u .4- De begrenzing van het streekplangebied wordt in de vele kaarten,, die bij het voorontwerp behoren, duidelijk aangegeven. Hij benadrukt, dat binnen deze begrenzing ook het gebied tussen het Schelde- Rijnkanaal en de kust bij Bergen op Zoom valt. Hij vindt, dat dit gebied in het plan te weinig aandacht krijgt. In de toe lichting komt dit gebied ni'et of nauwelijks vÓQr, alhoewel er ia het vooront werp zelf toch wel belangrijke dingen over zijn gezegd, welke hij graag meer geaccentueerd had gezien. In het hoofdstuk Ruimtelijk Structuering staat onder C, behandelende de open ruimten, de opmerking, dat de watersport over diverse steunpunten beschikt. Het is wenselijk, aldus het voorontwerp, dat deze worden uitgebreid en men wijst dan op de unieke mogelijkheid van aanpassing van het gedeelte van de Oosterschelde tussen het Schelde-Rijnkanaal en de kust bij Bergen op Zoom. Hij vraagt, of het College ook van mening is, dat Bergen op Zoom deze mogelijk heid tot recreatie daar sterk moet stimuleren onder andere door daar voorzie ningen voor te treffen. Hij vindt het ook belangrijk, dat in het voorontwerp wordt beweerd, dat er voor de ontwikkeling van Bergen op Zoom een tweede woongebied van formaat moet komen, waarbij men denkt aan het Oosterschelde- gebied, dat te zijner tijd droog valj; door afsluiting van de Schelde-arm in 1978» Als antwoord op een der vragen is bij de jongste begrotingsbehandeling door het College gesteld, dat na afsluiting van de Oosterschelde het water enkele kilometers uit de kant blijft staan. Merkwaardig is het, dat uit een kaart van het provinciaal bestuur van Zeeland blijkt, dat alleen het gebied ten zuiden van Bergen op Zoom over een strook zal droogvallen. Hij meent,dat het gebied, dat in het voorontwerp bestemd is voor recreatie en als woonge bied voor Bergen op Zoom toch duidelijker en geaccentueerder naar voren moet komen. Met name voor Bergen op Zoom acht hij dit zeer belangrijk. Het is hem opgevallen, dat er in het streekplangebied 95 kernen zijn, waarvan maar liefst 18 met minder dan 500 inwoners en 40 met minder dan 2000 inwoners. Het is duidelijk, dat West-Brabant een lagere verstedelijkingsgraad heeft dan het Nederlands gemiddelde. Nu het voorontwerp vermeldt, dat er onder de klei nere kernen bij zijn, die gekwalificeerd worden als "bijna leefbaar" en "pro bleemkernen met 'ernstige manco's in de lokale verzorgingsapparatuur" dan vraagt hij zich af, of het niet betreurd moet worden, dat het provinciaal bestuur nergens spreekt over grotere bestuurseenhedenofwol over grotere regio nes met bestuurlijke bevoegdheden. Het is toch-duidelijk, da-t-kleinere en te kleine bestuurseenheden de geschetste -ontwikkelingen bijzonder moeilijk zullen ki^nnQin n?6cilisö2?Gn Hij wijst op de bevolkingsgroei van de gemeenten. De kaart nr. 6 van de toe lichting van het voorontwerp geeft terzake een overzicht van alle gemeenten in het betreffende gebied. Bijzonder typerend is, dat Bergen op Zoom inzake de bevolkingsgroei in de periode 1960-1967 gelijk staat met de Noord-westelijke zeekleigebieden. Men zal er zich niet alleen vanaf kunnen maken door te stellen, dat men over het algemeen liever in de randgemeenten wil wonen. Hij heeft er tijdens de algemene beschouwingen al over gesproken en vraagt nogmaals de kwestie van de onbevredigende bevolkingsgroei in Bergen op Zoom niet te onder schatten. Hierover is ernstig beraad nodig.In dit verband merkt hij op, dat industrieën zeker ook groei met zich medebrengen, maar industrieën kunnen zich Moeilijk vestigen als er niet voldoende mensen zijn. Het is ongetwijfeld prettig voor Bergen op Zoom in de toelichting te lezen, dat in de periode 1963—1967 het aantal arbeidsplaatsen met bijna 800 toenam, dit nadat zoals men stelde, de ontwikkelingen in de gemeente Bergen op Zoom ernstig stagneerden. He uitgaande pendel, welke er in Bergen op Zoom nog is, rechtvaardigt beslist een grote impuls voor industrialisatie van de stad. De opgelopen achterstand van Bergen op Zoom, welke wordt ingehaald, moet verder worden ingelopen. He betekenis, die de stad voor het gewest heeft, rechtvaardigt alleszins de geschetste ontwikkelingen van de stad als woon-, werk-, groen- en recreatie gebied. Spreker wijst voorts op de voorzieningsstructuur van de stad. Kaart nr. 19 van de bijlagen geeft naar zijn mening een opmerkelijke weergave. Voor de regionale betekenis deelt men de sport in Bergen op Zoom in klasse 2 in. Voor de gewestelijke betekenis komt -Bergen op Zoom voor wat betreft de ^edisch-sociale en onderwijsvoorzieningen in klasse 5 terecht; het winkel- aPparaat in klasse 2, terwijl de cultuur voor de gewestelijke betekenis zelfs niet in een klasse wordt ingedeeld. Het zou naar sprekers oordeel ongetwijfeld interessant zijn de gegevens op te vragen, welke -tot deze kwalificaties Hebben geleid. De tekorten moeten onder ogen worden gezien en het beleid zou Haaraan moeten worden aangepast. Q/nkmeiAetilA In Am s& **<Hl abtegne ft t'f £n a*frF|'0

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1969 | | pagina 201