24 jammer vindt hij het, dat de heer Biesheuvel heeft gemeend alleen maar afbrekende ■^"tiek te moeten laten horen. Zo komt Bergen op Zoom er nooit. herhaalt zijn oproep van gisteravond jegens de Raad om geschillen en verschil- Jeh te laten vallen en dit met zo mogelijk nog meer klem. Hij hoopt, dat de diverse ■^ctieleiders eens aan tafel gaan zitten om de geschillen weg te praten. Indien 8en ieder van goede wil is, moet dit voor gezond denkende mensen geen al te grote ®2?0blemen geven. Hij hoopt met deze herhaalde oproep iets tot het gezond maken van 62e Raad te hebben bijgedragen in het belang van de gemeente. heer RADDER zegt, dat de Voorzitter hem gerust heeft gesteld ten aanzien van et regiobeleid. De Voorzitter heeft voldoende toegelicht, wat de gesprekken in regio-verband inhouden» Uitbreiding van de regio over de landsgrenzen kan naar mening, bijvoorbeeld door de betrekking met de zusterstad Merksem boven het ^raateurist is ch stadium uit te heffen, deze frequenter te doen plaatshebben en uit e hreiden. Door een dergelijke taktiek kan het Ministerie van Buitenlandse Zaken Vf0ï,den geconfronteerd met een reeds gegroeide binding tussen 2 steden, die in 2 ^schillende landen liggen. Daaruit zal dit Ministerie noodzakelijkerwijs condu it®8 moeten trekken. heeft lof voor de suggestie van de stadswinkel. Een dergelijke winkel kan het ^Bibteljjk apparaat meer toegankelijk maken. De hoofden van diensten moeten naar zijn hening rainder worden gezien als ambtenaren maar eerder als managers van diensten, b6rWiji het overig personeel meer moet worden gezien als personeelsleden van een 0 ïv ice bedrijfdat een eigen verantwoordelijkheid heeft. Hij gelooft, dat daardoor stadium zou kunnen worden bereikt, waardoor het ambtelijk apparaat vergelijk- ^aar gaat worden met het particulier bedrijf. Dat is nodig om de kwaliteiten en .échten van het ambtelijk apparaat volledig te kunnen benutten. Een eerste stap he goede richting zou kunnen zijn de gedragingen van de ^htenaren minder te betuttelen. Gisteren is ook nog even ter sprake geweest de ^0tribinatie van het ambtenaar zijn met hetgeen men in zijn vrije tijd als privé per- ^°°h doet of is. 6 ambtenaar moet zoveel mogelijk de kans worden gegeven zich als privé persoon he leven en te ontwikkelen in de maatschappij. Wanneer een ambtenaar wordt ''■hgesioten van het politieke leven, dan wordt hem iets van het totale leven af- ®ehoaerL, hetgeen op een discriminerende houding neerkomt. (^e"t standpunt van zijn fractie is, dat de zorg voor zoveel mogelijk gemeentelijke lehsten in handen wordt gelegd van stichtingen op particuliere basis, waarvan de ^e®eente de uiteindelijke financiële verantwoordelijkheid moet behouden. In dit 0rhand denkt hij aan het combi-bad, de recreatie in het algemeen, het A.B.G., het ifleentelijk woningbezit enzovoorts. ^hiieer de heer A.J. Franken zich geërgerd heeft aan het feit, dat de heer Gor- ^8Sen het beleid van Burgemeester en ï^ethouders positief heeft beoordeeld, dan eh de heer A.J. Franken zich realiseren, dat een neutraliseringseffect nodig Haar aanleiding van de mededeling van de heer A.J. Franken, dat de P.v.d.A. als sluitstuk heeft geleend bij de Wethoudersverkiezingen zegt spreker, dat twee alternatieven waren, te weten 2 K.V.P.-ers en 2 niet-KVP-ers of 3 'ï'-ers en 1 niet-KVP-er.. ttie gevallen zou de P.v.d.A., alhoewel ze er heus niet om zat te springen, 6 er dan 90kans hebben gehad om een Wethouderszetel te krijgen. Ook in het Ï8te geval had de heer A.J. Franken de term "sluitstuk" kunnen gebruiken, maar jj.. J-h omgekeerde richting. niet laat met zijn analyse van de neurotische toestand, waarin de "groep van verkeertIn zijn vorige algemene beschouwingen heeft hij steeds, zij het met 11 andere formulering, uiting gegeven aan zijn wrevel over de splitsing, die in Wa 6 ®'lad niet alleen in stand werd gehouden, maar zelfs werd opgeladen. heer men sociale bewogenheid wil gaan zoeken in de droge stof van bepaalde le °riieningen of maatregelen, dan vindt hy dat een moeilijke zaak. Het gemeentebe- DQl(i heeft te weinig vrijheid om sociale bewogenheid tot uiting te kunnen brengen. heer A.J. Franken heeft beweerd, dat de plannen voor de stichting van een e^1'w station erg laat en op initiatief van de H.V. Nederlandse Spoorwegen het 4e icht hebben gezien. De heer A.J. Franken weet naar sprekers mening best, dat j, ®eiaeente geen beslissingsrecht heeft ten aanzien van station en Stationsplein. q6 k"8-11 hooguit aan de ÏÏ.V. Nederlandse Spoorwegen iets 'worden gesuggereerd, maar Ig^^öindelijke initiatieven en beslissingen moeten voor 100% van de N.V. leder- Spoorwegen komen. aan-l-eing van de door de heer A.J. Franken ingediende motie zegt hij, dat de ipq voldoende de betrekkelijkheid van de vraag of er voor meer dan 50% op t0 ^^hie moet worden gespeeld of voor meer dan 50% op recreatie, heeft aange sp -De Voorzitter heeft naar zijn mening het accent gelegd op industrialisatie ^iet op recreatie. *as

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1969 | | pagina 146