12 e belangen van de stad zijn wel zo groot, terwijl concurrentie van andere steden "ei degelijk aanwezig is, dat eensgezind optrekken een noodzaak is. Spreker heeft eërepen, dat ook de heer A.J. Franken en zijn partij die mening zijn toegedaan. "aar de heer A.J. Franken is ook de mening toegedaan, dat in het College alle §rote partijen vertegenwoordigd moeten zijn; de P.v.d.A. heeft daaraan niet meege- *®rkt en die zou dan ondemocratisch zijn. Spreker moet dan aannemen, dat de Stads Par- y het summum van democratie is. In de eerste vergadering van deze Haad veronder stelde de heer A.J. Franken, dat een rekensommetje nuttig voor de Raadsleden zou 2lin, want 25 delen door 4 geeft 6. Zijn oonclusie was "één lid van de Stads Par- hi één lid van de groep Van der Weegen en twee K.V.P.-ers in het College". ^Preker acht dit wel de meest eenvoudige uitleg van het begrip demooratie. ^ammer, dat de heer A.J, Franken niet eerder deel van zijn fractie uitmaakte, want h betreurt blijkbaar de tijd, dat de toenmalige Katholieke Stads Partij mee heeft, gewerkt aan de verkiezing van de heer Moorman, die helemaal alleen in de Raad zat. e leden van de toenmalige Katholieke Stads Partij zullen zich herinneren, dat ze spreker destijds veel druk hebben uitgeoefend om Wethouder te worden. De vdA-fractie heeft overigens 16 jaar lang geen aanspraak op een wethouders- z®tel gemaakt en gezien haar omvang nooit een wethouderszetel geclaimd. e verkiezing van de heer Moorman tot Wethouder, terwijl hij lid was van een een- ®ahsf ract i eis het bewijs, dat het rekensommetje niet altijd opgaat en dat een ergeljjk rekensommetje nooit de enige maatstaf kan zijn. Er kunnen omstandigheden dat daarvan afgeweken moet worden en dat is dan op zichzelf betreurenswaar- êj want een evenredige verdeling van de wethouderszetels over de partijen is ge- ^edst. Daarom rust er een zeer grote verantwoordelijkheid op de partijen, die over «*ametoegewijde en over de nodige tijd beschikkende candidaten voor de wethou- 'rS2etels beschikken. Dit is een primaire eis en kunnen de partijen daaraan niet Idoen, dan moeten zij afstand doen van hun getalsrecht op een wethouders zet e 1 zal het altijd wel moeilijk zijn om een maatstaf aan te leggen, maar bepaalde ^iDumeieen zijn er tooh wel. Uit ervaring heeft spreker geleerd, dat het wethou- ei"schap geen eenvoudige taak is en dat men er in ieder geval geen plezier aan beleven als men de zaken niet beheerst en dat laatste eist een enorme in- ^Panning. Spreker zou aan de heer A.J. Franken willen vragen of deze het daarmee 518 is. Als^dat zo is, dan zal men elkaar in de toekomst wel weten te vinden. ^«v.d.A. staat niet te dringen om een wethouderszetel. opmerking, als zou de sociale bewogenheid bij de Pvd A -f ra ct ie in deze Raad breken, treft spreker persoonlijk. Hij vraagt zich af hoe het mogelijk is, dat ets gezegd wordt. De heer Radder is een stuk sociale bewogenheid en zijn rede n gisteravond getuigt daarvan. Spreker zelf heeft zich zijn hele leven lang op ^."ooiale vlak bewogen. Hij is 24 jaar lang \oorzitter van de Hervormde Diaconie la 1S nU n0®* Diaconie beheert onder andere het gebouw Avondvrede, dat on- Ss ig uitgebreid. Hij is mede-oprichter en sinds de oprichting voorzitter van -Protestantse Stichting Gezinszorg en Maatschappelijk Werk in West-Brabant. Hij 0 ih de moeilijkste tijden 12 jaar lang in de woningnoodcommissie gezeten. Een je^e-I-baar aantal mensen heeft hij thuis ontvangen, aangehoord en getracht te hel- Jarenlang ging spreker elke week naar het Spuihuis om over de woningverde- 8 4 of 5 uur te vergaderen. Spreker vraagt zich af of men dat allemaal doet s men sociaal onbewogen is. De portefeuille, die hem als Wethouder is toebedeeld, 9. a t v, Mi hem niet toe om in deze Raad over sociale aangelegenheden te spreken. ty^Sahien kan men het als sociale bewogenheid aanmerken, wanneer in deze moeilijke oen voorstel tot verhoging van de waterleidingtarieven nog een tijd in "porte- wor(l'b gehouden. eker meent, dat de heer A.J. Franken niet het recht heeft om zo over een ander ■Ps-rt °rde^en ^e_t; Zal 6en rï°orn in 00g zi-'rL van de lraQbie van de Stads lat da"fc sPre:'cer °P een wethoudersstoe 1 zit. Hij neemt er graag genoegen mee, aat B 1 ket maximum aan waardering dat hij van die zijde ondervindt voor het vele werk doet bestaat uit de woorden "Het zou waanzin zijn te beweren, dat er in 0Q^8n°P Zoom niets gebeurt", maar men zou het politiek fatsoen beter bewaren dit soort aanvallen achterwege te laten. sc, ^°0RZITTER stelt voor om even te pauzeren en zegt, dat hij nog een antwoord ÏTvj is aan de heer Mijpels. Hij is van mening, dat de opmerking van de heer ha 8 me't betrekking tot de notulen van de vergadering van 28 februari j.l. be- Ëe dient te worden wanneer deze notulen ter vaststelling worden aangeboden. top,0'1'30"1188!® is dan beter op zijn plaats. He t betre ff end e bandje blijft bewaard, de notulen zijn vastgesteld. D e gig-j. 8r 10RRISSEU gelooft, dat er een misverstand in het spel is, want hij heeft vaa ®rav°nd duidelijk gezegd, dat hij geen motie zal indienen, waarbij de handelwijze 8 Pieer Lemette wordt afgekeurd. Kennelijk heeft de heer Mijpels versta an, dat s wel het geval is. •^6 "D 8 f t

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1969 | | pagina 134