J
-13»
Voorts wordt vermeld, dat in het voorontwerp het gebied nabij Heerle als
eerste te ontwikkelen woonwijk wordt genoemd, maar hij vraagt zich af, of dit
gehied eigenlijk Bergen op Zooms grondgebied is en welke consequenties daar
aan vastzitten. Het College stelt echter, dat de drie "Schelde-wijken" eerder
voor realisering in aanmerking moeten komen.
Haar zijn mening kunnen de woongebieden in de Oosterschelde niet eerder dan
in 1978 gerealiseerd worden. Dan rijst de vraag, of het woongebied nabij
Heerle toch niet als het in eerste instantie te ontwikkelen woongebied gehand
haafd moet blijven. Mogelijk heeft men dit woongebied reeds voor 1978 nodig.
Het lijkt daarom beter om punt 10 van de suggestie in de concept-nota geheel
weg te laten. Een noodzaak om punt 10 op te nemen ziet hij overigens niet.
Het tot ontwikkeling brengen van het woongebied nabij Heerle kan alleen maar
gunstig zijn. Met het gestelde in de concept-nota kan hij zich voor wat het
overige betreft wel verenigen. Hij spreekt zijn waardering uit aan het adres
van de samenstellers van het voorontwerp en vooral vanwege het feit, dat Bergen op
Zoom nu in de schijnwerpers van de belangstelling staat. Dit te kunnen con
stateren ifcnbijzonder verheugend en geeft vertrouwen in de toekomst.
Het voorontwerp aanvaardt hij dan ook met veel instemming.
He heer VAN GOCH ziet niet in waarom het openbaar busvervoer niet in een
streekplan zou thuishoren. Hij acht deze materie van zodanig belang, dat hij
er op blijft aandringen en om daaraan ook in de nota van de Raad aandacht te
besteden. Voor het overige stemt hij graag in met het voorontwerp en de con-
°ept-nota van het College.
He heer VAN KAAM zegt, dat de vaste oeververbinding Kruiningen-Perkpolder zeer
decent is. Hij meent, dat er nog wel een studie van twee jaar nodig zal zijn,
voordat men met deze verbinding kan beginnen. Met de aanleg is ook geruime
"tijd gemoeid. In de concept-nota staat, dat de verbinding bij Saeftinge direct
Ua die van Kruiningen-Perkpolder zal moeten komen. Hij dringt er op aan om in
He concept-nota op te nemen, dat reeds nu met de studie over de verbinding
bij Saeftinge wordt begonnen en dat daarmede niet wordt gewacht totdat de ver
binding Kruiningen-Perkpolder is gerealiseerd.
He heer LEMETTE merkt op, dat er naast de theorie van het bedrijfsoptimum
voor steden, zoals de Voorzitter die uiteen heeft gezet er ook een theorie is,
Hie zegt, dat het noodzaak wordt om te kijken waarin het optimum kan liggen
®et name in de welvaart of in het welzijn.
He VOORZITTER zegt, dat de afstand Saeftinge-Bergen op Zoom niet zo'n bezwaar
Vormt, dat zulks invloed zou hebben op zowel de dienstensector als de leefsector
als de toeleverings- en veredelingsbedrijven. Het is niet zo, dat deze streek
van Saeftinge afhankelijk moet zijn. De concept-nota geeft naar zijn mening
voldoende duidelijk aan, dat Reimerswaal voor Bergen op Zoom primaire beteke
nis heeft.
Voor wat betreft de stedelijke eenheid en ontwikkeling verwijst hij naar het
Voorontwerp, waarin onder meer is gesteld, dat "Het streekplan dient te be-
staan uit het beschrijven van de meest gewenste ontwikkelingen in hoofdlijnen
Van het gebied met kaarten, waarin deze hoofdlijnen voor zover mogelijk in
beeld zijn gebracht. Bij het streekplan behoort een toelichting, waarin aan
bet plan ten grondslag liggende gedachten worden weergegeven". Ook is in het
voorontwerp nog het volgende opgenomen: "Opgemerkt wordt daarbij,dat het
streekplan mogelijk ook van betekenis is voor andere overheidsmaatregelen op
b®t gebied van ruimtelijke ordening". Deze laatste zin vindt hij veelzeggend.
moet sociaal-economisch-geografisch tot optimale vormgeving komen zonder
He letten op huidige bestuurlijke eenheden of grenzen. Als men deze vormgeving
Soformeerd heeft, dan moet men bezien op welke wijze dit gebied het beste in
He andere sfeer kan worden betrokken. Later komen dus de mogelijkheden van
Dlj voorbeeld gewestvorming, grenscorrecties, zware regelingen en dergelijke
aan de orde. Men moet wel beseffen, dat dit voor het sociaal-economisch functi-
0:tieren weinig verschil maakt, Het maakt echter een groot verschil voor de arm-
slag van de verschillende gemeenten in het uitvoeren van werkzaamheden. Hoe
feer hij betreurt, dat een kerngemeente als Bergen op Zoom in 1968 in inwoner-
al achteruit is gegaan, voor het sociaal-economisch functioneren van Bergen
op
Zoom maakt het echter geen verschil,
~®t maakt echter wel een groot verschil op twee punten, te weten:
de financiële armslag van de gemeente Bergen op Zoom en
He planningen in de technische sfeer eisen zo veel overleg, dat dit overleg
Problematisch wordt; immers 7 gemeentebesturen zijn bij dit overleg
betrokken.
DskaiMiaM (a rin 9