9 Ten aanzien van de nota van aanbieding die slechts 9 pagina's bege leidende tekst bevat, kan ik mededelen, dat Burgemeester en Wethouders op 14 januari 1971 hebben besloten aan deze nota meer inhoud te gaan geven. Het i's de bedoeling om in de toekomst deze meer in de vorm van een beleidsnota te gaan samenstellen» Een en ander wordt thans uitgewerkt en er wordt naar gestreefd om reeds voor de begroting 1972 in deze richting vorderingen ta maken» Een niveau, zoals in de steden Groningen en Eindhoven zal zaker niet meteen bereikt kunnen worden. Dit moet eerst nog groeien vooraleer de juiste formule zal zijn gevonden. Met betrekking tot de financiering met kort geld is gesproken over het te vlug en te vaak aantrekken van dergelijk geld. Ik wil er echter op wijzen, dat dit alleen geschiedt als de liquiditeitpositie het noodzake lijk maakt 'en nooit om er investeringen blijvend mee te financieren. Omstandigheden, zoals het te laat ontvangen van subsidies en bijdragen van het Rijk en van de provincie bijvoorbeeld voor de financiering van de rioolpersleiding en de Randweg-Oost, maken een overbrugging met kort geld noodzakelijk. Soms ook keuren Gedeputeerde Staten bepaalde objecten goed, terwijl pas achteraf vaste middelen worden toegewezen. Ook hier bieden kasgeldle ningen uitkomst. Deze overbruggingen moeten niet worden gedramatiseerd, omdat kort geld vaak ook voordelen met zich meebrengt» Een van de voordelen is, dat er geen zegelrecht over de hoofdsom ver schuldigd is, verder zijn er geen leningskosten van de bank en vaak zijn deze leningen provisievrij. De rente van het kasgeld wisselt snel» Deze is dikwijls lager dan de rente van vaste geldleningen. Momenteel beweegt de rente van kasgeld zich van 5? tot 5 5/8terwijl dit voor vast geld 8 tot 8-J is. Concluderende kan worden gesteld, dat we het niet te vaak en ook niet te vlug doen, maar alleen wanneer het verantwoord is. Inzake het tekenen van rekeningen door de diverse wethouders, ook al betreft het slechts bedragen van 2,50, moet ik opmerken, dat dit geregeld is in de betreffende beheersverordeningen van de takken van dienst. Iedere wethouder tekent alle te betalen rekeningen van de be treffende dienst voor gezien overeenkomstig de betreffende beheersver ordeningen. Bij de gemeentebedrijven (gas, water en electriciteitbe hoeft de wethouder voor kleine bedragen niet te tekenen, hetgeen ook voor Sociale Zaken geldt. Bij het Woning- en Grondbedrijf daarentegen moet wel alles getekend worden. Bij wijziging van de betreffende verordeningen zullen we streven naar verantwoorde verruiming en naar meer uniformiteit. Overigens wil ik hierbij wel opmerken, dat het tekenen van dergelijke rekeningen voor de betreffende wethouder vaak een waardevolle infor matiebron is omtrent de dagelijkse gang van zaken bij de betreffende dienst Er is door een van de Raadsleden de hoop uitgesproken, dat Bergen op Zoom aangesloten zou zijn bij het Hypotheekfonds voor de Noord-Brabantse Gemeenten Ter geruststelling kan ik hieromtrent mededelen, dat de gemeente op 18 december 1969 als lid is toegetreden en dat ikzelf lid van het bestuur van dit Hypotheekfonds ben, en de heer Arnoys plaatsvervangend lid. Van dit fonds moeten evenwel geen wonderen worden verwacht. Het verschaft leningen op commerciële basis. Op dit ogenblik is de rente

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1971 | | pagina 114