De heer GORRISSEN meent, dat de heer A.J.Franken hem niet ervan heeft; Kunnen over
tuigen, dat een noodschool duurder is dan een definitief gebouw en bovendien
vindt hij, dat de heer A.J.Franken wel heel erg licht heen stapt over de ge
volgen die uitstel van een en ander voor het onderwijs zou' hebben.
Men moet toch ook letten op de inspraak van het schoolbestuur, dat volledig
met de$zaak instemt en een oplossing ziet voor zijn problemen, terwijl voorts
ook nog een aantal andere zaken hiermede opgelost k'an worden. Dit over
wegende,kan hij de mening van de heer A.J.Franken niet delen en moet hij
vaststellen, dat deze toch enigszins onredelijk redeneert.
De heer VAN HEIJST meent, dat hier gesproken kan worden van een goede planning,
die zeer zeker kostenbesparend is. Hij vraagt zich af, of de Raad liever di
rect een definitieve school zou willen bouwen,om na 20 jaar te moeten consta
teren, dat de kinderen elders naar school gaan. Hij geeft de heer A.J.Franken
in overweging om eens te informeren hoe .de leerlingen-aantallen -ook in vrij
nieuwe wijken- teruglopen. Om deze reden is spreker erg bevreesd, dat defini
tieve gebouwen met een 40-jarige afschrijvingstermijn beslist geen 40 jaar
als school gebruikt zullen worde'n. Daarom is het College zo huiverig om in
deze wijk en op die plaats een definitieve school te bouwen.
De Commissie voor Onderwijs en Culturele Zaken is reeds sinds ongeveer een
jaar op de hoogte van de scholenruil en spreker heeft de Commissie voort
durend ingelicht over de stand van zaken. Hij heeft daarin niets te verbergen
en hij heeft steeds gezegd, dat alles op haren en snaren gezet zal moeten
worden om de streefdatum van 1 augustus 1969 te halen. Als vandaag het ver
eiste besluit wordt genomen, dan kan deze datum waarschijnlijk net worden
gehaald, tenzij Gedeputeerde Staten op het laatste moment nog een spaak in
het wiel zouden steken hetgeen hij overigens niet verwacht.
Er is over cijfers gesproken. Hij heeft de jaarlijkse afschrijving berekend
op f. '16,800,--, dus zelfs nog iets hoger dan de heer A.J.Franken becijfert,
zodat dit aardig overeenkomt. Hij moet echter wel de mededeling van de heer
A.J.Franken, dat een definitieve school geen f. 400.000,--behoeftte kosten,
betwisten. Duidelijk heeft hij op papier staan, dat een 4-klassige dofiaitle've school
met de inrichting meer dan f. 400-000»zal gaan kosten. Onlangs is er een
7-klassige school in de "Warande" gebouwd, die met de inrichting f. 750.000,--
heeft gekost. Hij meent stellig in twijfel te mogen trekken, dat er dan in
Roosendaal eenzelfde school is gebouwd voor f. 300.000,--, want beide scholen
zijn in dezelfde bouwstroom van MUWI gerealiseerd. Men heeft hier toch echt
niet zo zitten slapen, dat de kosten bij Bergen op Zoom in rekening werden
gebracht en dat Roosendaal haar school voor de helft van de prijs zou hebben
gekregen.
Hij betreurt het, dat nu weer een onderwijskwestie zo nadrukkelijk weerstand-op
roept, Onlangs was dat het geval bij de uitbreiding van de school op het Zil-
verschoonplein. Toen werd er op aangedrongen om niet in de hoogte te bouwen,
terwijl thans er opwaxlt aangedrongen om de beslissing weer maar aan te houden.
Het onderwijs heeft blijkbaar moeite om in Bergen op Zoom tot ontplooiing te
komen, maar zolang spreker Wethouder is, zal hij daarvoor toch blijven
vechten. Hij moet heel ernstig ontraden het onderhavig voorstel van het
College te verwerpen.
De heer A.J.FRANKEN vraagt hoofdelijke stemming.
Het voorstel wordt aangenomen met 15 stemmen vóór en 8 stemmen tegen.
Vóór stemmen: Mevrouw Videler-Kil en de heren Berger, Gorrissen, van Kaam
Notenboom, W.C.Franken, Verheven, Hopmans, van Heijst, Leijs,
Broos, Ratsma, Radder, van Leeuwen en van Goch.
Tegen stemmen: de heren A.J,Franken, Nuijten,de Jaeger,Nijpels van Wijk,
Lemette, Biesheuvel en van Egeraat,
Voorstel 20 onder a tot en mot h wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De VOORZITTER sluit hierna de vergadering.
vastgesteld in de openbare vergadering van 2 mei 1969.