r— 7- In de praktijk 'blijkt echter, dat de, bezetting van een winkelcentrum- voor het grootste gedeelte bestaat uit kapitaalkrachtigen en grootwinkelbedrijven. In de meeste gevallen wordt door de gemeente een plan vooreen te bouwen winkel centrum in handen gegeven van een makelaarskantoor en is het gevaar groot,dat het -winkelcentrum tot exploitatie-object wordt gemaaktzodat de plaatselijke midden- en kleinbedrijven de dan zeer .hoge huren niet aankunnen en aldus ui't'~ gesloten worden van deelname in een winkelcentrum. Spreker zou dan ook willen vernemen,hoe het met het winkelcentrum "Warande" staat,omdat diverse bedrijven uit de stad hiervoor interesse hebben,maar Aran het makelaarskantoor Kok en Co. geen enkele toezegging, kunnen krijgen.' Hij vraagt voorts of het bekend is, dat alin 1961 de Nederlandse Middenstands- financiering® Maatschappij voor bedrijfsobjecten is opgericht, die tot taak heeft om het midden- en kleinbedrijf in de gelegenheidte 'stellen zich in nieuwe winkelcentra te vestigen,op gelijkwaardig niveau van het grootwinkel bedrijf alsmede dm de samenwerking tussen groot-midden-en kleinbedrijf te be vorderen. Hij vraagt zich af of het in de toekomst niet mogelijk is om met deze maat schappij in contact te treden en zodoende de midden- en kleinbedrijven in deze gemeente voldoende gelegenheid te geven zich in de winkelcentra, te vestigen. Toorts bestaat er nog altijd een tak van dienstverlenende kleinbedrijven,die onmisbaar is in de nieuwe woongebieden.Spreker doelt voornamelijk op die dienst verlenende bedrijven,waarvoor de hoge huren in een winkelcentrum een te zware last zijn en die voor de bewoners.van het nieuwe stadsgedeelte zeer dienstbaar en zelfs onmisbaar zijn. Deze bedrijven,die nu nog in de steeds meer ontvolkte stadsgedeelten gevestigd zijn,zouden zich graag in deze nieuwe woonwijken willen vestigenomdat zij in de oude stadsgedeelten op de duur geen bestaansmogelijkheid meer hebben en zeer gedupeerd worden door de ontvolking.- Juist voor deze gedupeerde dienstverlenende kleinbedrijven,die geen enkele con currentie kunnen vormen voor de in het winkelcentrum gevestigde bedrijven,zou spreker graag willen zien,dat deze zich buiteh de winkelcentra kunnen vestigen en vraagt daarvoor een wijziging van de betreffende bestemmingsplannen. De heer van LEEUWEN zegt,dat de stadsuitbreidingen, bij wijze van spreken,aan de lopende band tot stand komen,maar hij is van mening,dat de vestiging van winkels daarmede geen gelijke tred houdt.Eerst kon dat geconstateerd worden bij het plan "Moerstraat'sebaan"waar gelukkig m de bestaande bebouwing nog enkele winkels aanwezig waren,en nu bij het plan "Warande"„2© mensen daar zijn ver plicht om een heel eind te lopen om hun dagelijkse inkopen te kunnen doen.Hij sluit zich gaarne aan bij de. vorige spreker endringt er bij het College op aan om in doze nieuwe wijk enige noodwinkels te stichten. De heer LEMETTE zegt,dat het hem bekend is,dat er een aantal verzoeken is ge daan om desnoods in een woonhuis een winkel te mogen vestigen» Hierop is tot nu toe afwijzend beschiktSpreker vraagt of daarin nu geen verbe tering kan komen» De VOORZITTER antwoordtdat het winkelcentrum "Warande" inderdaad in handen is gegeven van een makelaarskantoor, dat Is te beschouwen als een ontwikkelings maatschappij die vrijheid van handelen heeft.Daar kan de gemeente uiteraard niet meer tussenkomen,Het is echter wel zo,dat voor het in het plan "Gageldonk" te stichten winkelcentrum getracht zal worden een .andere procedure te vinden,waar bij de suggestie van de heer Terhoeven overwogen kan worden,voorzover de door hem genoemde maatschappij reeds niet tot de gegadigden voor dat winkelcentrum behoortGebleken is wel., dat de realisering van een winkelcentrum het beste in handen gegeven kan worden van een ontwikkelingsmaatschappij en het is dan niet zo gemakkelijk om de distributie van de ruimten in gemeentelijke hand te houden» Dit recht laat een echte ontwikkelingsma.atscha.ppij zich niet zo gema.kkelijk af- nemen.Het College breekt zich op het ogenblik een beetje het hoofd hoe het win kelcentrum "Gageldonk" moet worden aangepakt on ook He Bergen op Zoomse midden standers. een ruimre gelegenheid te geven zich daarin te vestigen, zonder da.t de gemeente voor grote financieringen komt te staan door het winkelcentrum zelf te realiseren. Voor wat betreft de behoeften die bestaan aan kleinwinkelbedrijven is spreker van mening,dat het toch wel moeilijk is om,voordat het winkelcentrum gereed en bezet is, al van het bestemmingsplan af te wijken door het doen vestigen van winkels bijvoorbeeld in woningen.Dit is gevaarlijk,waal daardoor zou het win kelcentrum misschien leeg kunnen blijven en niet tot ontwikkeling kunnen komen» Spreker is van oordeel,dat eerst gewacht moet worden totdat het winkelcentrum gebouwd en volgestroomd is, waarna nader bezien kan worden of verspreide win-' kels kunnen worden toegestaan.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1968 | | pagina 83