23 b. personele belasting (instellingen ten algemene nutte) mogen vervallen. De ge meenten zouden er dus beter van worden, Hoe staat het met de Nederlandse bur ger? He eigenaren van onroerend goed zullen er theoretisch gezien als totaliteit per gemeente niet slechter van kunnen worden. Omdat de regering er van uit gaat, dat de gezamenlijke burgers/ 100 miljoen meer gaan betalen betekent dit, dat de gebruikers van onroerend goed het kind van de rekening zullen worden. Maar er is nog meer. Omdat cultuurgrond wordt vrijgesteld, vinden er belasting- verschuivingen plaats. Bovendien worden de baatbelastingen afgeschaft, waar door ook anderen zullen moeten gaan betalen voor werken, waarvoor voorheen - terecht - belanghebbenden een bijdrage moesten geven", ^aar welke gevolgen heeft dit allemaal? Volgens mij deze het Rijk heeft tot nu toe vooral met het instrument van de in komstenbelasting zijn fiscale beulenfunctie vervuld. ®ot Rijk gaat nu een gedeelte van deze functie delegeren aan de gemeenten. Deze koulenfunctie wordt de gemeenten geoffreerd in een geschenkverpakking met een Mintje eromheen, waarop te lezen staat "vergroting van de gemeentelijke autonomie". W zal het uiteindelijke resultaat van dit gemanipuleer zijn? Het resultaat zal 2Ün, dat de gemeente een secondaire invloed gaat krijgen op het bestedingspakket Tab haar inwoners. Want hoe zakelijk, hoe rationeel men zo 'n belastingheffingsinstrument in de vorm Tan gevel-, raam- of oppervlaktebelastingen ook hanteert, de groep, die bij elke Moonronde of prijsstijging altijd de meeste veren laat zal ook dan weer - procen tueel gezien ten opzichte van het besteedbaar inkomen het zwaarst belast wor- kö'h, namelijk de laagste inkomensgroep. ke gemeente komt straks in een dualistische situatie te verkeren. Om straks de "finishing touch" te verlenen aan de financiering van een bepaald project, zal de Semeente haar toevlucht moeten nemen in haar .eigen belastinggebied. Dat betekent, kat de welstand en vooral ook de voortvarendheid van een gemeente mede afhankelijk êaat worden van de "hardheid", waarmee de gemeente haar eigen belastingbeleid êaat construeren. Want, zo staat in de nota van aanbieding, het toekennen van ex- fï'a uitkeringen uit het gemeentefonds, de zogenaamde aanvullende bijdragen, zal in Yerband daarmede afhankelijk worden gesteld van het geheel of gedeeltelijk benutten Van de nieuwe heffingsmogelijkheden. Deze dualiteit stelt aan het Gemeenteraadslid Van 1970 hogere eisen dan tot nu toe reeds golden. De behoefte om terug te kunnen fallen op landelijke informatiecentra zal des te groter worden. Maar het zal T°oral eisen stellen aan het College van 1970. Hierin zullen mensen moeten Plaatsnemen met' een grote sociale bewogenheid. k'aze bewogenheid zal niet zo zeer in het emotionele vlak moeten liggen, maar haar °°rsprong vinden in een brede sociaal—economische "background—information" en be langstelling daarvoor, Iie"fc tweede citaat vond ik in de notulen van de vergadering van 31 januari 1969, Vfaarin de nieuwjaarsrede genotuleerd stond. Op bladzijde 3 staat dan het volgende "Met regionale overleg heeft in de loop van 1968 meer gestalte gekregen. Onderwer- Men als het structuurplan, het tegenspel bij het streekplan West-Brabant, de wegen- sfnuctuur enzovoorts zijn aan de orde geweest. Er wordt éénmaal per maand vergaderd 011 langzamerhand gaat dat regionale leven gestalte krijgen in concrete plannen, 2°als bij voorbeeld een wegenplan, dienstverleningendie regionaal kunnen worden aangepakt, waaronder de ambulance-dienst, enzovoorts. In de regio is een belang- f'jjke activiteit geweest; het tegenspel met betrekking tot het streekplan, dat de Provincie in ontwerp heeft. Een college uit de regio voert officieus vooroverleg Bl0t Gedeputeerde Staten over het ontwerp-s treekplan- ■Eiet is natuurlijk alleszins toe te juichen, dat dit vooroverleg heeft plaatsgevon- <i®rL en alsnog zal plaatsvinden. Dat dit vooroverleg als cryptisch beschouwd wordt Tin.d. ik niet zo verschrikkelijk, ij het streven naar grotere regio-verbanden zal er heus wel een modus gevonden ^°rden, waarbij dit vooroverleg uit zijia crypte gelokt wordt. ef euvel van dit vooroverleg in regio-verband schuilt dan ook niet in dat cryp tische, maar in de wijze waarop het overlegorgaan als gesprelcsteam is samengesteld. 1 i-6 zijn gesprekpartners in dit vooroverleg? Dat zijn de ledematen, die deel uit- 111 aken van een constitutioneel lichaam, dat door een vervreemding van de bevolking aarL een sterke mate van aderverkalking toe is, namelijk Burgemeesters, Wethouders 011 ambtenaren. De laatste "trait d 'union" met de bevolking, die dit bestel nog namelijk het Raadslid wordt categorisch buiten dit vooroverleg gehouden, y kunnen straks de situatie krijgen, dat goed doordachte voorstellen van de Col- eges van Burgemeester, en Wethouders, die hun oorsprong vonden in dit gemeenschap- M°li]k overleg, door gefrustreerde Gemeenteraadsleden, die hiermee hun

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1969 | | pagina 117