1 O was van een doorgevoerde reorganisatie van de afdeling plantsoenen van de dienst van gemeentewerken. Er werd een principebeslissing genomen en het ontwerp wan het plan zou nog ter discussie staan» Duidelijk werd toen door Burgemeester en Wethouders gesteld, dat niet overwogen werd om de bloemisterij naar elders te verplaatsen, Nu wordt gesteld, dat het Raadsbesluit van 31 mei 1968 niet kan worden uitgevoerd voordat de bestemming van het Ravelijn is gewijzigd. Bij de be handeling van het Raadsbesluit van 31 mei 1968 had men erop moeten wijzen, dat de ene beslissing de andere in de weg zou staan. Men kan nu niet met de opmer king komen, dat er niet gebouwd kan worden, voordat de bestemming is gewijzigd, want dan draait men de zaak om. Dat acht hij niet juist. De bezwaren van Gede puteerde Staten acht hij juist. Ook al is dan het referendum volgens de K.V.P. een farce, voorhem staat niet vast of er voldoende rekening met de volkswil is gehouden» Bij het ter inzage leggen werden er nog altijd 114- bezwaarschriften ingediend, waarvan nu voorgesteld wordt om ze zonder meer ongegrond te verkla gen. De Raad moet de beweringen van Burgemeester en Wethouders nog altijd voor zoete koek slikken en de bezwaren zonder meer opzij schuiven. Mogelijk verdient de suggestie van de heer Radder om toch nog een hearing te houden wel aanbeve ling, zodat betrokkenen inderdaad het gevoel hebben inspraak te hebben gehad. De heer VAN GOCH wil gaarne het volgende naar voren brengen. Daar zijn mening ligt het zwaartepunt op dit moment bij het feit, dat grote groepe ringen uit de bevolking zich verzetten tegen het zogenaamde plan Ravelijn. Hij voelt er weinig voor nog in discussie te treden over de wenselijkheid van de muziekschool al dan niet in het Ravelijn. Hij merkt op, dat de bezwaren van des kundigen, zoals de Stichting Menno van Coehoorn, de Kring Stad en Land en Bond Heemschut te Amsterdam hem ernstig te denken hebben gegeven. Het allerbelangrijkste vindt hij daarnaast echter wel de bezwaren, die gekomen 2ijn uit een bijzonder grote groep van de bevolking, hetgeen door het gehouden Referendum is aangetoond. Hu spreekt men wat dit referendum betreft wel over een buiten-parlementaire actie, maar hij gelooft toch niet, dat iemand zal durven stellen, dat dit referendum niet volgens de regels van orde en fatsoen is ge- Houden Hij wil wel meegaan in de visie, dat toen voorkomende emoties een rol hebben gespeeld, maar calculeert men dit erbij in, waardoor het percentage tegenstem mers wellicht iets zou zakken, dan wil dat toch nog niet zeggen, dat de groep ineens niet belangrijk zou zijn. Zelfs al zou men - en dat is niet aannemelijk - tot 40% tegenstemmers zakken, dan acht hij deze groep nog te groot om zonder meer te negeren. Een typisch trekje van de democratie is nu eenmaal, dat ook minderheden een stem hebben, waarnaar geluisterd moet worden en waarmee reke ning moet worden gehouden. Hij weet niet of het de andere Raadsleden zo vergaan 18 als hem, maar de laatste weken werd hij veelvuldig bezocht of opgebeld door Bergenaren, die opkwamen voor het Ravelijn. Hij heeft met veel interesse naar hun standpunten geluisterd en daarbij is het hem zo bijzonder opgevallen, dat velen Hun visie verdedigden met een bewogenheid, die hij eigenlijk niet voor mogelijk Had gehouden. Hier was geen sprake meer van politieke achtergronden of iets Hsrgelijks. Hier bracht men alleen naar voren de verbondenheid, die de Bergenaar ffi0t het Ravelijn schijnt te voelen en die hem sterk in zijn mening heeft gesteund, Hat men op dit ogenblik niet op de goede weg is. He leden van de Raad vertegenwoordigen de gehele Bergse bevolking. Een groot §edeelte van de bevolking is tegen het onlangs door de Raad genomen besluit tc,t bebouwing van het Ravelijn. Niet één fractie zal het tegenover haar kiezers corps waar kunnen maken, dat met deze meningen geen rekening kan worden gehou den. Hij acht deze gang van zaken strijdig met de democratische opvattingen en hij 2al zich hiertegen verzetten. Langs deze wegverzoekt hij de diverse fracties om ®en duidelijke uitspraak of men bereid is het besluit van de Raad van 31 maart 9o7 te herroepen. Hij is van mening, dat het herroepen van dit besluit bepaald ®®6n nederlaag behoeft te betekenen voor wie dan ook, maar slechts zou duiden °P een wijs inzicht en eensgezindheid van de Raad, heer RADDER ziet het onderhavige voorstel als een afronding van het Raads- esluit dd. 31 mei 1968dat na rijp beraad is genomen. Hij gelooft niet, dat de eer A.J. Franken nieuwe gezichtspunten naar voren heeft gebracht, in elk geval ^Het in die mate, dat men daardoor tot een andere overtuiging zou kunnen komen. r is een pressiegroep op de publieke tribune, die men negatief kan zien. Pres- legroepen zijn in staat politieke figuren op een zodanige manier tegen de muur e drijven, dat er van hun eigenlijke functie uitoefening niets terecht komt. 1)0 heer NIJPELS vraagt, of zoiets wel mag worden gezegd. He heer RADDER zegt, dat hij eerst de negatieve kant van de zaak noemt. Het ge- eurt wel en in het Amerikaanse politieke leven is dat wel vaker gebeurd, dat ,-S

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1969 | | pagina 182