Wanneer 'hij het over '"goodwill" heeft,dan gaan zijn gedachten ongetwijfeld ook
uit naar het politiecorps van deze stad»Geen Bergenaar zal ontkennendat het
politiecorps niet ettelijke malen op de grens heeft gestaan van in opspraak te
komen.Of dit juist is, betwij feit hij ten zeerste.
Twee kwaliteiten van ons politiecorps dienen op de eerste plaats genoemd te
wordens
1 de voortreffelijke teamgeest:;
2de bereidheid on in het algeneen direkt en zonder onderscheid op de plaats
te verschijnen waar de individuele burger het nodig ach| dat de politie aan
wezig is.
Tussen het constateren van de mogelijkheid,dat er vermoedelijk een strafbaar
feit heeft plaats gevonden en het constateren,dat men te maken heeft met een
burger, die door een andere persoon of een gelegenheid geïrriteerd is. en in pa:-
niekisgeraakt, bevindt zich een zee van nuance-verschillen.
Om zich nog enigszins wendbaar en soepel te kunnen bewegen in deze zee zal er
een "goodwill" moeten worden verondersteld^ niet alleen van de kant van de
politie,naar ook van de burgers.
Een soepele houding van de politie,die er van getuigt begrip te hebben voor een
bepaalde situatie,zal dooreb een1 als "goodwill" erkend worden en door de ander
als zwakheid en laksheid worden geïnterpreteerd.Deze laatste negatieve inter
pretatie schijnt in de stad een goede voedingsbodem te hebben gevonden.Een
demonstratie hiervan is de mening, dat de politie uiterst kwistig is met het
opmaken van procéssen-verbaal voor nogal onschuldige verkeersdelicten,maar op
kritieke momenten van ordeverstoring een te pasieve houding aanneemt»
Volgens spreker zal deze onjuiste mening met bewijzen moeten worden gelogen-
straf t
Hij stelt daarom voor om de - Raadsleden inzage te geven in de processen-verbaal
van de politie gedurende het dienstjaar 1967gerangschikt naar verkeersover
tredingen en ordeverstoringen,inclusief de processen-verbaal die door de offi
cier van justitie zijn teruggewezen.No. het onderzoek door de Raad zo.l deze in
besloten vergadering bijeenkomen om zijn bevindingen te bespreken en daarover
een rapport opstellen, dat in handen van de dagbladen moet worden gesteld.
De teruggewezen processen-verbaal dienen door de Oommissie voor de strafveror
deningen, bijgestaam dooreen juridisch adviseur, te worden bestudeerd;onderzocht
moet worden of cloor een plaatselijke strafverordening een bepaalde lacune niet
kan worden opgevuld.
Een suggestie zijnerzijds voor de commissie zou zijn het verbieden van muziek
maken en weergeven in openbare gelegenheden na 12,00 uur 's nachts.
Wat ook in opspraak is gekomen, is wat zo langzamerhand de klaagmuur van
Bergen op Zoom is gewordenshet Ravelijn,
Het zal ongetwijfeld niet onbekend zijn, dat- hij persoonlijk een voorstander is
van de nieuwe muziekschool op het Ravelijn.
Wat hij echter vreest, wil hij nu uitspreken,
"Heemschut"de Stichting "Menno van Coehoorn" en de nieuwe pas opgerichte
pressure-group brengen hun geschut in stelling;overigens volkomen in stijl met
het Ravelijn zelf.
Een onderlinge strijd tussen verschillende meningen en opvattingen -op een on
baatzuchtige manier gestreden- vindt spreker persoonlijk verkwikkend en getui
gen van een bewust meeleven met het wel en wee van deze stad,naar het gevaar is
niet denkbeeldig,dat deze strijd gaat ontaarden in een strijd voor het behoud
van persoonlijke prestiges en gezichten en dat tenslotte de muziekschool het
kin! van de rekening gaat worden.
Zijn vraag is nu of -indien de nieuwe muziekschool niet op het Ravelijn zou
komen en een minder dure,maar goedi gebouwde school elders i-tf de stad zou zijn
gepland-de verwezenlijking van déze school dan niet reeds een fase verder zou
zijn geweest:
Tot slot wijst spreker er op, dat Bergen op Zoom een Stedelijke Raad voor Maat
schappelijk Opbouwwerk en een Maatschappelijke Fundatie kent.
Reeds enkele malen zijn in de Stedelijke Raad de externe bejaardenzorg en andere
gelijkgetinte onderwerpen aan de orde geweest. Volgens hem bestaat er reeds een
latente relatie tussen dit Maatschappelijk Opbouworgaan en de Maatschappelijke
Fundatie»
Hij vraagt nu of het niet zinnig zou zijn om in de Stedelijke Raad voor Maat
schappelijk Opbouwwerk de voorzitter van het Regentencollege van de Maatschap
pelijke Fundatie op te nemen en omgekeerd in het Regentencollege van de Fundatie
iemand te beroemen,die het vertrouwen geniet van zowel het I.S.C.C.als van de
Protestantse Stichting voor Maatschappelijk Werk;eventueel ten koste van een
zetel van een regent-Raadslid.