-5- De heer AJi?RAKXEiT constateert, dat wijziging van de tariefsvoorwaarden nodig is in verhand met het in werking treden van de Wet op de omzetbelasting 1968 per 1 januari 1969, Hij betreurt het, dat het voorstel niet duidelijk is. Eerst op de laatste blad zijde van het ontwerp-beslrit staat onder C, dat in de tarieven, zoals di e in de ver ordening voorkomen, geen omzetbelasting is begrepen. Haar zijn mening zullen velen zich niet realiseren, dat over de tarieven 4fo omzetbelasting moet worden betaald. In feite komt het neer op een verhoging van de tarieven voor water en gas met 4en voor electriciteit met iets minder. He invoering van de belasting toegevoegde waarde heeft een verlaging van f 0,001 per kWh tot gevolg doorliet toepassen van de brandstoffenclausule. Het is hem niet duidelijk waarom het lichttarief van 0,26 per kWh wordt teruggebracht tot 0,25. Be verlaging is in dit geval immers moer dan bi j het ■nwtracht tarief Hij vraagt, of de conjunctuurclausule van 0,001, waarmede momenteel alle ta rieven worden verhoogd, wordt gehandhaafd, Verder wenst hij te vernemen, hoe kan worden vastgesteld, welk verbruik in 1968 heeft plaats gevonden en welk in 1969? omdat het niet mogelijk zal zijn alle meters op 51 december 1968 op te nemen. He heer RaTSMA zegt, dat in de tarieven, zoals deze in de verordening zijn op genomen, geen omzetbelasting is begrepen. Uit practische overwegingen is dit het beste, omdat het percentage van deze belasting nogal eens verandert, He tarie ven worden dus nog verhoogd met het verschuldigde percentage omzetbelasting, welke belasting ten bate van de Staat der Nederlanden komt. Voor wat.lipt verbruik bij bedrijven betreft, ligt deze zaak iets anders, omdat de bedrijven momenteel ook al worden belast met een omzetbelasting van 6°/o, waarvoor per 1 januari 1969 een belasting toegevoegde waarde van Atfo in de plaats komt. Het vervallen van de voorheffing op de brandstoffen heeft tot gevolg dat het tarief iets kan worden verlaagd. He verlaging van het lichttarief van 0,26 per kWh tot 0,25 is inderdaad een grotere verlaging dan voor de andere tarieven. Bij de bepaling van dit bedrag hebben Burgemeester en Wethouders zich gebaseerd op het advies van de II. V P.H.E.M, Het vlaktarief geldt voor enkele bedrijven en voer een paar honderd kleinere woningen. Voor deze woningen is uit sociale overwegingen bij de laatste vaststelling van de tarieven het vlaktarief gehandhaafd. Overigens wordt ten deze het uitster vingssysteem gevolgd, In dit geval had kunnen worden volstaan met het tarief in geringere mate te verlagen, doch gezien het bijzonder karakter van deze aan sluitingen is de voorkeur uitgegaan naar een verlaging met 0,01 per kWh, me de gelet op de omstandigheid, dat het een zeer klein percentage van het totale verbruik betreft. He conjunctuurclausule is inderdaad in de verordening opge nomen, maar het hangt van de II,V. P.N.E.M. af, of deze clausule zal worden toe gepast. Beze clausule is niet in een bepaald bedrag vastgelegd en bedraagt momen teel 0,001 per kWh, He conjunctuurclausule wordt toegepast zolang de H.V. P.H.E.M. deze aan de gemeente berekent. Bat betekent in de praktijk, dat tot op heden f 0,081 per kWh geldt en dat dit vanaf 1 januari 1969 f 0,08 wordt, zijnde het resultaat van het verschil door toepassing van de conjunctuurclausule. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 8Voorstel tot het van de erven J.M.Borghouts alsmede van A.J.M.Borghouts aankopen van diverse panden in de binnenstad. (Bossier nr. 40J)* (Verzameling 1968, nr. 231 - Be heer VAN KAAM merkt op, dat hij reeds meermalen heeft gevraagd om woningen die aangekocht worden voor de sanering ook inderdaad te amoveren. Hij weet ook wel, dat amoveren niet altijd mogelijk is in verband met de aanwezigheid van belendende panden, He panden Londonstraat 1 en 3 en Zuidmolenstraat ,46,- 48, en 50 hebben geen belendende percelen, zodat amoveren'naar zijn mening heel goed mogelijk is. Hij vraagt of de bewoners van enkele van deze panden een woning krijgen toegewezen in een van de nieuwe wijken of dat er voor de ontruiming nog een bepaalde procedure moet worden gevolgd, eventueel ten behoe ve van de krotopruimingspremiewelke volgend jaar - als zijn inlichtingen juist zijn - hoger zou worden. Misschien zouden de bewoners van deze panden daarvan kunnen profiteren. i

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1968 | | pagina 241