-10-
Dat mag dan echter nog goon reden zijn om te zeggen, dat er iets bij de dienst
gemeente-werken hapert
Hij geeft toe, dat hot rapport van de grondboringen niet ter inzage heeft ge
logen, Hij meent overigens, dat een leek weinig aan zo'n rapport hoeft. Hot
rapport van hot ingenieursbureau Witteveen en Bos hoeft wel ter inzage gele
gen en dat was het voornaamste stuk.
Do hoer van KAAI.1 zegt in de Commissievergadering al de indruk te hebben gelere
gen, dat de verzakking geen gevolg is van het gewicht van de leiding. Het
algemeen vermoeden is, dat er iets mankeert aan de verbindingen tussen de
buizen of tussen de buis en de put. Het blijft echter een vermoeden.Op grond
van een vermoeden is een bedrag van 74.000,-- een slag in de lucht. Hij
vraagt of, wanneer net de werkzaamheden begonnen wordt, aan de Commissie
voor Openbare Werken oen rapport kan worden verstrekt, waaruit na. hot nader
onderzoek blijkt,welke de werkelijke oorzaak va.11 do verzakking geweest is.
Hij neemt aan, dat dan de oorzaak kan worden vastgesteld en misschien zou
uit die vaststelling van de oorzaak dan mogelijk toch nog zijn na. to ga an,
wie voor oen en ander aansprakelijk gesteld zou kunnen worden.
De hoor HIJPELS merkt op, dat in het rapport va.11 het ingenieursbureau Witte
veen en Bos staat, dat in het gebied, waar deze leiding ligt voel zettingen
werden verwacht. Hij vraagt zich af of de buizen en dergelijke geschikt en
gekeurd materiaal waren. Hij kan dat n.l. niet uit het rapport opmaken.
De heer LEIJS zegt, in verband net de vra.a.g van de heer van Kaan,toe dc
Commissie voor Openba.rc Werken zodra mogelijk terzake to informeren. De heer
Hijpels antwoordt hij, dat zettingen bij zulk. soort werkzaamheden altijd kan
worden verwacht. Dat is overigens bij elk grondwerk het gevalmaar dat door
de zettingen een breuk in de riolering zou ontstaan is niet te voorzien.
Zettingen zijn zeker in het gebied, waar ze zich nu voordoen, een normaal
verschijnsel. In eerdergenoemd rapport staat overigens, dat alle gebezigde
leidingen een-"KIWA-keuring" hebben doorstaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hot voorstel aangenomen.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de ord.e de aanvullingsagenda, vermelden
de het
Voorstel tot het •■beschikbaar stellen van oen orediet van 6.970,--
voor inrichting van het museum in het Markiezenhof.
(Dossier nr. 200T).
(Verzameling 1968, nr. 158).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt hot voorstel aan
genomen.
Vervolgens stolt do VOORZITTER aan de orde de interpellatie van de hoer A.J,
Franken betreffende de bouw van do muziekschool,
De heer A.J. FRA1TKEH zegt, dat op J>1 mol j.l, met 13 tegen 10 stemmen het
voorstel tot het verlenen van oen krediet voor de bouw van een muziekschool
in het Ravelijn werd aangenomen.
Als de beide reeds enige tijd ziek zijnde Raadsleden aanwezig haddon kunnen
zijn,zou de uitslag van de stemming 13 tegen 12 zijn geweest. Het was een
op democratische wijze en net een zeer kleine meerderheid van stemmen geno
men besluit, waarmede oen groot deel van de bevolking echter niet erg ge
lukkig was. De discussie binnen en buiten de Raad spitste zich voornamelijk
toe op de plaats voor de muziekschool, terwijl feitelijk het belangrijkste,
namelijk de zorg voor oen verbetering van de huisvesting van de huidige
school, toch wel naar do achtergrond word godrongen.
De voor- en tegenstanders van de bouw van de muziekschool in het Ravelijn
hebben zich soms fel tegenover elkaar opgesteld. Beiden hadden beslist eer
lijke notieven voor hun standpunt. Haast de soms felle voor- en tegenstan
ders waren er o.ok Raadsleden - waaronder ook hijzelf - die om. uiteenlopen
de redenen en alle argumenten overwegende niet voor 100$ gelukkig waren net
het voorstel. Zij stelden zich op hot standpuntt "Waar men niet voor 100$ tevre
den of gelukkig nee. is, noot men niet doen en het is dan beter om een andere
oplossing te zoeken." Spreker is van mening, dat dit standpunt wel eens door
oen zeer groot gedeelte van de bevolking zou kunnen' worden gedeeld. De
bouw van de muziekschoolin het Ravelijn moest echter ook nog door Gedeputeer
de Staten worden goedgekeurd. Hot was bijzonder merkwaardig, dat Gedeputeer
de Staten aan hot Comité behoud ongeschonden Ravelijn bij brief van 24
juli 1968 berichtten, dat aan het besluit ex artikel 20 der Wcderopbouw-
wet geen goedkeuring zou worden verleend. Merkwaardig, omdat het College
van Burgemeester en Wethouders kennelijk eerst later is ingelicht.
