Schriftelijke berichten - zo is van de zijde van het Ministerie verzekerd -
zullen Burgemeester en Wethouders zo spoedig mogelijk bereiken.
Spreker verwacht in elk geval geen positieve reactie.
Hij meent, dat de bewoners momenteel weinig overlast van het houtrot hebben.
De grote strop komt helemaal voor rekening van de gemeente. Als straks de her
stellingen worden'uitgevoerd, sullen de bewoners zeker ongemak ondervinden.
Hij heeft de woningen waar het houtrot zich voordoet, laten indelen in vijf
groepen,- te wetens 1 «urgente gevallen? 2, minder urgente gevallen? 3«spoed
gewenst? 4* no& niet dringend en 5, beginstadium. Er zijn in het complex
146 woningen Casper Fagellaan 2 urgente gevallen. Hij is zich daar persoon
lijk op de hoogte gaan stellen. De bewoners van deze woningen hebben gezegd,
dat de ongemakken van het houtrot voor hen wel meevallen. Men vond het ver
velend voor de gemeente, omdat het nogal wat zal gaan kosten. Daaruit mag
dus worden geconcludeerd, dat in het algeneen de bewoners momenteel nog geen
ongemakken hebben van hot houtrot. Dat neemt niet weg, dat sommige gevallen
nu al gerepareerd worden, omdat 'er anders wel ongemakken voor de bevroners
zullen konen. Hij is ook de gevallen van de tweede categorie af geweest?
daar is hen gebleken, dat men binnen nog geen last heeft van het houtrot.
Burgemeester en Wethouders kunnen de Raad niet toezeggen, dat vóór 1 oktober
a.s. een begin zal worden genaakt net de nodige herstelwerkzaamheden. Er moet
een planning genaakt worden? men kan maar niet zo aan de werkzaamheden begin
nen.Er moet terdege bekeken woraon, hoc alios in het werk moot gaan, opdat
wordt voorkomen, dat aan dezelfde woning verschillende malen herstel moet
plaats vinden. Er noot ook worden nagegaan, of hot hout noot worden vervan
gen of dat hier en daar incidenteel kan worden hersteld.
Risico's voor de toekomst moeten beslist worden uitgesloten. Hij wijst er op,
dat in andore gemeenten in elk geval al de ervaring is opgedaan, dat ver
schillende malen aan dezelfde woningen herstelwerkzaamheden moesten worden
uitgevoerd, hetgeen uit de aard dor zaak duur is en veel ongemakken voor de
bewoners net zich brengt.
Hij is,in tegenstelling tot de heer van Kaam,van oordeel, dat aan de notie
van de Raad d.d. 30 juni 1967 wel gevolg is gegeven. De commissie voor hot
woningbedrijf is hl. op 19 maart 1968 volledig ingelicht over de stand van
zaken op dat nonent. Het hoeft naar zijn mening weinig zin om nu weer
mot zo'n rapport te komen, omdat dat min of neer oen doublure zou-zijn van
het eerste. Hij hooft de beheerder van hot woningbedrijf daarom opdracht
verstrekt mot het samenstellen van zo'n rapport te wachten tot het najaar,
zodat in hot rapport kan worden vermeld wat er is gebeurd aan het onderhoud
van de verschillende complexen. Do notie is naar zijn oordeel dus zeker niet
door hot College naast zich neergelegd.
In het algeneen wil hij nog opmerken, dat in afwachting van de beslissing van
het Ministerie nog geen begin is gemaakt net horstel van gevallen, die niet
om eon bepaalde urgentie vragen. Overigens noot men er nu de consequenties
jan aanvaarden, dat zo goed als zeker de gemeente de kosten moet
dragen. Dat betekent, dat deze kwestie grote aandacht'van Burgemeester en
Wethouders heeft. Hot zal oen moeilijke zaak worden, want de gemeente beschik
niet over eigen fondsen, waaruit een en ander bekostigd kan worden, Het
onderhoudsfonds van de 5 blokken continubouw bevat een bedrag van 435»000
Deze son, die bij de gemeente is belegd, is nodig voor het gewoon onderhoud
aan de woningen, De risico-reserve van doze 5 complexen bedraagt 577*000?=*
Dit bedrag wordt onder voorbehoud vermeld, omdat de stichtingskosten van do
laatste drie complexen nog niet zijn vastgesteld. Hot zal wel zo zijn, dat
Burgemeester en Wethouders straks voor de herstellingen kredieten zullen
vragen? de risico-reserve kan niet zonder neer worden aangewend. Als de ri
sico-reserve noot worden aangewend ter bestrijding van het houtrot en straks
eventueel andere voorzieningen aan deze complexen moeten worden getroffen
die niot uit hot onderhoudsfends kunnen.worden bestreden, dan zullen de kos
ten van dergelijke voorzieningen ten laste van de algemene dienst komen.
De heer van KAAM zegt, dat zijn interpellatie gesplitst kan worden in twee
gedeelten, nl, de kwestie van het houtrot en do kwestie van hot halfjaar
lijks rapport.
Dat halfjaarlijks rapport is toegezegd in de vergadering van 30 juni 1967.»
Op 15 november 1967. is door de betreffende dienst oen rapport uitgebracht.,
In de begrotingsvergadoring van 8 maart 1968 heeft hij weer om een rapport
gevraagd en ook om dozo. rapporten te bespreken. Het betreffende rapport
is in de commissievergadering van 19 maart 1968 aan de orde geweest. Sinds
dien is er geen enkel rapport moor voorgelegd, Wannoor or olk half jaar
een rapport wordt toc-gozogd, dan verwacht hij dat or ook inderdaad elk half
jaar een rapport kont en dat dit ook in de commissievergadering wordt be
sproken,