II 15 van de muziekschool in het Markiezenhof zou op prijsbasis van enkele jaren ge leden, aan niet subsidiabele kosten reeds ruim 500.000,-- gekost hebben. Een muziekschool is een geheel ander object dan een leeszaal, die bijvoorbeeld wel in het Markiezenhof kan worden ondergebracht. Hedenavond komt een voorstel aan de orde tot het voor 5 jaar huren van het broederhuis van het juvenaat. Een langere huurtermijn was in verband met de op gang zijnde ontwikkelingen in de congregatie niet mogelijk. Ha 3 jaar wil men de handen vrij hebben. Aankoop door de gemeente werd helemaal niet overwogen. Bovendien kan dit broederhuis met niet al te grote kosten wel geschikt worden gemaakt voor het tijdelijk huis vesten van de muziekschool, maar het blijft toch maar behelpen. Op de bovenver dieping worden de acoustische voorzieningen die nodig zijn voor muziekcellen geïmiteerd door telkens een kamertje leeg te laten staan en zodoende zit men toch niet in een ideale muziekschool. Ook de Korenmarkt is als bouwplaats niet geschikt. Bovendien zal daardoor de mogelijkheid om ter plaatse parkeergelegenheid te creëren komen te vervallen en gezien de enorme toename van het autobezit en de daarmede gepaard gaande behoefte aan parkeergelegenheid, vooral in de binnenstad of de onmiddellijke nabijheid daarvan, is dit niet verantwoord. Hij meent, dat, op welke manier een bevolking zich ook uit, het volgens de hui dige wetgeving alleen aan de Raad is om te besluiten. Be Raad moet uitmaken in Hoeverre met de inspraak van de bevolking rekening wordt gehouden en dat is geen taak van Burgemeester en Wethouders. Persoonlijk - heef t hij geen enkele moei te een legaal besluit te accepteren, hoe dat ook uitvalt. Een van de spelregels van de democratie is om zich te kunnen neerleggen bij een eenmaal genomen be sluit. Eerlijk gezegd kan hij niet begrijpen, dat anderen zoveel moeite hebben om zich neer te leggen bij een legaal tot stand gekomen besluit. Niettemin is hij Het met de heer Ratsma eens,dat als men zich dan toch niet met een genomen be sluit kan verenigen, dat het dan goed is om de zaak naar hogerhand te verwijzen. Als tegenstander zou men zelfs een dergelijk besluit kunnen bevorderen. De be stemmingswijziging biedt de gelegenheid om de kwestie in tweede en zelfs in Herde instantie te laten beoordelen, waarbij zakelijke argumenten uitgespeeld kunnen worden en waarbij emotionele en niet zakelijke argumenten geen gewicht in de schaal leggen. Mogelijk kan men zich daarna dan gemakkelijker bij de beslis sing neerleggen. Ongeacht hoe men over de bouw van de muziekschool in het Ra velijn denkt, kan men naar zijn mening toch instemmen met deze bestemmingswijzi ging. heer A.J. FRANKEN zegt, dat werkzaamheden hem hebben verhinderd de maquet te nog eens te bekijken» De door hem in eerste instantie geuite twijfels ervaart eerst goed wanneer de begroeiing van het Ravelijn zijn bladeren heeft laten vallen. Hij heeft het College gevraagd of het van mening is, dat een groot deel van de bevolking niet is ingenomen met de bebouwing van het Ravelijn. Uit het antwoord van Burgemeester en Wethouders blijkt, dat het College daar niet van overtuigd is, maar er is ook niet gezegd, dat het College van het tegendeel overtuigd is. Er bestaat dus twijfel en in geval van twijfel moet men het plan niet doorzetten. Het College kan niet beweren, dat een groot deel van de bevol king voor het plan is, want dat kan niet bekend zijn. Hij weet, dat bij Burgemees ter en Wethouders de idee leeft, dat de uitslag van het referendum anders had Seluid, wanneer men vooraf de maquette had kunnen zien. Hij vraagt deze stel ling te bewijzen» Het schijnt, dat het comité heeft aangeboden samen met het ge meentebestuur nog eens een referendum te organiseren. Hij beseft zeer wel de eigen verantwoordelijkheid van de Raad, maar hij meent, dat deze kwestie zodanig ligt, dat niet kan worden voorbijgegaan aan de mening van de bevolking. Hij no digt Burgemeester en Wethouders uit op het aanbod van het comité in te gaan, °Pdat er een reSle mening tevoorschijn kan komen, die gespeend is van allerlei Verdachtmakingen, die in deze zaak toch wel hebben meegespeeld. Zodoende kan öen democratische besluitvorming worden bevorderd» Hij stelt daarom voor het Voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te houden en alsnog een referendum te organiseren. Naast de veronderstelling van Burgemeester en Wethouders staat 151 elk geval het bewijs van de uitslag van het referendum, waarvan hij de offi- cieel opgemaakte akte bij zioh heeft. Hij heeft een exemplaar van deze akte op gevraagd om ten volle verantwoord te zijn. Hij erkent, dat de wijze waarop het re- ferendum is gehouden, amateurswerk is geweest, maar als er 7496 adhesiebetui- glhgen binnenkomen, op welke adhesiebetuigingen in totaal 26.772 personen als gezinsleden werden vermeld, dan mag er wat hem betreft nog een flinke correc- "ie worden gemaakt, maar dan nog valt het niet te ontkennen, dat een groot eel van de bevolking niet gelukkig is met de bouw van de muziekschool in het ^avelijn. Deze erkenning van feiten staaft hem in zijn oorspronkelijke mening, et is natuurlijk gemakkelijk deze cijfers belachelijk te maken, maar men moet l0H dan ook realiseren, dat men dan al diegenen belachelijk maakt, die indertijd ■■■ÉPBn—a—BBMMiMV-rtHW-liiitii11 II III! i I I •1 Ha&ttjaBtffoafii'i in Ha w *n/4 ra*rr«*;f-ljafcf«-fyYQ i

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1969 | | pagina 187