iïNüöT 3)6 SecTfaTi^ geleverd* i's aan de vraag Wis -12- De heer NTJPELS vraagt of het hekend is. aan wie de winkels in het winkel centrum worden verhuurd, welke supermarkt er in wordt gevestigd en wie de uiteindelijke koper van de grond is» De heer RATSMA zegt, dat de Ontwikkelingsmaatschappij Kok en Co, niet is uit geschakeld, Overigens is koopster ingevolge artikel 13 van de koopvoorwaar- den gerechtigd hij de akte van transport haar recht op levering van het ver kochte te cederen aan degene, voor wiens rekening door de koopster op de grond wordt gebouwd, zodat bij de akte van transport de grond door de gemeente recht streeks aan de opdrachtgever van de koopster kan worden Hij ziet overigens niet in, welk groot belang verbonden nu de uiteindelijke- koper wordt. Burgemeester en Wethouders hebben alle aandacht voor de kleinere neringdoen den, Er is geruime tijd geleden gesproken met de middenstandsorganisaties over de vestigingsmogelijkheden voor de middenstand en dat heeft hierin ge resulteerd, dat de middenstandsbedrijven in een ander bestemmingsplan een kans zou worden gegeven. Het is voor de middenstand in principe niet uitge sloten zich in het winkelcentrum aan het Zonneplein te vestigen» Het is nog niet bekend welke bedrijven in het centrum zullen komen? er is een aantal aanvragen? daarvan zijn er tot op heden nog geen gehonoreerd. Er is tevoren een onderzoek ingesteld naar de bestaansmogelijkheid van verschillende soorten zaken op die plaats, In principe is het bijvoorbeeld wel mogelijk, dat er een kapperszaak in dit centrum zal komen. In het centrum wordt een supermarkt van Albert Heiju H.V.gevestigd. De heer NIJPELS vraagt, wie de bouwvergunning heeft aangevraagd. De heer RATSMA zegt dat deze nog niet is aangevraagd. De heer NIJPELS vindt, dat door deze transactie de middenstand wordt bena deeld, Albert Heijn N.Y. deelt in dit centrum delakens uit. Hij vindt dat betreurenswaard Op zo'n manier wordt de middenstand vermoord. De heer RATSMA zegt, dat de gemeente een dergelijk centrum niet kan bouwen, zodat men altijd gebonden is aan een belegger, die het risico neemt om in een de belegger het dat zij er in dergelijk object geld te steken. Het ligt voor de hand, dat complex verhuurt aan bedrijven waarvan verwacht mag worden, zullen slagen zich op dat punt te handhaven. Hij ziet geen andere mogelijkheid om tot de bouw van een dergelijk complex te geraken dan nu is gebeurd, tenzij de middenstand bereid en in staat is geld in dergelijke objecten te steken. Over eerderbedoelae bespreking met de middenstandorganisaties heeft het gemeente-bestuur nog geen definitief uit sluitsel verkregen, zodat hij pessimistisch is gestemd ten aanzien van de kansen of een dergelijk complex door de middenstand kan worden gesticht De heer LEIJS zegt, dat Burgemeester en Wethouders nog een onderhoud hebben gehad met een vertegenwoordiger van de middenstand en toen is naar voren gekomen, dat het onmogelijk is een winkelcentrum in een nieuwe wijk te sticht ten zonder dat daaraan een groot-winkelbedrijf deelneemt, omdat juist deze groot-winkelbedrijven zorgen voor de nodige zuigkracht naar zo'n centrum. De middenstand is er dus niet bij gebaat centra worden geweerd. als grote bedrijven uit dergelijke Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen» De VOORZITTER sluit hierna de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 1968, Dp-Afo o tjz i 11 e r

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1968 | | pagina 236