13 deskundigheid handelen, heeft althans voor het College van Burgemeester en Wet houders geen gewicht in de schaal gelegd". Hij vraagt of het is toegestaan, dat Burgemeester en Wethouders van mening zijn, dat de nadelen van dit plan niet opwegen tegen de voordelen, waarbij hij er overigens nog op wijst, dat Burgemees ter en Wethouders de plicht hebben om een Raadsbesluit uit te voeren. De pro cedure ingevolge artikel 20 van de Wederopbouwwet bleek, omdat bezwaren zijn ingebracht, niet binnen de mogelijkheden te liggen. De thans voorgestelde pro cedure is de enige weg om het door de Raad genomen besluit uit te voeren. Als het Ravelijn de bestemming van stadskwekerij niet zou hebben gehad, dan zou deze Procedure niet nodig zijn geweest. In dit verband vindt hij het onzin om te be weren, dat Burgemeester en Wethouders het gelijk naar zich toe trekken. Het co mité misgunt Burgemeester en Wethouders kennelijk een eigen standpunt, hetgeen hij als een vorm van dictatuur ervaart. Burgemeester en Wethouders hebben veel kritiek over zich heen laten gaan, omdat zij nu eenmaal niet via ingezonden stukken standpunten kunnen uiteenzetten; alleen tegenover de gekozen Gemeente raad kan men verantwoording afleggen en naar zijn mening is dat steeds open en eerlijk gebeurd. Daarom is een hernieuwde discussie hedenavond eigenlijk niet op zBn plaatsDe Raad heeft zich al uitgesproken en kan nu alleen nog overwegen °f de ingekomen bezwaren zwaarder wegen, dan die, welke ingekomen zijn bij de procedure ingevolge artikel 20 van de Wederopbouwwet. Haar zijn mening is dat riet het geval. Het besluit van de Raad zal alleen dan gewijzigd kunnen worden, als men aan de nu ingediende bezwaren zoveel waarde toekent, dat hot vorig jaar Senomen besluit niet gehandhaafd zou kunnen worden. De thans door de bezwaar den aangevoerde argumenten waren de Raad vroeger al bekend. Burgemeester en Wethouders hebben daarom dit voorstel uit volle overtuiging aan de Raad gedaan. Be VOORZITTER zegt, dat de heer Ratsma voor hem onverwacht reeds vele vragen heeft beantwoord. Als de discussie over het Ravelijn zich beperkt had tot een meningsverschil op kunst-historisch gebied, dan was er niets aan de hand. Als er mensen zijn, die zich in alle eerlijkheid bezorgd maken, dat een stuk stads- schoon verloren gaat, dan hebben zij alle recht op deze mening. 'Maar ook an~ 0ren hebben recht op een eigen mening. Wanneer de discussie in de sfeer wordt betrokken, als zou het College van Burgemeester en Wethouders bestaan uit men- Son aan wie dat schoons onverschillig is, dan komt de discussie in een onjuis te sfeer. Hij meent, dat de bewijzen zijn geleverd, dat de monumenten in de stad bet College van Burgemeester en iTethouders wel ter harte gaan. Hij wijst op de Bereikte versnelling van de toewijzingen van gelden voor de restauratie van het ^bbkiezenhof, op de na langdurige onderhandelingen tot stand gekomen overeen- onist, welke inhoudt, dat de restauratie van de St. Gertudiskerk kan beginnen eb op de pogingen om op een redelijke manier in het bezit te komen van de molen ^ab Hieuw-Borgvlietten einde deze molen voor verval te kunnen behoeden. °orts hebben Burgemeester en Wethouders in het oorspronkelijke structuurplan Y°or de binnenstad ingrijpende wijzigingen aangebracht om het beloop van de Braten in de binnenstad zoveel mogelijk te behouden en op die manier de stad aar typische karakter te doen behouden. Op dit terrein meent hij, dat de pa- Pieren van Burgemeester en Wethouders heel goed liggen. Men hoeft het natuur- ijk niet eens te zijn" met een bepaalde visie, maar er zijn financiële en plano- °gische argumenten aangevoerd, die duidelijk te weerleggen waren. Het menings- ebschil komt neer op een gradatieverschi1 in hoeverre men mag gaan met de aabpassing van een historisch monument voor eigentijds gebruik. Het Ravelijn ib de tijd van Menno van Coehórn is een nuchter utiliteitswerkdat erop ge bakt is om de medemens effectief te kunnen doodschieten. In die tijd had het ^avelijn de betekenis van een fort van de Maginotlinie heden ten dage. Dat Ra- Bijnaangepas t aan de krijgsbehoeften van die tijd, heeft documentaire v/aarde. at moet bewaard blijven voor de wetenschapsmens ter bestudering van d'e krijgs bende. Maar dat Ravelijn is naar zijn mening hier niet in de eerste plaats aan orde. Thans is aan de orde een stuk natuurschoon, met een water en een °°ie begroeiing, op een mooie plaats in de stad, waartegen men van kindsbeen Beeft aangekeken en waar men verliefd op is gevifor&en. Dat gevoel kan hij °lkomen onderschrijven en dat Ravelijn moet inderdaad ongeschonden blijven. arom heeft hij zich in het begin ook verzet tegen het veranderen van de be- earning van het Ravelijn. bgemeester en 'Wethouders en de Commissie van Toezicht op de Gemeente-muziek- ooi hebben het ontvirerp van architect Fledderus als een verrassing ervaren. Verras s ing, waarbij de wensen van het behouden van het Ravelijn, zoals hij zo- e lst Bedoelde, gewaarborgd zijn en waarbij de kwestie van de muziekschool op ^^b voorbeeldige wijze zou worden opgelost. Men heeft zich aan dit plan gewon- n gegeven, het in de Raad gebracht en na dé instemming van de Raad de Minis- Ver sevraaSd om het bouwverbod op te heffen en krachtens de Monumentenwet gunning te verlenen. Toen dit gebeurd was bleek, dat het oude bestemmingsplan

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1969 | | pagina 185