sb n*»***»**»**:
18 WUB B68
GEMEENTERAAD VAN BERGEN OP ZOOM.
TWEEDE VERGADERING,
Vrijdag, 16 februari 1968,des namiddags te 20.00 uur.
Voorzitters de heer DrsLJ,M,van de Laar,
Aanwezig: Mevrouw V.M.M.Videler-Kil en de heren D.Nuijten,PA.Gorrissen,
PRatsma, NAvan Kaam,M.F.Broos,D.Leijs,P.Hopmans,V.C.A.Verhoeven,Drs,P.G.M.
van Heïjst,W,C.Franken,Drs.M.J.Berger,G.A.Lemette,A.J.Franken,C.Biesheuvel,
J.de JaegerP.Brouwer,W.van der Weegen,JH»Houg,W.F.M.van EgeraatDJJ.
NijpelsJ.van Leeuwen,-C.J.A.Notenboom en L.C.M.Radder.
Afwezig met kennisgeving: de heer E,Noorman,
Secretaris: de heer MrJC.A,F.Knijpers
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en stelt vervolgens aan de orde
het rapport van de commissie ad hoe tot onderzoek van de optimale structuur en
rechtspositie van de Burgerlijke Instelling van Weldadigheid "Het Algemeen
Burger Gasthuis" te Bergen op Zoom».
Hij memoreert de instelling van deze commissie door de Raad om op zuiver zake
lijke basis .een advies te krijgen wat de beste en optimale structuur zou zijn
van het Algemeen Burger Gasthuis onder vigeur van de nieuwe wetgeving»
Het komt hem dienstig voor nog een kleine uitleg te geven van de wezenszaakwaar
om 'het g£,at,om misverstanden over deze materie te voorkomen. Met een schemacische
voorstelling op een schoolbord geeft hij de door de commissie aanbevolen con
structie aan»
Het Algemeen Burger Gasthuis is een vermogensgeheel, dat wordt geregeerd door
een reglement, vastgesteld door de Gemeenteraad» Het Algemeen Burger Gasthuis is
een burgerlijke instelling van weldadigheid, waarop de artikelen 88 tot en met
90 van de Algemene Bijstandswet van toepassing zijn» In deze artikelen wordt aan
de burgerlijke instelling van weldadigheid de bijstandstaak ontnomen; deze is
overgeheveld naar de gemeentebesturen en in verband daarmede dient een deel van
het vermogen van deze instelling aan de gemeente ten go ade 1b komen. Het rapport,
waarover hedenavond gesproken wordt, handelt in geen enkel opzicht over die
scheiding van vermogen. Aan de orde is,wat met het A.B.G.dient te geschieden
na eerderbedoelde .splitsing» Dit is geen gevolg omdat de bijstandstaak aan deze
instelling is ontnomen, maar omdat de doelstelling, zoala deze in het huidige reg
lement voorkomt, vervallen is» De Raad dient thans het A.B.G.een reglement te
geven, waarin een nieuwe doelstelling is opgenomen» Er is een principe-uitspraak
van de Raad, dat het A.B.G.verpleeginrichting "oor langdurig zieken zou worden,
hetgeen echter niet slaat op het A.B.G.-vermogen. De Raad heeft immers bij de
principe-uitspraak uitdrukkelijk de bestemming van het vermogen uitgezonderd.
De commissie adviseert het vermogen van het A.B.G.niet voor het verpleegtehuis^
voor langdurig zieken te bestemmen, omdat dat verpleegtehuis met een schone lei
kan beginnen en kostendekkend kan worden opgezet. Iedereen kan immers in staat
geacht worden hetzij via ziekenfondsen hetzij via particuliere verzekeringen de
kostendekkende prijs - niet privé' waarschijnlijk- van een economisch geëxploi
teerde verpleeginrichting te betalen. Nu dit zo is,zou het te betreuren zijn het
vermogen van het A.B.G.voor de verpleeginrichting te bestemmen, omdat het of-wel
vernietigd wordt of-wel in de dode hand blijft zitten, d.w.z.in werkelijkheid
ongebruikt blijft, Wanneer er noodzaak zou zijn een lagere verpleegprijsdan
elders aan te houden, en zou men zo tot armenzorg komen, dan is men in strijd me
de Algemene Bijstandswet, omdat deze taak uitdrukkelijk aan Burgemeester en Wet
houders is voorbehouden.. De commissie adviseert daarom het doel van het A.B.G.
zodanig te wijzigen, dat zo-veel mogelijk de oude doelstelling wordt benaderd
zonder aan armenzorg te doen; dat wil in dit verband zeggen: allerlei zaken
mogelijk maken, die thans tussen kade en schip vallen, die vallen tussen de wet
telijke regeling op subsidie-gebied of gemeentelijke voorzieningen en de bestaan
de behoeften,
Dit is wat het rapport noemt het spanningsveld tussen wat geregeld is en nieuwe
behoeften die zich aandienen. Als voorbeeld noant spreker de externe bejaarden
zorg en bepaalde sociale voorzieningen voor buitenlandse arbeiders, die niet vol
doende hebben aan de normale voorzieningen, die de gewone Nederlandse burgers
hebben.
t