3 stemmen het nemen van een besluit tot een volgende Vergadering moet worden uit- Sssteld, zodat het bandje in deze vergadering niet kan worden afgedraaid. be heer VAK HEIJST zegt de excuses van de heer Lemette te aanvaarden en hij wil bet gaarne nogmaals met de heer Lemette proberen. Hij verklaart met nadruk, dat er bij hem geen sprake is van haatgevoelens jegens de heer Lemette. Hij hoopt vurig, dat de heer Lemette zijn uiterste best zal doen om zijn goede wil ook werkelijk te tonen en waar te maken. In de huidige tijdsomstandigheden is discriminatie een be taden woord. Daarom voelde hij zich in deze zaak zo diep gegriefd. Hij heeft er dit ^an geleerd, namelijk als men maar enigszins een vleugje schijn tegen zich heeft, 'tat dan de evenmens en vooral de politiek oppositionele evenmens snel devalueert tot een verscheurend, zo niet een bloeddorstig wezen. Daarvan getuigt het geschrijf van een dagblad, de vragenstellerij van de heer Biesheuvel, de gelukkig later inge trokken motie van de heer Nijpels, getekend door al diens fractiegenoten en als ZÜ». inlichtingen juist zijn, ook de aandacht van de leden van een jonge politieke groepering voor deze aangelegenheid. Als de prooi evenwel gaaf blijkt te zijn en riet kreupel of levensmoe, maar bereid en in staat tot zelfverdediging, dan trekt datzelfde loerende wezen zich haastig terug en vertoont niet meer de verwachtings volle grijns van tevoren; het trekt met een glimlachende facie heen, hoopvol uit rende naar een volgende gelegenheid. Hij is zeer bitter, maar hij weet dat. Maar de motie van de heer Nijpels - hij zegt niet van de Stads Partij, hoewel nagenoeg al- "1-e leden, die blindelings ondertekenden -, had iets van een rauwe aanval, die in 8°hriiie tegenstelling staat met het welgemeende gebed van zijn eigen fractievoor- zitter om meer eenheid in deze Raad. Hij hoopt, dat men begrijpt, dat de in trekking Van deze motie voor hem geen welwillend gebaar betekent, maar dat dit door hem al leen gezien kan worden als een handige manoeuvre om politiek mislopen te voorko ken, heer lemette ziet kans tot een ruiterlijke erkenning, maar de heer Biesheuvel 2iet geen kans om een aanvaardbaar gebaar te maken. Hij zal van tactiek veranderen ejl Proberen iets in geestige bewoordingen te zeggen, want dan halen die woorden "^tterlijk de pers. Immers, de grove en vuige beschuldigingen aan het adres van c°Uega de heer Leijs, die door de heer Biesheuvel werden geproduceerd, haalden ^®bterlijk de pers, terwijl de beheerste en doeltreffende woorden van de heer Leijs kouwelijks werden weergegeven. De heer Biesheuvel spreekt gaarne in bo er entermen Sij wil hem dan ook in die zin toespreken, opdat hij ze gemakkelijker kan bevatten. e beer Biesheuvel had als, boer een goed stukje politiek vruchtbare grond ont- ^ekt. Terstond was hij van mening, dat een rit met een mestkar nog meer vruchten brengen; denk aan zijn vragenstellerij. Om de vruchtbaarheid nog verder op te v°eren meende de heer Biesheuvel een tweede rit met de mestkar te moeten maken; ekk aan zijn aantijging bij de begrotingsbehandeling. Nu ontdekt boer Biesheuvel, ^a"t de grond weg is en dat zijn mestkar waardeloze mest bevatte en hij staat nu te als een schertsboer, die bijzonder graag met de mestkar heen en weer rijdt en 2e3-fs met een lege kar. Het is voor spreker geen vraag meer waar bij deze ritten e ®eeste onwelriekendheid vanuit is gegaan, van de lege kar of van boer Biesheu- >el. De vorige Raadsvergadering telde deze boer Biesheuvel de fouten in een be haalde carrière, Thans zou spreker willen opmerken, dat de fouten bij de heer esheuvel ontelbaar zijn en dat er bovendien geen carrière is. Deze woorden zijn van fluweel, maar spreker is toch minder scherp dan zijn opponenten, mogelijk eltreffender en misschien zullen daarom de dagbladen morgen melden, dat de °h van deze terechtwijzing bijzonder scherp was. Hij zou aan dit alles gaarne een k r9>ai verbinden. Werken voor en met de totale gemeenschap zou eigenlijk iemands arakter moeten veredelen; helaas ziet men dat de huidige politiek zo 'n prooi- 0kertd karakter krijgt dat hij, die een politieke functie vervult te vaak van zijn .omwend werk wordt afgeleid om zich met kracht te moeten verdedigen. De poli- ®k is een slechte voedingsbodem voor de betere eigenschappen van de mens, Veel- worden de minder goede eigenschappen juist door de politiek tot woekerende 2o°öa gebracht. De politiek van thans drijft vele mensen, die eigenlijk niet eens uit elkaar staan, uiteen als kamphanen na een eerste mislukte aanval. Dit Verontrustend en juist dit facet in het politieke werk benauwt hem het meest. aar°® overweegt hij ernstig om hieruit volgend jaar zijn consequenties te trekken. g Xleer G-ORRISSEN zegt, dat de "bedoeling van de interpellatie was om de heer Van gelegenheid te geven zijn verweer op te bouwen. Aan het adres van de heer "k6 moe't bij nog iets zeggen, want deze heeft toch nog iets laten blijken van 0ve m°gelybe andere uitleg van de in het geding zijnde opmerking. Bij het debat ■j. v de tarieven van het zwembad hanteerde de heer Lemette zelf een argument be ffende het klimaat. De heer Van Heijst antwoordde daarop eveneens met een ar- ent, dat op het klimaat betrekking had. Wat een Raadslid mag hanteren, mag llemr 2Ün mening een Wethouder ook. Hoe men daarin dan discriminatie kan zien is e®n raadsel. Hij gaat nu iets zeer ernstigs zeggen en vraagt daarvoor

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1969 | | pagina 175