14 Droevig was het te constateren, dat de K,V.P.-woordvoerder niets beters wist te doen, dan de zo belangrijke zaak van het grondbedrijf af te doen met een per soonlijke aanval. Geen enkele zakelijke inbreng dus. Gezichtsbedrog ontstaat ook door steeds alles te bekijken door een enge politieke bril. Misschien dat het gro tere financieringstekort, waarmee ook deze K.V„P.-er nog vele malen geconfron teerd zal worden hem nog eens tot nadenken zet. "Voor de goede orde wil ik nog eens beklemtonen, dat ik hens wel weet dat het grotere financieringstekort niet alleen door de "kwestie grondbedrijf" is veroor zaakt, maar wel grotendeels. In de nota van aanbieding heeft uw College gesteld, dat de begroting sluitend is mede dank zij het feit, dat het jaarlijkse nadelig saldo niet ten laste van de ge wone dienst werd geboekt, doch op de gronden werd bijgeschreven. De Raad heeft een verordening voor het grondbedrijf vastgesteld, maar ofschoon de ze verordening anders bepaalt, trekt het College zich daarvan niets aan. Artikel 14 van de verordening zegt namelijk, dat bijboeking van nadelige saldi beperkt Wordt tot maximaal het bedrag van de rente ten laste van de kapitaaldienst. De ^est van het nadelig saldo zou ten laste van de algemene dienst moeten komen. Nu weet ik - het is al enkele malen in deze Raad aangekondigd - dat er een nieuwe verordening zou komen. Waarom is deze verordening nu nog niet klaar? De Wethou der heeft deze verordening in deze Raad al enkele malen toegezegd. Het grondbe drijf heeft momenteel geen duidelijke regels voor het beheer; de oude verordening Seldt officieel nog, doch in werkelijkheid baseert men zich op een nieuwe verorde ning, die maar niet tot stand kan komen, omdat het College öf niet voldoende lei ding geeft, öf deze inderdaad niet gemakkelijke taak maar zeer moeizaam kan rege len. Wij zijn benieuwd met welke motiveringen de Wethouder voor Grondzaken nu weer komt aandragen, waar te maken, waarom de nieuwe beheersverordening steeds Haar niet komt. Ik heb zoëven gezegd, dat een deel van de financiële moeilijkheden naar de toe komst wordt verschoven en ik heb tevens gewezen op de slechte positie inzake fi nancieringsmiddelen. Ter zake zou ik enkele praktische voorbeelden willen noe men 1e. Het verschil in te betalen aflossingen en uit afschrijvingen vrijkomende midde len wordt dit jaar weer groter. De begroting geeft een bedrag aan verschil van ongeveer 1.100.000,--; 2e. Het financieringstekort is opgelopen tot ongeveer 19.200.000, Financie ren met kort geld kan niet blijven duren, immers ook daaraan is een grens; 3e. Bijboeken van rente en kosten op de gronden kan ook maar niet onbeperkt blijven doorgaan. Er is ook nog altijd een marktprijs van grond. Ik zou het daarom be langrijk vinden, dat winsten en verliezen op gronden meteen gereserveerd wor den, ondat de controle op de niet verkochte gronden bijzonder scherp is; 4e. Moeten de schaarse financieringsmiddelen gestopt worden in het bouwrijp maken van gronden, waarvan we lang niet weten, wanneer deze verkocht gaan worden? Natuurlijk gaarne ter zake een vooruitziend slagvaardig beleid, maar dan wel afgestemd op een nuchtere zakelijke planning. Inzake het woningbeleid wil ik kort zijn. Door de bouw van de Wilmaflats kunnen 2©er veel woningzoekenden worden geholpen. Dit is ongetwijfeld zeer verheugend en zijn daarom ook bereid het bezv/aar van deze hoogbouw ondergeschikt te maken aan de noodzaak van het oplossen van het woningvraagstuk. Wij hopen, dat de Wethouder, di© de woningverdeling thans behartigt, er in ieder geval in slaagt ook onze jon ge mensen iets te bieden. Zijn voorganger slaagde daar nauwelijks in, waardoor een aantal jonge mensen de stad moesten verlaten omdat er wel aanbod was in de dorpen in de omgeving. Naast andere factoren was dit naar onze mening een van de rede- nen, waarom het bevolkingsaantal van Bergen op Zoom daalde. Voor wat betreft de post Sociale Zaken zouden wij op willen merken, dat wij noch bij d© begroting, noch elders praktisch iets merken van een inrichtingsbeleid ofwel °Pbouwwerk, dat noodzakelijk is om een goed, industrialisatieklimaat te hebben. betreuren dit ten zeerste. Natuurlijk worden de zaken afgedaan, vooral wanneer het het particulier initiatief betreft, doch wij menen, dat een duidelijke visie in zake het inrichtingsbeleid ontbreekt. hebben er begrip voor, dat op de post Sociale Zaken de Algemene Bijstandswet niet altijd een prettige taak is. Wij betreuren, dat de normstelling inzake de ge handicapten ten opzichte van andere gemeenten hier anders is. Inzake de post 3o~ ©iale 2aken zal mijn fractiegenoot De Jaeger dadelijk nog een en ander zeggen. Het D© ongetwijfeld een moeilijk te beantwoorden vraag of ten zake van het cultureel be leid de taak van de overheid beperkt moet blijven tot stimuleren, coördineren en sh.bsidiëren, of dat de overheid ook nog regelend en leidinggevend moet optreden. Vij kiezen in eerste instantie voor de zelfwerkzaamheid van de mens, omdat cultuur

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1969 | | pagina 108