li mm
VIERDE VERGADERING
Ukmêdè ia ém lë&é^orgédmmg
i v*F?
Woensdag, 6 maart 1968, des namiddags te 20.00 uur
Voorzitters de heer Drs«LJ.M.van de Laar,
Aanwezigs Mevrouw V.M.M.Videler-Kil en de heren VcTEv^hoeven,!.F.Broos
DLeiis5WCFrankenP.RatsmaPHopmansPAGorrissenJvan LeeuwenDrsM
Berger,G. A.Lemette,DJJui j ten, W.v.d.Weegen, A.J.Franken,PBrouwerC.Biesheuvel
Drs.P.G.M.van Heijst,J.de JaegerGJ.1.Notenboom, LCM,Radder,NA.van Haam,
D. J.J.Nijpels.
Secretariss de,heer Mr.J.G.A.F.Kuijpers.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en deelt mede, dat hedenavond de
algemene beschouwingen worden gehouden. Hij verzoekt deze beschouwingen inder
daad algemeen te houden. fr-an-
De heer GORRISSEN zegt als inleiding, dat -nu hij voor de eerste keer als
tievoorzitter van de K.V.P. de jaarlijks terugkerende begrotingsbeschouwing zal
houden- hij zich afvraagt of het wel zinvol is dit op de traditionelewijze e
blijven doen. Onnodige herhalingen zijn zijns inziens dan niet te vermijden. Het
is onmogelijk, dat alle politieke groeperingen in de Raad- m totaal 9 op aoe_
matige wijze op 9 verschillende manieren haar beschouwingen zullen^houden
Om uit de 2-4- kg begrotingsléctuur met duizenden onderwerpen en cijfers aan e
College en de Raadsleden duidelijk te maken of de schattingen van de begroting
voor 1968 zeer goed, redelijk öf slecht zijn, is een bovenmenselijke aa
Hij gelooft er niet aan, dat' er één Raadslid is, dat in zijn vrije ij en nro
zijn beperkte kennis de mogelijkheden heeft om belangrijke wijzigingen voorde
stellen in deze voorgelegde begroting voor 1968. en als er kritiek wordt uitge
oefend, dan moet het toch zo zijn, dat ook aangetoond moet worden, dat het beter
Misschien zou met een computer iets te bereiken zijn bij het doorlichten van een
dergelijkebegroting, niet alleen op cijfers, maar ook op bestuursmogelijk-
heden, naar dan zouden de Raadsleden toch eerst een opleiding voor programmeur
moeten volgen, want bij de computer is belangrijk welke ingangsinformatie gege
ven wordt om de gewenste uitgangsinfhrmatie te krijgen.
Bij eventuele kritieknoet ncn zich bovendien goed realiseren, dat deze alleen gerecn
vaardigd is voor die zaken, die behoren tot de mogelijkheden van het College en
men moet dit College niet verantwoordelijk stellen voor zaken, waarover de beslis
singen elders genomen worden; iets dat steeds meer voorkomt.
Het'enig zinvolle, dat men bij een begrotingsbeschouwing kan doen, is wensen
naar voren brengen, standpunten kenbaar maken, steun verlenen aan her College
als dit redelijk lijkt en kritiek uitoefenen op de voorgelegde plannen voor
1968, waarbij men dan wel met voorstellen moet komen, die bestuurlijk en finan
cieel uitvoerbaar zijn. u^+.,.
Men moet zich daarbij wel goed realiseren, dat de mogelijkheden voor de gemeente
steeds kleiner worden.
De ingewikkeldheid van onze moderne samenleving heeft eenzodanige technische,
economische en bestuurlijke samenhang en verstrengeling doen ontstaan,dat het
onmogelijk is over zelfstandigheid van de gemeente te spreken. De ontwikkeling
heeft deze zelfstandigheid in vele gevallen vernietigd.
Over vele belangrijke zaken in onze gemeentelijke gemeenschap wordt elners
dan in de gemeente beslist,
De indruk bestaat, dat het politieke klimaat in deze Raad de laatste tijd beter
wordt.
De zakelijkheid lijkt groter te worden en de vergadering-en, worden korter.
In sommige kritieke situaties kan het College zelfs steunen op de oppositie
in plaats van op de fracties waarop het meestal moet steunen.
Dit"zou kunnen betetenen, dat het College bij de oppositie' aan gezag, heeft
gewonnen.
De onrust in de landelijke politieke partijen was'intrap neden niet merkbaar m e
plaatselijke daarmede verbonden Gemeenteraadsfracties.
Wel hebben sommige plaatselijke fracties een andere kleur aangenomen, ken van
de belangrijkste plaatselijke partijen, de Katholieke Stads Partij,^deed het
confessionele kleed uit en stapte in het minikleed van de Stadspartij verder.
In zijn verklaring liet de fractievoorzitter, de heer Nijpels, weten,dat het
nieuwe politieke kleed meer naar de eisen van deze tijd was. Spreker steltvast,
dat dezelfde Raadsleden met dezelfde overtuiging hetzelfde werk deden in dit
nieuwe nolitieke kleed. De verandering betrof dus slechts het omhulsel*