De Regenten van de fundatie mogen echt er geen lid zijn van het bestuur van orga
nisaties of instellingen, aan welke door de fundatie financiële hulp wordt ver
leend! dus ook niet van do verpleeginrichting indien deze door de fundatie zou
worden gesubsidieerd,
De heer van LEEUWEN zegt, dat het huidige A.B.G. ook een 2-ledige instelling isj
te wetens 1een instelling, die kapitaal beheert en 2) een verpleeginrichting.
Hij zou, voor wat betreft de status van de stichting, opteren voor een overheids-
stichting, omdat het personeel, dat niet overgaat naar "Lievensbergdat bewust
niet doet om de zekerheid ten aanzien van het pensioen.
Hij egt, dat er onlangs een handschrift van Hugo de Groot is gevonden,waarin
staat,dat "het niet met de gerechtigheidin strijd is de wetten naar billijk
heid toe te passenf in bepaalde gevallen kunnen dispensaties van wetten ver
leend worden en soms kan men ook soepelheid betrachten door niet van de in de
wetten gegeven rechten gebruik te maken"; als begrepen wordt waarop hij doelt.
De VOORZITTER merkt op, dat de Raad zou kunnen besluiten tot reglementswijziging
en onder punt III van Bijlage A de namen van de huidige Regenten zou kunnen invullen.
Daartegen bestaat geen enkel bezwaar en dat kan voor de eerste tijd goed werken.
Hoewel dan in beide besturen dezelfde mensen zitten, krijgt de Raad toch een
gescheiden begroting ter goedkeuring aangebodene Men krijgt dus een duidelijkere
scheiding van het vermogen van het A.B.G.en de verpleeginrichting,'Wanneer men
in de geest wil handelen van de erflaters, geef dat vermogen dan een aparte be
stemming en stop dat niet in één verpleeginrichting, maar laat het ten goede
komen aan alle instituten, verenigingen an organisatiesdie er zijn of die er
komen l'
De heer RADDER zegt, dat het dus neerkomt op een afscheiding van het vermogen
van de verpleeginrichting.
De VOORZITTER antwoordt, dat dat het feitelijk effect is. Wanneer de Raad be
sluit tot reglementswijziging overeenkomstig Bijlage A,dan houdt dat in, dat de
doelstelling van het A.B.G-vermogen wordt veranderd, zoals in artikel 1 is
aangegeven en vervalt de exploitatie van een ziekenhuis of een verpleeginrich
ting. Het gevolg is, dat de verpleeginrichting de gebouwen en dergelijke over
neemt, De verpleeginrichting moet zich opnieuw constitueren en met het bestuur
van het "A.B.G.-nieuwe stijl" tot overeenstemming komen over deze overdracht»
Voor de verpleeginrichting is dit gemakkelijk, omdat onverkoopbare boedel, ver
vroegde afschrijving, kosten afvloeiend personeel, enz. niet op de verpleegin
richting drukken, maar als afloopkosten t'en laste van de maatschappelijke fun
datie komen en dus niet de calculatie van de verpleeginrichting beïnvloeden.
Om iedere twijfel weg te nemen, dat het rapport van de commissie enige actie
zou zijn tegen personen, kunnen de huidige Regenten van het A.B.G.benoemd worden
tot Regenten van de maatschappelijke fundatie. Burgemeester en Wethouders zijn
bereid daartoe een aanbeveling te doen.
Ten aanzien van de verpleeginrichting kunnen deze Regenten de Raad het voorstel
doen, dat zij overgaan tot de oprichting van een particuliere stichting, die dan
tegen een vast te stellen prijs het recht krijgt op de gebouwen van het A.B.G,.
De andere mogelijkheid is, dat de Raad op dit voorstel niet ingaat en een over-
heidsstichting opricht voor de exploitatie van de verpleeginrichtingeventueel
met dezelfde Regenten.
De heer NIJPELS zegt, dat hij nog steeds vast-houdt aan het voorstel van de
heer Gorrissen en op uitstel van de beslissing aandringt.
De heer HOPMANS merkt opdat let hem nog niet duidelijk is hoe de rechtszekerheid
voor het personeel is gewaarborgd. Hij rekent voor, dat het voor het personeel
wel verschil uitmaakt of er een partxculiere-of een overheidsstichting komt.
Oprichting van een particuliere stichting zou voor de werknemers in feite neer
komen op een loonsverlaging. Hij vraagt of dit verschil ten laste van de maat
schappelijke fundatie gebracht kan worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat hetgeen de heer Hopmans naar voren brengt een zeer
belangrijke zaak is bij het doen van een keuze tussen een particuliere-of een
overheidsstichting als rechtsvorm voor de verpleeginrichting,,maar deze keuze is
thans niet aan de orde. Het gaat er nu om of de Raad bereid is te besluiten tot
wijziging van het reglement van het A.B.G.zoals in Bijlage A is aangegeven.
Aanneming van de reglementswijziging betekent wel, dat men voor de verpleegin
richting een nieuwe rechtsvorm zal moeten zoeken, die dan kan zijn een particu
liere-of een overheidsstichting en die dus gescheiden zal worden opgericht van
het vermogen van het A.B.G..
De heer de JAEGER merkt op, dat het wel mogelijk is de huidige Regenten van het
A.B.G. te benoemen tot bestuursleden van de maatschappelijke fundatiemaar hij: wijst
op de gestelde benoemingseisen;onder anderecpde leeftijdsgrens van 65 jaar.Hij
vraagt zich af wat te doen als een van de huidige Regenten deze leeftijd reeds
heeft bereikt.