De heer RADDER zal zich niet tegen het voorstel verzetten,maar vindt het jam
mer, dat,na de "vernieuwing des geestes" die in heel de wereld heeft plaats ge
vonden en in het bijzonder in Nederland,2 groepen gelovigen,behorende tot de
zelfde kerk,in Bergen op Zoom het initiatief hebben genomen om ieder afzonder
lijk te komen tot het stichten van 2 afzonderlijke u. 1o ,/m, a. v, cw-scholen.
Wanneer hij de zekerheid had, dat in Bergen op Zoom dezelfde mentaliteitsver
andering zou hebben plaats gevonden zoals elders in Nederland,dan zou hij
willen vragen of de Wethouder genegen is contact op te nemen met zowel de Vere
niging voor Protestants Christelijk Onderwijs te Bergen op Zoom als met de
stichting voor r.k. u»1o-scholen en de Bergen op Zoomse Neutrale Schoolver
eniging om te komen tot een gezamenlijk beraad en eventueel een gezamenlijk
initiatief tot het stichten van een Bergen op Zoomse m.a.v.o# -schoolgemeen
schap, onder supervisie van een m.a,v.o,-schoolraad,waarin alle drie de besturen
participeren.
Hij stelt déze vraag niet om zijn oordeel te toetsen aan de ervaringen die de
Wethouder in zijn ambtsperiode heeft opgedaan.
Het zou n.l, niet reëel zijn een dergelijk voorstel te doen,wanneer men hiervoor
nog niet rijp is.
Hij memoreert vervolgensdat de laatste jaren veel in dit schoolgebouw via arti
kel 72 van de Lager-Onderwijswet 1920 is geïnvesteerd en vraagt zich daarom nu
af welke bestemming aan dit gebouw zal worden gegeven wanneer dit aan zijn hui
dige bestemming wordt onttrokken.
De heer LEMETTE wenst te vernemen hoe Burgemeester en Wethouders is gebleken,
dat er geen behoefte aan een openbare u„ 1o.rschool bestaatzoals in het voor
stel is vermeld.
De heer van der WEEGEN hoopt,dat de samenwerking,waar de heer Radder over heeft
gesproken,zich ook tot andere onderwerpen zal uitstrekken.
De heer van HEIJST acht het begrijpelijk,dat bij een Raadslid de vraag opkomt
of samengaan van de u,1o -scholen mogelijk is,De Lager-Onderwijswet 1920 ga
randeert echter een grote onderwijsvrijheid,Deze vrijheid werkt kostenverho
gend, maarus uitvloeisel van de wet,
Het behoort niet tot de taak van het dagelijks bestuur van de gemeente om ini
tiatieven te ontwikkelen om deze schooltypen tot samengaan te bewegen.De vrij
heid is zodanig gegarandeerd,dat er van de zijde van het gemeentebestuur niet
de schijn mag worden gewekt,dat er aan deze vrijheid wordt getornd,Een eventueel
samengaan moet ook mogelijk zijn zonder initiatief van de zijde van het gemeen
tebes tuur. Daarom is ten deze van Burgemeester en Wethouders geen poging in de
door de heer Radder bedoelde richting te verwachten.
Deze schoolbesturen zullen in de toekomst over practische aangelegenheden,b.v,
de toelatingsprocedure, wel contacten moeten onderhouden en mogelijk zou dit
een beginpunt'kunnen vormen voor gesprekken,die andere' zaken raken.
Er is inderdaad de laatste jaren betrekkelijk veel in dit schoolgebouw geïnves
teerd, doch dit was een noodzakelijkheid om te kunnen voldoen aan de eisen,wel
ke deze tijd aan het uitgebreid lager onderwijs steltOverigens zal het stel
lig nog zeer lang duren eer het schoolgebouw tot stand komt,waarvoor medewer
king is gevraagd.
Over de vraag wat in de toekomst met het gebouw Bolwerk Zuid 24 zal gebeuren,
is thans niets te zeggen.
Op de vraag van de heer Lemette antwoordt de heer van Heijst,dat van de zijde
van de inwoners niet is aangedrongen op de stichting van een openbare u.l.o.-
school
Een openbare u.l»0«-school zou in deze stad geen aan het onderwijs ten goede ko
mend bestaan lijden,omdat een dergelijke school een te gering aantal leerlin
gen zou tellen.
De heer RADDER zet uiteen,dat het niet zijn bedoeling is,dat vanwege het Gemeen
tebestuur pressie wordt uitgeoefend om tot samenwerking te komenynarclathijveeleer
een prikkeling heeft willen geven aan Burgemeester en Wethouders om een moge
lijk onbewust gewilde samenwerking tussen deze schoolbesturen te bevorderen.
Het blijft de heer LEMETTE onduidelijk hoe Burgemeester en Wethouders tot de
conclusie zijn gekomen,dater geen behoefte aan een openbare u.10-school be
staat.Hij kan deze meninv niet onderschrijven en vraagt aantekening" in do notulen,
dat hij tegen h'et voorstel van Burgemeester en Wetb.oud.ers is.
De heer van HEIJST antwoordt dé heer Radder,dat de vrijheid van onderwijs der
mate in de wet is gegarandeerd,dat hij in geen geval de schijn wenst te wekken
daaraan ,in welke mate dan ook,tekort te doen.Als er onderling door de school
besturen initiatieven worden genomen ,dan zou dat een andere zaak zijn;;
Hier ligt in elk geval thans geen taak voor Burgemeester en Wethouders.De scho
len, die nu gepland zijn,zijn volwaardige scholen,aan het bestaansrecht waar-
vran geen twijfel bestaartzodat er ook om onderwijskundige redenen geen nood
zaak is in de organisatie-vorm in te grijpen.