15
het teste in vrijheid tot ontplooiing komt. Het gevoerde subsidiebeleid achten wij
in het raam van de mogelijkheden aanvaardbaar. Wij vragen ons eohter uoch a± of
in sommige gevallen het stimuleren en coördineren niet een beetje meer een rege
lend accent moet krijgen. Door het College is met name de Bergen op Zoomse Jeugd
gemeenschap in het leven geroepen. Is het nu wel juist, dat nu van onderaf aan
deze gemeenschap niet opgebouwd wordt, er niets wordt gedaan om de conceptie wel
ke men indertijd voor ogen had te realiseren?
Ik weet niet of het helemaal op de weg van de Wethouder voor Onderwijs en Culture
le Zaken ligt, maar ik vraag hem te bevorderen, de jeugd meer van onze stad te
leren en onze jeugd meer te betrekken bij het mus eumbezo ekde muziek— en toneel-
bitvoeringen.
Onze stad is binnenkort 25 jaar bevrijd van de Duitse overheersing. Is er niet
alle aanleiding om daar eens even bij stil te staan? Jammer vinden wij het,
dat wij geen enkel plan voor een passende - en dan beslist geen overdreven - vie
ring vinden. Heeft het College daarvoor geen enkel plan? Zou het niet zinvol zijn
on tjj voorbeeld de koren te vragen - en wij hebben goede - om tot een manifestatie
Ie komen?
Over de sport zal mijn fractiegenoot Van Wijk dadelijk nog een en ander zeggen.
Ik heb namens mijn fractie vele aspecten van de zaken, waarmede wij geconfronteerd
worden,de revue laten passeren. Met erkenning van hetgeen er gebeurt, zijn wij toch
Tan mening, dat het College op een aantal punten onvoldoende visie heeft en dat
6r vele malen sprake is van een groot gebrek aan planning. En toch zijn wij niet
Pessimistisch. Hoe wij er ter zake over denken ligt vervat in de woorden die de
Commissaris, van de Koningin in de provincie Noord-Brabant eens gesproken heeft
toen hij in een interview zei over Roosendaal "Dat het er zo goed gaat komt
haar mijn mening, omdat er eenheid is; de bevolking van deze stad gelooft in de
groei van de eigen gemeente, er zit vaart in en iedereen heeft er plezier in het
gunstige klimaat wordt goed gebruikt.".
Over Bergen öp Zoom zei hij "De stad heeft een depressie-periode in haar ontwik
keling gehad. Als de wind er ten goede keert - en dat zit er dik in - komt de
zaak weer in het gelid. Ik ben daar niet somber over.".
Wij zijn het met de -woorden van deze Commissaris voor 100$ eens. Wij hebben met z'n
allen ongetwijfeld nog zeer veel te doen."
De heer LEMBTTE spreekt de volgende rede uit
"In de openbare Raadsvergadering van 28 maart jl. heb ik niet zonder teleurstel
ling moeten vas ts tellendat de G-emeenteraad van Bergen op Zoom niet zonder ran
cunes kan werken.
Ik heb toen getracht het bestaan van de fractie Van der Weegen te verzekeren en
•Is naam van Willem van der Weegen te vrijwaren van alle smet. Het heeft niet 10-
gQn baten.
Ik ben diep teleurgesteld en het vertrouwen, dat ik in de fractie van de K.V.P
uis vertegenwoordigers van de democratie en als gezagsdragers in deze gemeente had,
zo goed als verloren gegaan,
laarom kan ik ook het vertrouwen, dat de heer Van der Weegen had in de Voorzitter
en- in de fractie van de K.V.P. welke fractie in onze gemeenschap samen met de
-^v.a.A. een machtspositie inneemt, niet langer ondersteunen.
•Ib verschillends, brieven heb ik de Voorzitter verzocht dit vertrouwen alsnog te
bevestigen. Ik heb de Voorzitter om advies gevraagd. Ik heb de Voorzitter om een
onderhoud gevraagd. Het werd mij steeds geweigerd. Op grond waarvan?
®Qt doet mij pijn zo te moeten spreken. Ik heb steeds getracht mijn eed gestand te
"loen en mijn zetel in deze Raad naar eer en geweten te bezetten en aldus naar bui
ten te handelen. In de periode, die nu achter ons ligt, is het mij wel duidelijk ge
worden, dat er in Bergen op Zoom slechts één ding is, waarop deze Raad trots kan
Zijn :"Groot zijn in kleine dingen, werken, zonder dat er van objectiviteit sprake
bs en waarbij rancunes meer en meer op de voorgrond treden".
Van een opbouwende en democratische samenwerking is geen sprake.
Het is kennelijk mogelijk, dat belangrijke, om niet te zeggen essentiöle waarden van
bet democratisch bestel, zoals deze in de Grondwet verankerd liggen, terzijde wor-
b-on geschoven ter wille van persoonlijke drijfveren en onnavolgbare motieven.
®Gn van de essentialia van de democratie is het recht van een minderheid om haar
brandpunten en inzichten uit te dragen om zo een wezenlijke en constructieve bij
lage aan de samenleving van vandaag te kunnen leveren.
tweede, maar daarom niet minder essentieel punt is de verantwoordingsplicht
ban bestuurders ten opzichte van diegenen, die door het Nederlandse volk als ver
tegenwoordigers zijn gekozen.
®-®t is mijn stellige overtuiging, dat de ontwikkelingen, die zich in de afgelopen
I'bwiode hebben voorgedaan, aantonen, dat< eerdergenoemde waarden zijn geschonden.