k
Daarna stelt de VOORZITTER aan de orde:
1Vaststelling van de notulen van de vergadering van de Raad van
23 december 1970°
Deze notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
De heer WILBERS zegt een punt van orde te hebben. Hij heeft de Voorzitter
de tekst van een motie voorgelegd. Hij zou graag vernemen bij welk punt
van de agenda een en ander ter sprake kan worden gebracht. Hij wil heden
avond graag over de betreffende zaak spreken als bewijs van het feit, dat
de Raad deze stad meebestuurt. Het plan "Parade" komt op zijn vroegst in
de vergadering van februari en daarom verzoekt hij accoord te gaan, dat
er hedenavond toch iets over gezegd kan worden, waarbij hij denkt, dat
dit zou kunnen geschieden bij de behandeling van agendapunt 23 inzake
het nemen van een voorbereidingsbesluit
Hij wil hedenavond geen discussie over het plan "Parade" ontketenen. Hij
wil slechts verzoeken om het plan "Parade" eerst ter visie te leggen
als met alle betrokkenen overleg is gepleegd en nadat het plan bespro
ken is in de Raad en de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Hij zoekt
een manier om dit ter sprake te brengen. De middenstand heeft een brief
aan de Raad geschreven en die had op de agenda dienen te staan. Daarin
wordt opschorting van de tervisielegging gevraagd.
De VOORZITTER antwoordt, dat zulks niet is geschied, omdat het plan
"Parade" niet op de agenda staat. De tervisielegging is een bevoegd
heid van het College. De Raad zou het College via een motie kunnen ver
zoeken die tervisielegging op te schorten. Men moet zich echter reali
seren, dat aan de bevoegdheid van de Raad niets tekort wordt gedaan
wanneer de tervisielegging plaats vindt voor de behandeling in de Raad,
want het is aan de Raad om over het voorstel van Burgemeester en Wet
houders met inachtneming van bij de tervisielegging gemaakte opmerkingen
een besluit te nemen. Hij ziet dus niet goed in wat de Raad vóór de ter
visielegging zou moeten beslissen. De Raad moet na de tervisielegging
aan de hand van de resultaten daarvan en aan de hand van de resultaten
van een informatie-avond over het plan een besluit nemen. De bestuurlijke
taak van de Raad komt juist duidelijker tot uiting wanneer deze in eerste
instantie en informeel niet optreedt als een soort hearingcollege. Hij
meent, dat het juister is, dat de Raad de burgerij eerst laat spreken en
daarna besluit.
De heer WILBERS zegt, dat de middenstand heeft gevraagd om uitstel van
de tervisielegging. Die zal nu op 7 februari a.s. geschieden.
De VOORZITTER antwoordt, dat die inderdaad reeds is uitgesteld en aan
het verzoek is dus voldaan. Na de informatie-avond kan men toch niet
stellen, dat men niet volledig weet wat men wilt. Vrij uitvoerig is door
gesproken welke wensen er leven en waarom.
De heer WILBERS vraagt wanneer dan. de hearing zal worden gehouden.
De VOORZITTER antwoordt, dat de bekende wensen en verlangens nu alleen
nog maar op schrift gesteld kunnen worden. Zou het College een tweede
informatie-avond nodig oordelen dan zal die worden gehouden. Het doet
aan de bevoegdheid van de Raad niets af als over het plan voor de ter
visielegging niet wordt gesproken.