r— Hij is het met de heer van der WEEGEN eens,dat alles lang duurt,naar hij noet hen tegenspreken als hij spreekt over 400 voorwagens „Hij geeft toe,dat het. erg is geweestwant in de naa/nden december en januari waren er wel 100 woonwagens op het kampwaarvan Gedeputeerde Staten hebben gezegd,dat het er maar 35 m0~ gen zijn.Men is toen begonnen met een werkverschaffingsobjeetnamelijk het grondwerk voor het combi-bad, en toen waren zij in korte tijd weer verdwenen» Spreker merkt op,dat de heer Radder het goed heeft 1 begrepen als deze stelt, dat er geen goede plaats is voor een tweede kamp in Bergen op Zoom,maar het tweede en het voornaamste argument on het regionaalkamp nét in Bergen op Zoom te vestigen is,dat in verband met de spreidingspolitiek van de regering Bergen op Zoom,gezien de afstand tot Roosendaaldaarvoor ook niet de geschikte plaats is Be vraag of er een plaats is aan te wijzen voor langkampeerders is vorig jaar bij de algemene beschouwingen ook reeds aan de orde geweestwaarbij de heer Rad der helaasniet meer aanwezig was toen dit aan de orde kwaimEerder had de heer Radder gesteld,dater ergens op "de Heide" daarvoor wel een plaats zou zijn aan te wijzen,maar sprekef is van mening,dat"de Heide" daarvoor zeker niet een ge schikte plaats is.Zonder aan discriminatie te doen, kan toch wel gesteld worden, dat,als daar een plaats wordt aangewezen voor langkanpeerders van de ategorie waar het nu over gaat,ernstig afbreuk zal worden gedaan aan de toeristische waarde van "de Heide"„Een andere plaats in Bergen op Zoon zou spreker niet we ten; of het zou in de buurt van !de Kraaienbferg"kunnen zijn,welke plaats voor een goede benadering van deze mensen nogal ver van de stad af is. Be VOORZITTER zegt, dat er, planologisch gezien, nog aan toegevoegd kan worden,dat het volgens de studie Schelde-Zoom inderdaad zo is,dat een kamp alleen ver buiten het centrun der stad een kleine mogelijkheid zou hebben, PLAATSING en ONBERHOUB VAR WAARSCHUWINGSBORDEN .WEGWIJZERS en ffERKEBRSVERLICHTING, Be heer VERHOEVEN informeert ernaar,of het uitblijven van het in het antwoord op vraag 26 bedoelde rapport over de verkeersgeleiding er de oorzaak van is, dat de Bergen op Zoornse Winkeliersvereniging nog geen antwoord heeft gekregen op het verzoek van jl augustus 1967 0E1 Net zogenaamde "Vierkantje" dagelijks van 13.30 - 17.00 uur voor het rijdend verkeer af te sluiten. Be VOORZITTER deelt mede,dat Burgemeester en Wethouders van oordeel zijn,dat er geen incidentele verkeersmaatregelen moeten worden getroffen voor de binnenstad voordat het interimrapport van het bureau Goudappel en Coffeng is ontvangen. Bovendien vraagt hij zich af,of afsluiting van "het Vierkantje" gedurende alle dagen van de week wel een noodzaak. 's.,In de verkeerscommissie is men ook tot de conclusie gekomen,dat er momenteel niets kan worden gedaan,zclang het advies van de verkeersdeskundigen nog niet is ingekomen, .e heer VERHOEVEN vraagt of het verzoek van de Bergen op Zoornse Winkeliersver eniging ook aan het adviesbureau wordt voorgelegd. Be VOORZITTER antwoordtdat het verzoek niet aan dit bureau ter beoordeling zal worden voorgelegd,maar dat.er in een bespreking met dit bureau wel op kan wor den gewezen. Be heer GORRISSEN vindt het antwoord op vraag 27 simpel,Be moeilijkheid met de rijstrook voor fietsers en bromfietsers op de Borgvlietsedreef is naar zijn oordeel de plaatselijke situatie,Op het ene gedeelte van de straat zet de automobilist zijn wagen op de parkeerstrook,op het andere gedeelte van de straat zet hij hem op de rijwiel strook Hierdoor onstaat een gevaarlijke situatie„Het gevaar van dubbelparkeren moet worden tegengegaan,fiij vraagt of hiervoor geen practisciië oplossing is. Be VOORZITTER antwoordtdat men aan dit probleem in de verkeerscommissie niet is uitgekomen.Het probleem is overigens niet zo dringend,dat het noodzakelijk is vrij ingewikkelde maatregelen te nemen on het op te lossen. Be heer GORRISSEN meent,dat er in dit geval sprake is van een conflict van za ken.Hij vraagt zich af,of er met een verzoek of een aanwijzing iets zou kunnen worden bereikt. Be VOORZITTER meent,dat er misschien een oplossing zou aijn,maar daar is geen wettelijke aanduiding voor,Hij zegt toe deze zaak nogmaals te laten bezien» Be heer GORRISSEN vraagt,in verband met het gestelde naar aanleiding van vraag 29, of het mogelijk is in de buurt vait.de r.k.kerk nabij de Kastanjelaan een ver wijzing te laten plaatsen,dat er vlakbij een parkeerterrein is.Be huidige situ atie is gevaarlijks vooral -met het oog op oversteken van deze straat door kin deren. Als er eventueel een bezwaar zou zijn om in de Kastanjelaan tussen het Piusplein en de Iepstraat een parkeerverbod in te stellen aan de zijde waar geen parkeerhavens zijn,dan zag hij toch graag een bord geplaatstwaarop wordt verwezen naar het parkeerterrein nabij de r.k.kerk.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1968 | | pagina 86