De heer ÏÏIJPELS vraagt zich af hoe de prijs van een woning in de Prinses Bea- trixlaan vergeleken kin worden met de prijs van een woning in de Hertshoorn straat.De heer LEIJS meent, dat dit aan de hand van bouwjaar, stichtingskosten er dergelijke zeer wel mogelijk is. De heer HIJPELS is, van mening,dat nu beslist moet worden of er woningen verkocht worden of niet 5 het antwoord van de Minister komt wel en men behoeft daarop naar zijn mening niet te wachten. De heer HOPMANS zegt, dat hij de indruk heeft,dat het College van Burgemeester en Wethouders niet geporteerd en zeker niet enthousiast is om over te gaan tot, de verkoop van woningwetwoningen„Medio september is er een aantal verzoeken ingediend om een woningwetwoning te mogen kopengiaarcb eerzoekers hebben nog steed! geen antwoord gekregen^omdat gewacht wordt op de uitspraak van de Minister ten aanzien van de verkoopprijzen. Voor één geval,dat buiten het College van Burgemeester en Wethouders om is ge speeld en dat zelfs in het parlement is besproken,is nu bekend,dat de adsplrant- koper f1 6.463moet gaan betalen, waarop hij een subsidie krijgt van f.2. 316,= zodat de woning hem rond f.14.000,-- gaat kosten.Spreker rekent voordatgezien de kosten van verwerving,deze f,14.000,-- naar zijn mening nog te hoog zijn. De heer LEIJS antwoordt de heer Hijpels,dat het niet zo is,dat het College geen woningen wil verkopen. Wanneer dat uit een oogpunt van woningexploitatie moge lijk is,is het College zeker wel tot verkoop bereid,maar zolang.de verkoopprij zen van het Ministerie, niet hekend zijn,is het toch moeilijk voor de gegadigden om over aankoop, te beslissen. Spreker wijst nogmaals op het ene gevalwaarvan nu de prijs bekend is,maar be trokkene toch nog enige maanden uitstel vraagt.Voorts merkt spreker op,dat de verkoopprijs is opgebouwd uit bepaalde componenten,zoals stichtingskosten,bouw jaar enzovoortswaaruit berekend kan woraen^wat het Ministerie als basis -prijs neemt en dan is een vergelijking met andere woningen zeer goed te maken. Spreker wijst de heer Hopmans erop,dat hij onlangs uitvoerig heeft betoogd,dat bekend was,dat de verkoopprijzen zouden worden verhoogd,maar de gemeente heeft daar geen enkele zeggenschap in. De verkoopprijzen worden aan de -hand van een nieuwe regeling bepaald 5 -de oude regeling was eenvoudiger.Al met al is spreker de verhoging nog meegevallen^ hij had verwacht,dat die groter zou zijn. DIENSTVAH GEMEENTEWERKEN De heer LEMETTE vraagt naar aanleiding van vraag 13 en in verband met het feit, dat Roosendaal grondprijzen heeft van f,6,-- a f,10,-- per m2,hoe de kostenop- bouw van de grondprijzen eigenlijk is. De heer RATSMA zegt,dat het vergelijken van grondprijzen tussen de verschillende gemeenten een onmogelijke zaak is.In Bergen op Zoom zit men met vrij dure tuin- dersgronden, die aangekocht moeten worden tegen globaal f.2,-- per m2.Daarbij komt,dat in vele gevallen de pacht afgekocht moet worden,Gesteld kan worden,dat de aankoopprijs van ruwe grond f.5,-- a f.6,-- per m2 bedraagt.De aangekochte gronden moeten bouwrijp worden gemaakt^er moet riolering,gas,water en electrici- teit worden aangelegd.Bovendien is het gedeelte van de grond,dat voor de aanleg van straten,pleinen en plantsoenen is bestemd,niet verkoopbaar.Dit in aanmerking nemende,is het niet mogelijk tot een lagere prijs per m2 te komen.In andere ge meenten zijn de omstandigheden misschien gunstiger,terwijl er voorts ook ver schillende verkoopmethoden zijn.Er zijn gemeenten,waar de' straataanleg niet in de grondprijs is verdisconteerd/maar wanneer er straten worden aangelegd, moet men daarvoor een afzonderlijke belasting betalen. De heer LEMETTE zegt,dat hem dat allemaal wel bekend is,maar hij acht het niet juist,dat de kosten van alle openbare nutsvoorzieningen en ook de verliezen op bepaalde grondcomplexen ten laste worden gebracht van grond,bestemd voor parti culiere woningbouw,De prijzen kunnen zo hoog worden,dat het moeilijk wordt de grond te verkopen.Dit geldt ookvoor industrieterreinen. Spreker stelt,dat de eigenaar-verkoperniet een willekeurig hoge prijs kan be dingen in verband met de mogelijkheid van onteigening,maar anderzijds is de ge meente soms wei eens verplicht om. te kopen om haar plannen te kunnen uitvoeren. Spreker is van mening,dat de grondpri.jsbepaling op een andere wijze moet gebeu ren. Hij vraagt zich af c£ er niet een andere modus gevonden kan worden voor de bepa ling van de grondprijs. De heer RATSMA merkt op,dat hem bij het onderhandelen gebleken is,dat men met etisohe en morele motieven niet ver komtOnderhandelen is een keiharde zaakf iemand die verkoopt,wil de hoogst-mogelijke piijs en de koper wil een zo laag mogelijke prijs,De gemeente moet vaak gronden in eigendom verwerven waarop melis-er hun bestaan vinden,Bij onteigening bepaalt de rechter de schadevergoedingwaarbij rekening wordt gehouden met de toekomstige bestaansmogelijkheden van betrokkenen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1968 | | pagina 80