- 4 - Hij vindt het verheugend, dat juist een jongeren-organisatie de persoon van Huhcek wil eren. De jeugd geeft hiermede hlijk gevoelens voor hogere waarden is hebben.Hij deelt zonder meer de bewondering voor Dubcek. Hij stelt zich schter wel ,de practische vraag of het verstandig is om nu reeds een straat naar Hubcek te noemen. Hij voelt er meer voor deze figuur op andere wijze te eren en het geven van een straatnaam voorlopig aan te houden. Noemt men een straat naar Dubcek, Han is de weg open om ook andere buitenlandse politieke figuren met een straat naam te eren en dan is het einde zoek. Men kan dan in deze Raad discussiëren over ie vraag of er een straat genoemd moet worden naar Somukil, Theodorakis,NicolaasJou® °f -Che Chevarra. De tegenstellingen in de wereld zijn zo groot,, dat er altijd figuren zullen zijn, die op de voorgrond treden en men kan dezen niet allemaal met een straatnaam eren. Hij heeft dus alle bewondering voor Dubcek, maar meent om Practische redenen, dat het geven van een straatnaam voorlopig beter kan worden aan gehouden, He VOORZITTER meent, dat ondanks alle bewondering, die men voor Dubcek heeft, het Wijzer is met het.geven van een straatnaam te wachten, omdat de ontwikkelingen ift Tsjecho-Slowakije nog gaande zijn. De eerste emotie is natuurlijk dat deze man een straatnaam heeft verdiend. Daaraan zitten echter twee bezwaren vast. Het eerste bezwaar is, dat men niet weet hoe de zaken zich in Tsjecho-Slowakije 2Vllen ontwikkelen-. Het verleden bewijst, dat helden die vereerd worden,in een v°lgend stadium verguisd kunnen wtscderw, Dat is realiteit. Daarom is het een wijs landpunt om straten niet naar nog levende personen te vernoemen.Het tweede be daar vormt de consequenties, die aan inwilliging van het verzoek vastzitten. zijn veel moedige mensen, die zich op een illustere manier onderscheiden door Hun strijd voor de vrijheid., die men in Nederland nog niet zo heel lang heeft leren Waarderen.De vrijheid is een onmetelijk groot goed en hij is blij, dat de jeugd Hoont deze vrijheid te waarderen. Als men ziet, dat Dubcek met zijn veertig jaar -tu êên jaar tijd van een man met zwart haar onder de druk van de omstandigheden ee*i man met grijze haren wordt, dan moet men als mens zeggen, dat deze man verdient Hat er een straat naar hem wordt genoemd. Hls overheid moet men niettemin toch zeggen, dat enige terughoudendheid gepast is, 0lsidat men niet zeker is van alle informaties. Hij zou willen voorstellen om deze H^ief van de jongeren te beantwoorden met een luidklinkend applaus voor hun edel moedig initiatief, onder mededeling dat de wijsheid toch gebied om vanwege de zo juist door hem genoemde bezwaren enige terughoudendheid te betrachten en dat deswege °P het verzoek niet kan worden ingegaan. Honder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van de Voorzitter Hesloten, 8 Leden van de Gemeenteraad te Eergen op Zoom, Bergen op Zoom 7 mei 1969* Schrijven inzake wijziging van het eenrichtingsverkeer in de Fortuinstraat, Ter bespreking, He VOORZITTER deelt mede, dat tegen 13 juni 1969 een vergadering is uitgeschreven om eP gehele verkeersplan te bespreken, waarbij de adviseur de heer Coffeng aanwezig ^al zijn om het plan toe te lichten.Hij stelt voor dit schrijven aan te houden tot bespreking op 13 juni aanstaande. heer G0RRI8SEN zegt, dat op 25 april 1969 bij handopsteken bleek, dat de meerderheid van de Raad geporteerd was voor de omkering van de rijrichting in de °ïtuinstraat. Op 28 april 1969 ontvingen belanghebbenden een brief, waarin stond, hun verzoek was afgewezen. Voor de Raadsleden is een dergelijke gang van zaken ^Het leuk. Vandaar het schrijven van deze acht Raadsleden» Later bleek, dat deze mief een uitvoering was van een eerder genomen besluit. Duidelijk heeft men willen ®Hellerij dat men de bezwaren van de betrokken winkeliers hoog op neemt. Graag zal deze zaak op 13 juni aanstaande weer aan de orde stellen. j,6 VOORZITTER antwoordt, dat de zaak zeer serieus zal worden behandeld. is sprake geweest van een kruising van de uitvoering van een besluit van het j^llege en de discussie, die in de Raad is gehouden. Bij traagheid van postbe- ahdeling kan dat nu eenmaal gebeuren. Op 13 juni aanstaande zal de brief echter ^Pdieuw als punt van bespreking aan de orde worden gesteld. °*ier hoofdelijke stemming gaat de Raad hiermede akkoord. SMerzoek van de geloofsbrief van het nieuw benoemde Lid van de Gemeenteraad, &£_heer G.Parel. Voorgesteld wordt het onderzoek te doen plaats, hebben door een commissie, be staande uit drie leden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1969 | | pagina 222