de bestaande loongroepen in de loonschalen te geraken. Teneinde een gerechtvaardigd personeelsbeleid te kunnen voeren is het de bedoeling om in de nabije toekomst ook voor de niet-handarbeiders- functies bij onze gemeente, door middel van functiebeschrijvingen en functieanalyses, tot gemotiveerde functiewaarderingen te komen. Voor wat het bejaardenwerk treft wil ik mij beperken tot het werk van de bejaardenbonden, de Stichting Open Bejaardenwerk en het diensten centrum aan de Weegbreestraat. Zaken, die dooreengeweven zijn en elkaar soms overlappen. Momenteel vergadert ook de Stichting Open Bejaardenwerk. Daar komen 2 zeer belangrijke zaken aan de orde. Allereerst het rapport van de be jaardenconsulent. Dit wordt vanavond in het algemeen bestuur besproken en verwacht mag worden, dat het ook aan de Raad zal worden aangeboden. Uit het rapport mag worden geciteerd: „Wil het bejaardenwerk, gesteund door een adaquaat beleid tot gunstige verdere ontwikkeling komen, dan lijkt ons een dienstencentrum voor de bejaarden de aangewezen oplossing." Uit de Beleidsnota Bergen op Zoom van de bejaardenconsulent dd. 11 februari 1971? waar ook gesproken wordt over het dienstencentrum in Oost citeer ik de conclusie: „Enkele weken geleden werd deze zaak afgerond (hier doelt men op de controverse Bejaardenbonden en Stichting Open Bejaardenwerk) en gezien de situatie in dit stadsgedeelte kan het dagelijks bestuur niet anders concluderen, dan dat het dienstencentrum daar een goede functie zal vervullen" De Stichting Open Ba jaardenwerk mag daarom wel dankbaar zijn, dat voor uit ziende blikken reeds jaren geleden begonnen zijn aan de bouw van dit centrum. Zou men nu nog moeten gaan beginnen met aankoop en aan besteding, dan zou de huurprijs van een dienstencentrum belangrijk hoger worden. Nij krijgt men dus een dienstencentrum op een presenteerblaadje aangeboden voor weinig geld. Ten aanzien van inrichting en exploitatie zijn besprekingen gaande tus sen de Stichting Open Bejaardenwerk en het Ministerie van G.R.M. Verheugend is het, dat bij schrijven van februari 1971 dir Ministerie besloteh heeft om bij wijze van experiment voor een periode van 2 jaar, beginnend op 1 april 1970 het project gecoördineerd bejaardenwerk te Bergen op Zoom extra te subsidiëren.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1971 | | pagina 121